Verbinding tussen een bakstenen gevel en een houten skelet

Bij een groot aantal houtskeletconstructies wordt de buitenbekleding, vaak om stedenbouwkundige redenen, opgetrokken uit metselwerk. Teneinde een duurzame verbinding tussen de buitenbekleding en de houten constructie te waarborgen, dient men echter bepaalde regels in acht te nemen. Dit WTCB-artikel heeft als oogmerk om een aantal aandachtspunten in verband met de uitvoering van de bevestigingssystemen aan te halen.

Wandopbouw

De eerste afbeelding illustreert een typeoplossing van een wand waarvan de buitenbekleding uit metselwerk bestaat. Het is aanbevolen om een geventileerde luchtspouw te voorzien. Deze ventilatie wordt tot stand gebracht door openingen aan de boven- en de onderzijde van de buitenbekleding (hetzij door open stootvoegen, hetzij door verluchtingsbakstenen). Teneinde een optimale ventilatie te kunnen garanderen, mag de spouw dus slechts gedeeltelijk gevuld zijn.

De bakstenen gevel moet op de stijlen van het skelet bevestigd worden. Indien de stijlen te smal zijn of indien het door de aanwezigheid van een bijkomende isolatie moeilijk is om de positie van de bevestigingen te bepalen, dan moet men op de stijlen van het skelet een structurele plaat aanbrengen om de uittrekkrachten van de bevestigingen op te vangen.


De volgende plaatmaterialen zijn geschikt om voor dergelijke toepassingen gebruikt te worden:

  • multiplexplaten conform de norm NBN EN 636, minstens van de klasse 3S (*) en met een dikte van ≥ 12 mm
  • OSB/3- of OSB/4-platen conform de norm NBN EN 300 en met een dikte van ≥ 15 mm
  • spaanplaten conform de norm NBN EN 312, minstens van het type P5 en met een dikte van ≥ 15 mm
  • LVL-platen (gelamineerd fineertimmerhout) conform de norm NBN EN 14374 of 14279, bestaande uit minstens vijf lagen (waarvan ten minste twee gekruiste) en met een dikte van ≥ 15 mm
  • MDF-platen (vezels) met hoge dichtheid conform de norm NBN EN 622-5, van het type MDF-HLS of MDF-H en met een dikte van ≥ 12 mm.

WTCB wil erop wijzen dat de wand steeds zo opgetrokken moet worden dat het hygrothermische gedrag ervan geen inwendige condensatie met zich meebrengt (zie de WTCB-Dossiers 2013/1.4).

Bovendien kan het om de aanzienlijke excentrische belastingen op te kunnen nemen (bv. hernemingsstuk van de latei van een buitenbekleding met een grote overspanning) noodzakelijk zijn om een omkasting met twee structurele platen (binnen- en buitenzijde) te ontwerpen. De puntbelastingen kunnen door middel van een winkelhaak of in de stijlen van het houten skelet verwerkte verankeringspunten opgenomen worden (zie afbeelding 2).

Het is noodzakelijk om aan de binnen- en buitenzijde structurele platen aan te brengen om te vermijden dat de stijlen afzonderlijk van elkaar belast zouden worden ten gevolge van de door de bakstenen gevel teweeggebrachte belastingen.


Lees dit artikel verder op de website van het WTCB

Bron: WTCB
Deel dit artikel:
Onze partners