UAU Collectiv: hoe een Belgisch architectenbureau het verschil maakt in Nederland

Er heerst in de Belgische bouwsector niet meteen een uitbundige hoerastemming. De hoge materiaal- en bouwkosten en dito energieprijzen zorgen voor veel vraagtekens en ongerustheid. Hoe moet je je daar als architectenbureau toe verhouden? Het Hasseltse UAU Collectiv doet dit door naast hun activiteiten in eigen land de focus te verbreden naar het buitenland. Hun internationale avontuur is een boeiend verhaal in wording, dat we met Architectura in twee delen zullen brengen en dat ons via Berlijn over Caïro zal leiden tot Spanje, Frankrijk, Polen en Oekraïne. Maar beginnen doen we in dit eerste deel bij onze noorderburen, waar UAU Collectiv enkele maanden geleden een tweede uitvalsbasis heeft geopend.

Een eerste dossier van UAU Collectiv in Nederland is het project Waterzande in Hulst Aan Zee. Voortbouwend op de bestaande polderstructuren wordt een nieuw dorp ontwikkeld met verschillende functies: jachthaven, golf, wonen, hotel, multifunctioneel gebouw... Er worden verschillende woningtypologieën voorzien, gaande van appartementen en rijwoningen tot halfopen en open bebouwing. Dit zorgt voor een gediversifieerd dorp en spreekt een zo breed mogelijk doelpubliek aan. De architectuur van het geheel is sober en gaat, mede door de keuze voor een natuurlijk materialenpalet met aarde- en zandkleuren, op in het landschap.

 

Vlaamse aanpak

Massimo Pignanelli: “Hulst Aan Zee doen we samen met Conix rdbm uit Antwerpen, die ook al een uitvalsbasis hebben in Nederland. Het masterplan van Waterzande is ontworpen door LIPS, een stedenbouwkundig bureau uit Brussel en de projectontwikkelaar is Zabra uit Gent. Die laatste heeft ons specifiek gevraagd om het project aan te pakken op de Vlaamse manier. We blijven als architect tien jaar verantwoordelijk en gaan ook op zoek naar een Vlaamse aannemer.” Wanneer UAU Collectiv zijn plannen voor het project voorlegt aan de Welstandscommissie, de onafhankelijke raad die in Nederland aan burgemeester en wethouders advies uitbrengt over het uiterlijk of de plaatsing van een bouwwerk, blijkt die ‘Vlaamse aanpak’ aan te slaan.

Pignanelli: “Of onze manier van werken beter is of slechter, laat ik in het midden. Er zijn fantastische bureaus in Nederland waar we erg naar opkijken. Maar het klopt dat onze aanpak – met veel inzet, engagement en verantwoordelijkheidszin – door de Welstandscommissie goed werd onthaald.” Bijkomende meevaller: de woningverkoop voor het project Waterzande, die van start ging na de covid-pandemie, is – eerder onverwacht – een zeer groot succes.

 

Geusselt

Ondertussen was UAU Collectiv dichter bij huis ook al bezig met het dossier ‘Geusselt’ in Maastricht, voor ontwikkelaar RO Groep en samen met N Architecten als lokale partner. Pignanelli: “Het gaat om een gemengd woonprogramma vlakbij het stadion van voetbalvereniging MVV. Een bijzonder concept, met een mix van ouderenwoningen, luxeappartementen, maar ook woningen voor pas afgestudeerden. Géén studentenhuisvesting, maar echt starterswoningen met types van 30m2 en 50m2. En daartussen ook een mix van huurwoningen ontwikkeld door Wonen Limburg.

In tegenstelling tot Hulst Aan Zee werkt UAU Collectiv voor het project Geusselt wél helemaal op de Nederlandse manier. Dat zowel ontwikkelaar, ontwerppartner als aannemer van Maastricht zijn, is daar uiteraard niet vreemd aan. Toch slaagt UAU Collectiv erin om zijn ‘Vlaamse stempel’ te drukken op het ontwerp, zowel qua aanpak als detaillering. Pignanelli: “We zijn ook nogal dominant. ‘Vlaams dominant’ zou je kunnen zeggen. We leggen het vuur aan de schenen van de stabiliteitsingenieur en aan de mensen van de technieken, om de lat zo hoog mogelijk te leggen. Maar ook aan die van de aannemer om de bouwkost binnen de perken te houden. Die aanpak zijn ze in Nederland niet echt gewoon, maar daar maken we wel ’het verschil’ ten gunste van het project.”

 

Hub in Nederland

Ook het project Geusselt loopt vlot en UAU Collectiv krijgt de smaak te pakken. Het bureau ontwikkelt de ambitie om een uitvalsbasis op te richten in Nederland. En Maastricht is de makkelijkste kaart die het kan trekken. Door het dossier Geusselt, maar ook om persoonlijke redenen. Pignanelli: “Mijn vrouw is  afkomstig uit Maastricht. Ik heb dus een sterke band met de stad en kom er wekelijks. Daarnaast zijn we er zeer actief qua prospectie en hebben we er al een uitgebreid netwerk van ontwikkelaars kunnen uitbouwen.

Maar UAU Collectiv wil een second opinion en laat zich ‘out of the box’ screenen door een studiebureau uit Amsterdam. Wie is UAU Collectiv? Wat voor klantenbestand zou het bureau in Nederland aankunnen? Wie zijn hun concurrenten? Welke ontwikkelaars zijn interessant voor hun? Welke locatie is het meest geschikt? Op al deze vragen hopen Massimo Pignanelli en zijn team een helder antwoord te krijgen. En wat blijkt: “Uit die screening kwam zeer duidelijk naar boven dat we ons in plaats van Maastricht moesten focussen op Eindhoven. En zo hebben we onze koers gekeerd.

 

Eindhoven

De keuze voor Eindhoven is ingegeven door verschillende factoren. Een daarvan is de ligging van Maastricht, helemaal in een uithoek van Nederland. Pignanelli: “Zoals Limburg ook in ons land nog steeds ietwat een negatieve connotatie heeft als provincie die wat achterop hinkt,  is dat ook het geval met Nederlands Limburg. Voor beide volledig onterecht voor alle duidelijkheid. Als Hasselts bureau zijn wij actief over het hele land, van Kortrijk tot Namen. En ook in Maastricht beweegt heel wat. Maar toch: we voelen geregeld dat er vooroordelen zijn waartegen we moeten opboksen.

Een andere factor is de aanwezigheid van het Nederlandse hightechbedrijf ASML, die er mee voor zorgt dat het gebied rond Eindhoven sterk aan het ontwikkelen is en er heel wat te gebeuren staat. Het bloeiende bedrijf, dat nauw samenwerkt met de Technische Universiteit Eindhoven, trekt werknemers aan uit het hele land en ook ver daarbuiten. Hierdoor ontstaat er een groot woningtekort en moeten er in en rond Eindhoven op korte tot middellange termijn 50.000 woonentiteiten bijkomen.

Massimo Pignanelli: “Wat ook meespeelde: de afstand tot ons hoofdkantoor. Maastricht is écht naast de deur, maar ook Eindhoven ligt relatief dicht bij Hasselt, op minder dan een uur rijden.” De uitvalsbasis van UAU Collectiv is gelegen in de bruisende en opkomende buurt Strijp-S. “We zijn gevestigd in Microlab, een centrum van creatieve bedrijven, zowel met de handen als met ‘brains’. Je vindt er werkplaatsen - schrijnwerkers, goudsmeden... – maar ook startups en innovatieve mensen die vanalles aan het ontwikkelen zijn. Het is één groot huis, waar we een werkplek delen met andere architectenbureaus, maar ook ontwikkelaars.” Kortom, een stimulerende omgeving waar Massimo Pignanelli één à twee keer per week heen trekt om te brainstormen en een netwerk uit te bouwen.

 

Venlo

De markt die UAU Collectiv met de nieuwe uitvalsbasis in Eindhoven wil aansnijden, strekt zich in noordelijke richting uit tot net onder Rotterdam en Utrecht. Pignanelli: “Daarboven is het moeilijk. Als je in die steden projecten wil binnenhalen, moet je er eigenlijk gevestigd zijn. Net zoals bij ons in Brussel en Antwerpen.” Maar wanneer je zegt dat je van Eindhoven bent, stelt Pignanelli nu vast, opent dat wel deuren in de ruime omgeving. Zoals in Venlo, een stad in het noorden van Nederlands Limburg, op 60km van Eindhoven.

Pignanelli: “Het Kazernekwartier in Venlo is ons eerste dossier in Nederland dat we als architectenbureau zelfstandig doen, samen met ontwikkelaar Mulleners en aannemer Laudy.” Het project is gelegen aan de Maas en omvat de reconversie van een oude legerkazerne, een beschermingsburcht met een rijke geschiedenis die nu ontwikkeld wordt naar een masterplan van het gerenommeerde Rotterdamse ontwerpbureau voor stedenbouw en landschapsarchitectuur West 8. Pignanelli: “West 8 is niet van de minste. En toen ze onze naam voor het eerst zagen, waren ze zeer argwanend. Wie zijn die tropische jongens en meisjes? We moesten op audiëntie komen met onze plannen en werden echt op de rooster gelegd.

Maar net zoals bij de Welstandscommissie in Hulst Aan Zee kan UAU Collectiv overtuigen met hun aanpak, benadering en manier van presenteren. “We hebben een zeer goede beurt gemaakt. En dat heeft zeker deuren geopend.” Het project in Venlo – een combinatie van grondgebonden woningen en appartementsblokken – gaat nu richting omgevingsvergunning waarbij het initiële concept met zijn ‘Vlaamse’ aanpak stand heeft gehouden. Massimo Pignanelli en zijn vennoot Robbert Errico zijn volop vanuit Eindhoven aan het prospecteren, lobbyen en zaadjes aan het planten.

 

Nederland vs. België

Dankzij hun lopende projecten in Nederland zijn Massimo Pignanelli en zijn team van architecten ondertussen bescheiden ervaringsdeskundigen geworden in de Nederlandse bouwcultuur. In welk opzicht verschilt die nu met de onze? “In tegenstelling tot wat je misschien zou verwachten, kijken Nederlanders op bepaalde vlakken heel erg op naar Vlaanderen. Terwijl wij ernaar streven om wat meer eenheid te brengen, werkt de verscheidenheid in onze architectuur voor hen zeer inspirerend. Neem bijvoorbeeld de typische Vlaamse verkavelingsvormen: terwijl wij daar vanaf willen, grijpen zij daar nu naartoe omdat ze er nood aan hebben. Dus in zeker opzicht maken ze een soort omgekeerde beweging.

Ook de Nederlandse manier van werken blijkt behoorlijk verschillend in vergelijking met de onze. Zo wordt er veel meer opgelegd, ook qua kleuren, materiaalgebruik enz. De Welstandscommissie en de ontwerper van het masterplan – zoals West 8 in Venlo – blijven het gehele traject ook meevolgen. “Het is niet zoals bij ons, waar de beoordeling stopt na de goedkeuring van de omgevingsvergunning. In Nederland blijven ze aanwezig en wordt er voortdurend ingezoomd op de kwaliteit en detaillering.” In tegenstelling tot bij ons is het de aannemer die na de toekenning van de omgevingsvergunning alle verantwoordelijkheid overneemt en de plannen nauwgezet tot uitvoering brengt. Maar dat impliceert dat het voortraject voor de architect veel intenser is.

Pignanelli: “Details, verticale en horizontale snedes, uitvoering: alles moet vooraf worden vastgelegd in een kwaliteitsdocument. Zo hebben we voor Geusselt zelfs een mock-up gemaakt van een fragment van de gevel, die dan beoordeeld is geweest door de Welstandscommissie en masterplanner Studio Vinke. Zoiets is bij ons ondenkbaar.” Door de geringere verantwoordelijkheid is het uitvoeringstraject voor de architect in principe minder zwaar. Maar Pignanelli ziet ook hier kansen voor een Vlaams architectenbureau om zich te onderscheiden: “Veel meer dan een Nederlands bureau blijven wij nog esthetisch opvolgen. Dat zijn ze daar niet gewoon, maar wordt wel fel geapprecieerd.

 

Bescheiden maar gedreven

Het is maar een van de manieren waarop UAU Collectiv bij onze noorderburen het verschil probeert te maken. Pignanelli: “De regelgeving in Nederland is zoals gezegd veel strikter. Maar ze kijken er met grote ogen naar de manier waarop we daar als architectenbureau creatief mee proberen omgaan.” Zo zet UAU Collectiv erg in op detaillering. Bij het presenteren van een dossier is er vaak al een volledig onderzoek aan vooraf gegaan. Dit resulteert in gedetailleerde renders en uitgewerkte schema’s en plannen, daar waar Nederlandse collega’s nog naar de Welstandscommissie trekken met ruwe schetsen en potloodtekeningen.

Pignanelli: “Onze thuis is Vlaanderen. Als we één of twee projecten per jaar kunnen realiseren in Nederland is dat helemaal prima. Maar dan wel met onze gedrevenheid, drang naar kwaliteit en onvermoeibare inzet om het verschil te maken.” Als Vlaams en Hasselts bureau heeft UAU Collectiv ten slotte nog één bijkomend voordeel: het is naar Nederlandse normen nederig en bescheiden. Pignanelli: “Dat klopt en dat siert ons ook. Maar ik heb zelf ook wat Italiaanse invloeden. Dus ik durf al eens op tafel te gaan staan. Maar dan geef ik de schuld aan Italië, en zo geraak ik er mee weg. (lacht)”

Deel dit artikel:
Onze partners