Veel belangstelling voor seminarie rond kathodische betonbescherming

Onlangs organiseerde FEREB met de steun van het WTCB in Heverlee een technisch seminarie rond kathodische betonbescherming, bestaande uit een reeks informatieve lezingen met diverse casestudies. De leerrijke studienamiddag in Kasteelpark Arenberg kon op een enorme belangstelling rekenen. De aula van het Thermotechnisch Instituut van de KU Leuven zat immers afgeladen vol.

Een van de voornaamste redenen voor de aantasting en beschadiging van betonconstructies is corrosie van de wapening. Het roestproces wordt in gang gezet door een specifieke elektrochemische reactie. Afhankelijk van de oorzaken hiervan en de ernst van beschadiging zijn een aantal herstellingstechnieken mogelijk. Waar klassieke betonherstelling geen soelaas meer biedt, kan men gelukkig nog een kathodische beschermingstechniek toepassen. Dit houdt in dat het roestproces omgekeerd wordt door de potentiaal van de wapening te verlagen met behulp van een galvanisch systeem met offeranodes of opgedrukte stroom, zodat de kwalijke anodereactie van ijzer tot ijzerionen sterk vertraagd wordt. Zo blijft de sterkte en de stabiliteit van de constructie in kwestie gewaarborgd.

 

Duurzame herstelling

Kathodische betonbescherming heeft heel wat voordelen. Indien goed toegepast, wordt het corrosieproces volledig stilgelegd. Het gaat ook veel sneller dan een klassieke betonherstelling en veroorzaakt minder lawaaihinder. “Het duurzaamheidsaspect (behouden wat kan) en de investerings-rendementsverhouding zijn zonder meer bijkomende maatschappelijke en ecologische voordelen”, oordeelt FEREB, de Belgische Federatie van specialisten in de Herstelling, Bescherming en Versteviging van Constructies in beton. Reden genoeg om er een technisch seminarie aan te wijden.

Negen specialisten uit binnen- en buitenland kwamen in Heverlee getuigen over hun ervaring met kathodische betonbescherming. Prof. Dr. Rob Polder, senior scientist Building Materials aan TNO Delft, beet de spits af met een inleidende presentatie rond kathodische bescherming en de technische en economische waarde ervan in de betonherstellingsproblematiek. Ir. Hugo Wildemeersch, zaakvoerder van ABG Consultants, pikte hierop in en overliep aan de hand van drie specifieke casestudies welke criteria bepalen of je al dan niet kathodische betonbescherming kan of moet toepassen. “Het chloridegehalte rond de wapening speelt een belangrijke rol: vanaf een aandeel van 0,4%  procent ten opzichte van het betongewicht in klassiek gewapend beton komen de kathodische beschermingstechnieken in zicht”, legde hij uit. “Bovendien geldt: hoe vochtiger de omgeving, hoe meer kathodische bescherming aangewezen is. Na de chloridebepaling, de vereiste potentiaal- en corrosiesnelheidsmetingen en een draagkrachtanalyse kan je bepalen welke oplossing het meest geschikt is voor een bepaalde situatie.”

 

Ook kathodische preventie?

Nadien volgde een presentatie van ir. David Simpson (business development manager Vector Corrosion) over het ontwerp en de monitoring van verzinkte anodes. Olivier Lesieutre (hoofd van de dienst Corrosie bij Freyssinet France) ging op zijn beurt dieper in op die andere kathodische techniek, namelijk bescherming met opgelegde stroom: “Het is een mature techniek die de levensduur van betonconstructies aanzienlijk verlengt. Kathodische betonbescherming is geen mirakeloplossing, maar is wel een waardevolle, betaalbare methode waarvan de werking ontegensprekelijk bewezen is.”

Na de koffiepauze was het woord allereerst aan Christophe Michaux van In Situ, die via drie casestudies illustreerde hoe je op basis van een adequate diagnose tot een geschikte oplossing komt. “Het is een specialistische materie, en momenteel is er bij velen nog een manco aan kennis inzake pathologieën, corrosieprocessen en kathodische oplossingen”, benadrukte hij echter. Michael Martens, voorzitter van FEREB en directeur Verkoop en R&D Burgelijke Bouwkunde bij Renotec, leverde een bewijs van de efficiëntie van kathodische betonbescherming door in te zoomen op de herstelling van het noord-zuidviaduct van Brussels Airport in Zaventem (de zogenaamde ’fly-over’), dat na tien jaar nog steeds in prima staat verkeert: “Kathodische betonbescherming is duurzaam en efficiënt. Misschien moeten we nadenken over preventieve kathodische bescherming. De kost daarvan is immers lager dan reparatie na schade.”

Het seminarie kreeg zijn definitieve besluit met de toelichting van een studie rond discrete zinkanodes (Wolfgang Schwarz van CAS) en projectpresentaties over de renovatie van een rioolwaterzuiveringsinstallatie van Aquafin in Brugge (Johan Van Hemelryck van Anotec) en de restauratie van de koepel van de James Ensorgalerij in Oostende (ir. Sven Ignoul en prof. dr. ir. Dionys Van Gemert van Triconsult en KU Leuven). De vele aanwezigen zagen dat het goed was en keerden huiswaarts met tal van nieuwe inzichten op het vlak van duurzame betonherstelling. Een meer dan geslaagd seminarie, dus.

Deel dit artikel:
Onze partners