Verlaagde plafonds en binnenklimaat

Het plenum boven het verlaagde plafond wordt vaak gebruikt om allerlei technieken in onder te brengen, zoals de ventilatie. Maar welk effect heeft het verlaagd plafond zelf op het binnenklimaat? Het WTCB licht dit toe in TV 232 “Verlaagde plafonds”.
Het plenum boven het verlaagde plafond wordt vaak gebruikt om allerlei technieken in onder te brengen, zoals de ventilatie. Maar welk effect heeft het verlaagd plafond zelf op het binnenklimaat? Het WTCB licht dit toe in TV 232 “Verlaagde plafonds”.

Eisen met betrekking tot de thermische isolatie

Het gebouw als geheel dient te voldoen aan een globaal isolatiepeil (K-peil) dat berekend wordt op basis van de individuele U-waarden van de bouwcomponenten. De gewestelijke regelgevingen in deze materies zullen de komende jaren nog sterk evolueren (zowel wat hun toepassingsgebied als de eigenlijke eisen betreft).  Desgewenst kan men de stand van zaken met betrekking tot de gewestelijke thermische reglementeringen raadplegen op de volgende websites :
Vlaams Gewest: www.energiesparen.be
Brussels Hoofdstedelijk Gewest: www.ibgebim.be
Waals Gewest: energie.wallonie.be.

In elk van de drie gewesten gelden eisen met betrekking tot de maximale U-waarde van de componenten die het beschermde volume omhullen. Voor daken of plafonds eist men in Vlaanderen momenteel een Umax-waarde van 0,27 W/mK.

Scheidingsconstructies die geen deel uitmaken van de gebouwschil en die geen afbakening vormen van het beschermde volume, zijn in principe niet onderworpen aan specifieke isolatie-eisen. In Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geldt er echter wel een eis van Umax  = 1 W/m2 K voor binnenwanden die de scheiding vormen tussen twee beschermde volumes (gemeenschappelijke muren tussen woningen of gemeenschappelijke muren, vloeren of plafonds tussen appartementen). In Vlaanderen is de eis Umax  = 1 W/m2 K enkel van toepassing op :
-    scheidingsconstructies tussen twee beschermde volumes op aangrenzende percelen
-    opake scheidingsconstructies (met uitzondering van deuren) binnen het beschermde volume of palend aan een bestaand beschermd volume, op hetzelfde perceel, gelegen tussen:
               -    aparte wooneenheden
               -    wooneenheden en gemeenschappelijke ruimten (bv. trappenhuis, inkomhal, gang)
               -    wooneenheden en ruimten met een niet-residentiële bestemming.

Bij de berekening van de U-waarde van tussengelegen vloeren wordt een warmteflux van onder naar boven beschouwd. Voor verlaagde plafonds onder tussengelegen vloeren wordt er in het kader van de regelgeving bovendien van uitgegaan dat de ruimten boven het verlaagde plafond deel uitmaken van het beschermde volume.



Toegankelijkheid van de thermische massa

Door de toepassing van verlaagde plafonds vermindert enigszins de thermische inertie van het gebouw. Dit kan een invloed hebben op:
-    het E-peil van het gebouw bij nieuwbouw (momenteel in het Vlaamse Gewest)
-    het gebruik van een intensieve nachtelijke ventilatiestrategie.

Berekening van het E-peil

De thermische massa van het gebouw wordt in rekening gebracht bij de bepaling van het E-peil van een gebouw via de ‘effectieve thermische capaciteit’. Deze capaciteit heeft een invloed op de benuttingsfactor die aangeeft welke fractie van de warmtewinsten (berekening van het energieverbruik voor verwarming) of warmteverliezen (berekening van het energieverbruik voor koeling) nuttig wordt aangewend.

De winsten en verliezen worden beter benut naarmate de thermische massa en de toegankelijkheid ervan verhogen. Dit brengt een vermindering van het energieverbruik teweeg, waardoor men een verschil van enkele punten kan verkrijgen tussen het berekende E-peil van een ‘licht’ gebouw (lage thermische massa) en een ‘zwaar’ gebouw (hoge thermische massa).

Intensieve nachtelijke ventilatie

 
In kantoorgebouwen is het niet altijd vanzelfsprekend om tijdens de zomermaanden een aangenaam binnenklimaat te waarborgen. Om het risico op oververhitting te beperken zonder gebruik te maken van actieve technieken (koudeproductie), kan men kiezen voor een intensieve nachtelijke ventilatie. Uit het PROBE-pilootproject is immers gebleken dat deze techniek zowel in nieuwe als in gerenoveerde gebouwen doeltreffend is.

Aangezien de buitentemperatuur 's nachts doorgaans lager ligt dan de binnentemperatuur, kan men deze techniek aanwenden om het gebouw te koelen. Intensieve nachtelijke ventilatie kan zowel op mechanische (de lucht komt binnen via het ventilatiesysteem) als op natuurlijke (de lucht komt binnen via specifieke intensieve-ventilatieroosters) wijze tot stand komen.

De doeltreffendheid van deze strategie werd reeds aangetoond in verschillende gebouwen. Toch moet men er steeds op toezien dat aan bepaalde voorwaarden voldaan wordt zoals:
-    de beperking van de interne winsten en de zonnewinsten
-    de toegankelijkheid van de thermische massa.

De toepassing van verlaagde plafonds vermindert de toegankelijkheid van de thermische massa, waardoor een intensieve nachtelijke ventilatiestrategie moeilijker haalbaar wordt.


Dit is een uittreksel uit Technische Voorlichting 232 “Verlaagde plafonds” van het WTCB. De volledige tekst kan u hier raadplegen.

Abonnee worden? Klik dan op deze link.
Deel dit artikel:
Onze partners