Vlak bij het centrum van Gent transformeerden BOGDAN & VAN BROECK een verlaten fabrieksterrein tot een bloeiende gemeenschap bestaande uit onder andere drie cohousinggroepen met 59 woningen, een wijkgezondheidscentrum, een circuit van collectieve binnen- en buitenruimtes en een atelier met zicht op het Bijgaardepark. Met grote inzet van het stadsontwikkelingsbedrijf sogent en de stad Gent zet Bijgaardehof in op duurzaamheid en dit zowel op stedenbouwkundig als op projectniveau. Een ambitieus, gemengd programma gericht op ontmoeting en interactie voor een van de grootste cohousingprojecten van Vlaanderen. Ook LAND, Ney & Partners, VK Architects & Engineers en Daidalos Peutz maken deel uit van het projectteam.
COLLECTIEF WONEN EN LEVEN IN DE STAD
Vanaf de start van dit project - met een wedstrijd georganiseerd door sogent in 2009 - was de herontwikkeling van dit verlaten fabrieksterrein voor BOGDAN & VAN BROECK een uitgelezen kans om haar ambities en visie op de ruimtelijke condities voor collectief wonen in de stad kracht bij te zetten. Meer specifiek beantwoordt Bijgaardehof aan een aantal belangrijke en voor het bureau noodzakelijke kwaliteitscriteria: stedelijke verdichting in de nabijheid van woonondersteunende diensten en openbaar vervoer; het recycleren, herwaarderen én vergroenen van een verwaarloosd brownfield langs de spoorwegen; het delen van functies om met een vergelijkbare kost een hogere leefkwaliteit te kunnen bieden; het combineren van stadsnatuur en stadslandbouw om naar een woonkwaliteit te streven die we – door de pandemie – ‘lockdown-compatibel’ wonen zijn gaan noemen.
De inzet en visie van sogent en de Stad Gent voor de herontwikkeling van deze verlaten fabriekssite was cruciaal. Ze besloten de grond niet zomaar te verkopen aan de hoogste bieder, maar in te zetten op een programma met een sociale dynamiek en een kwalitatief masterplan. Via Energent voorzagen ze subsidies voor het winnen van geothermische warmte en ze maakten de ontsluiting via het koopcentrum ten noorden van de site mogelijk.
EEN ‘WERELD OP ZICH’ MET EEN NETWERK VAN GEBOUWEN EN BUITENRUIMTES
Het uitgangspunt voor het ontwerp van Bijgaardehof werd gevormd door de driehoekige footprint van de industriële site. De perimeter van muren vormt een eenvoudig en sterk figuur die de grens bepaalt tussen ‘de wereld binnen de muur’ en die erbuiten. De kracht van deze figuur gaf de aanzet om iets van deze wereld en zijn typische ruimtelijkheid te behouden. De oude fabriek genereert omwille van haar positie in een bouwblok - met zicht op achterkanten en infrastructuur, maar ook op het park - een verrassende dynamiek binnenin dat bouwblok.
Door wat hoger te bouwen op een kleinere footprint, kon ruimte gemaakt worden voor meer vergroening tussen de gebouwen. Deze 'wereld op zich' kreeg een sterke eigenheid: niet introvert of gesloten, maar wel poreus, intern èn extern open en doorwaadbaar. Om echo's te behouden van de vroegere ruimtelijke kwaliteiten van de industriële site, was het logisch om niet te kiezen voor één groot multifunctioneel gebouw, maar voor een netwerk van buitenruimtes en gebouwen die dezelfde taal spreken. Dit netwerk van buitenruimtes vormt een vertakt systeem - grotendeels groen en deels ook mineraal - dat alle functies en gebouwen organiseert en ruimtelijk verbindt binnen een wisselende achtergrond van oude en nieuwe contouren.
ROEMRIJKE GESCHIEDENIS EN HOOGWAARDIGE GRAFFITIKUNST
De naam ‘Bijgaardehof’ stamt uit de middeleeuwen. In de schaduw van de machtige Sint-Baafsabdij lag toen een weelderig stuk natuur binnen de stadsmuren van het 16e-eeuwse Gent: De Bijgaard. Die was genoemd naar de bijen die er werden gehouden. In de 19e eeuw behoorden de fabrieksmuren binnen de driehoekige figuur tot een veel groter industrieel textielcomplex. Met de teloorgang van de Gentse textielindustrie in de jaren 1960 werden de gebouwen overgenomen door het metaalverwerkend bedrijf Malmar. Toen zij vertrokken in 1997, begon de zoektocht naar een nieuwe invulling.
Jaren van leegstand hadden ondertussen krakers aangetrokken en graffitikunstenaars hadden de muren verfraaid. Een dertigtal van deze werken waren van onverwacht hoog niveau. Het bleken kunstwerken te zijn van Roa: een anonieme, hedendaagse street-art kunstenaar die ondertussen internationale faam heeft verworven en werken maakt over de hele wereld. Met zijn tekeningen van dieren en karkassen viert hij de natuur, maar ook het verontrustende verdwijnen ervan. Van bij de eerste wedstrijdontwerpen streefde het architectenteam dan ook naar het behoud van een aantal van deze iconische kunstwerken. Dit leverde een bijkomend argument op om de voormalige gevels en binnenmuren van de fabriek - waar mogelijk - te behouden. Omdat het gebouw na de architectuurwedstrijd nog jaren in weer en wind leeg heeft gestaan, is maar een deel van de werken gered.
DE CO VAN COHOUSING
Het ontwerpen van een cohousingproject is voor BOGDAN & VAN BROECK per definitie een participatief proces, een vorm van co-creatie die veel verder gaat dan het traditionele ontwerpproces. Zo kon het architectenteam voor Bijgaardehof rekenen op vertegenwoordigers van elke woongroep als aanspreekpunt om na te denken en oplossingen te vinden voor verschillende vraagstukken zoals mobiliteit, duurzaamheid, gedeeld gebruik en meer. Bovendien nam BOGDAN & VAN BROECK het initiatief om met elke toekomstige co-houser de eigen woonwensen te bespreken. Het opzetten van deze overlegstructuur en het samenbrengen van verschillende woonwensen in een evenwichtig architecturaal geheel maakten deel uit van de ontwerpopgave. Dit heeft ervoor gezorgd dat Bijgaardehof niet enkel het onderwerp was van een architectuurontwerp, maar tegelijkertijd het ontwerp was van een participatief proces. De relatie tussen architect en opdrachtgever werd zo voor iedereen verrijkend en lonend.
“Ik ben zeer nieuwsgierig naar de manier waarop de ‘co’ van deze ‘housing’ zich in de toekomst verder zal ontwikkelen en hoe de bewoners en gebruikers zich de plek verder zullen toe-eigenen. Nu is het aan hen om Bijgaardehof letterlijk en figuurlijk te laten floreren”, aldus Oana Bogdan, founding & managing partner BOGDAN & VAN BROECK.
EEN ONTWERP TOEGESPITST OP ONTMOETING EN INTERACTIE
De visie op de sociale dynamiek in Bijgaardehof vertaalt zich onder meer in de organisatie van de gemeenschappelijke circulatie. Om in te zetten op interactie en ontmoeting ontwerpt BOGDAN & VAN BROECK de circulatie in de vorm van galerijen die aan de buitenkant van de gebouwen geplaatst zijn. Die galerijen worden verhoogde straten waar bewoners elkaar ontmoeten, kinderen spelen, planten groeien en nog veel meer. De wandelpromenade van de straat naar de eigen voordeur wordt uitgewerkt als een opeenvolging van kindvriendelijke ruimtes met verblijfskwaliteit.
De drie woongroepen (Wijgaard, De Spore en Biotope) beschikken ook elk over een gemeenschappelijke ruimte met een collectieve keuken, eetkamer, woonkamer, wasruimte, logeerkamer en een speel- en ontspanningsruimte. Daarnaast zijn er stilteruimtes, een wintertuin, een gemeenschappelijk atelier en is er zelfs een daktuin voor stadslandbouw. Biotope heeft zich ook geëngageerd voor de bouw van een inclusie-unit, die zal dienen als huisvesting voor vluchtelingen.
VOORBEELDIG IN DUURZAAM BOUWEN
De herontwikkeling van dit brownfield houdt niet alleen een heractivering in; de sanering en toevoer van propere grond voor de leeflaag van de tuin heeft de bodem letterlijk gezond gemaakt. Ook het behoud van de bestaande fabrieksmuren met de graffiti genereert een culturele waarde voor de buurt over generaties heen.
Naast de stedenbouwkundige duurzaamheid wordt ook ingezet op duurzame materialisatie: Bijgaardehof is een volledig gasloze site. De belangrijkste warmtebron is geothermie en woningen worden verwarmd met vloerverwarming op relatief lage temperaturen. Bovendien wordt er gebruik gemaakt van passieve koeling in de zomer. Alle bovenste daken zijn klaar voor het plaatsen van zonnepanelen. Ook kan er regenwater opgevangen en afgetapt worden ter hoogte van de gemeenschappelijke circulatie voordat het water de infiltratiebekkens bereikt. Het begieten van de (dak)tuinen zal dus op een planeetvriendelijke manier gebeuren.
Er werden ook circulaire processen toegepast: de bakstenen van de afgebroken fabrieksmuren werden gekuist (door de cohousers) en hergebruikt. Ook tegels van de oude fabriek kregen een tweede leven in één van de gemeenschappelijke keukens en één van de speelruimtes kreeg recuperatietegels.
EEN CIRCUIT VAN DUURZAME BINNEN- EN BUITENRUIMTES
Ook het landschapsontwerp zet verder in op duurzaamheid. De collectieve open ruimte tussen de gebouwen vormt een aaneenschakeling van rijk beplante buitenkamers met een divers karakter. Naast de verhoogde tuin van Biotope en de ruïnetuin van De Spore, worden alle buitenruimtes op de begane grond gedeeld door de woongroepen. De verschillende buitenkamers zijn voorzien van vergelijkbare beplanting en verharding zodat ze als een geheel worden ervaren. De centrale binnenplaats is een quasi vierkante ruimte van circa 900m² die is opengewerkt om licht en lucht aan het geheel te geven. De verborgen tuin is een stiltetuin die sporadisch gebruikt kan worden en waar rust de norm is. De natuur kan hier haar gang gaan en ontwikkelt zich tegen de oostelijke fabrieksmuur. Tegen de noordelijke fabrieksmuur blijft een deel van de staalconstructie behouden. Hetzelfde geldt voor de bestaande muren in de zuidwestelijke zone. Door de ligging bij het buurtpark en met het meest publieke programma van het Wijkgezondheidscentrum als buur, is deze plek de ideale locatie om de site open te stellen voor diverse activiteiten in interactie met de buurt.
DUURZAAM WONEN IN DE PRAKTIJK
Gezien de nabijheid van het stadscentrum en alle omliggende stedelijke voorzieningen, engageerden de toekomstige bewoners zich om minder parkeerplaatsen te voorzien dan de stad Gent voorschrijft. Het hele project omvat slechts 25 autoparkeerplaatsen. Daarom kregen de fietsenstallingen extra aandacht bij het ontwerp van de gebouwen. Om het gebruik en de toegankelijkheid te vergemakkelijken, heeft elk gebouw zijn eigen beveiligde en overdekte fietsenstalling. Auto's worden geparkeerd op twee bovengrondse verdiepingen die later kunnen worden herbestemd.
Duurzaamheid in de praktijk wordt niet alleen bereikt door een label of het toekennen van een energieprestatiecertificaat, maar vooral door de manier waarop de bewoners in de toekomst met deze potentieel duurzame instrumenten zullen omgaan. BOGDAN & VAN BROECK en alle leden van het ontwerpteam laten daarom graag de bewoners het roer overnemen.