De productie van cement is op dit moment wereldwijd goed voor 8% van alle uitstoot van CO2. Daardoor staat de productie van Portlandcement onder zware druk. De labo-flash-calciner die VITO met de steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) in Mol bouwt, komt tegemoet aan de vraag van de bouwsector naar low-impact bouwmaterialen op basis van industriële reststromen.
Bij baggerwerken, grondoverschotten of grondsaneringen blijven soms zeer kleirijke reststromen achter. Deze reststromen zijn ideaal om te calcineren. Daarbij worden ze verhit tot een temperatuur tussen 600 en 1200°C. Wat dan uit de oven komt, is gecalcineerde klei. Deze klei kan tot 30% van de Portlandcement vervangen zonder dat deze sterkte verliest. Door dit proces worden reststromen opnieuw opgenomen in de productieketen en vermindert de CO2-uitstoot die gepaard gaat met het produceren van Portlandcement.
Met de labo-flash-calciner die deel uitmaakt van het onderzoekslabo duurzame materialen komt VITO tegemoet aan een dringende vraag van de cement- en bouwsector. Alle spelers in de waardeketen zullen immers toegang krijgen tot deze nieuwe infrastructuur voor gezamenlijk onderzoek, of onderzoek in het kader van een project. Zij kunnen niet alleen testen uitvoeren in deze flash-calciner, maar ze kunnen tegelijkertijd ook informatie inwinnen over hun reststromen. Ze kunnen de alternatieve cementen ook laten testen op mortel- en betonniveau.
De labo-flash-calciner wordt bovendien uitgerust met verschillende meetpunten waardoor procesparameters en emissies op elke plaats nauwkeurig kunnen opgevolgd worden. Op die manier kunnen ook toekomstige investeerders processen testen en bijsturen en de nodige gegevens verzamelen die kunnen gebruikt worden bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning. Bijzonder is dat deze pilootinfrastructuur niet alleen standaard emissiemetingen toelaat, maar ook uitgerust is met apparatuur om heel specifiek PFAS te bemonsteren.
De flash-calciner moet midden 2025 opgeleverd worden. Het Europese Regionale Investeringsfonds EFRO voorziet 283.200 euro subsidies. Het totale project wordt op 731.000 euro geschat.