Verzinken à la carte dankzij nieuw classificatiesysteem

‘Thermisch verzinken biedt zekerheid’, dat is de kernboodschap van de ZEKER ZINK-campagne die Zinkinfo Benelux lanceerde om de vele voordelen van het procedé kenbaar te maken. Om de dialoog tussen verzinkers, ontwerpers en eindklanten te faciliteren, introduceerde de brancheorganisatie meteen ook een nieuw classificatiesysteem, dat een onderscheid maakt tussen functioneel verzinken (klasse F) en esthetisch verzinken (klasse E). Algemeen directeur Bruno Dursin lichtte ons toe wat de campagne en het kersverse classificatiesysteem precies inhouden.

 

Vanwaar de keuze voor de naam ZEKER ZINK?

Bruno Dursin: Omdat uit een specifieke bevraging bij onze vier belangrijkste doelgroepen (architecten, ingenieurs, staalverwerkers en overheden) bleek dat zekerheid hét doorslaggevende argument is om voor discontinu thermisch verzinken te kiezen. Op zich niet zo verrassend, want in de bouw is dat gezien de steeds strakkere timing en hogere eisen een cruciale factor. Dat thermisch verzinken de duurzaamheid van staalconstructies garandeert door ze gedurende hun volledige levensduur te beschermen, is met andere woorden een zeer waardevolle troef. Er zijn genoeg voorbeelden van verzinkte staalconstructies die tientallen jaren na hun realisatie nog steeds in uitstekende staat zijn.

 

Zijn er nog andere factoren die de link tussen ‘zekerheid’ en thermisch verzinken verklaren?

In tegenstelling tot constructies met beschermende verfsystemen vergt verzinkt staal geen periodiek onderhoud. Een derde factor is de betrouwbaarheid van het systeem: je ziet onmiddellijk of elementen kwalitatief verzinkt zijn, dus what you see is what you get. Tot slot mogen we gerust benadrukken dat thermisch verzinken een bewezen technologie is. Het is een techniek die intussen al decennialang bestaat en die onze leden tot in de puntjes beheersen. Uiteraard is er ook in onze sector sprake van innovatie en vernieuwing, zij het steeds vanuit die performante basistechnologie. Kortom: thermisch verzinken biedt klanten niet alleen een kostbare levensduurgarantie, maar ook de garantie dat er geen nazorg nodig is en dat ze geen extra kosten hoeven te vrezen.

 

Heeft jullie bevraging ook werkpunten aan het licht gebracht?

Jazeker, want helaas blijkt het eindresultaat niet altijd te voldoen aan het hoge verwachtingspatroon van de eindklant, ondanks het feit dat de staalelementen in kwestie volledig conform de norm verzinkt zijn. Dat is te wijten aan het feit dat de ISO 1461-norm een technisch-functionele insteek heeft en dus geen bijkomende esthetische eisen stelt. Een hardnekkig vooroordeel dat daarmee samenhangt, is dat verzinkers industrieel opereren volgens het ‘one size fits all’-principe en dat ze niet in staat zijn om een extra inspanning te leveren. Dit alles brengt dat cruciale gevoel van zekerheid in het gedrang en zorgt voor de nodige frustraties, al valt de verzinkers op zich weinig te verwijten. Feit is dat de eindklant eigenlijk nooit rechtstreeks in contact komt met de verzinker, die op zijn beurt onvoldoende weet heeft van de noden en het verwachtingspatroon van de eindklant. Het is dus zaak om die dialoog op gang te brengen en duidelijk te maken dat onze verzinkers in plaats van een ‘plat du jour’ wel degelijk een ‘menu à la carte’ kunnen leveren.

 

"Esthetisch verzinken maakt komaf met enkele esthetische onvolkomenheden die kunnen ontstaan bij het functioneel verzinken"

 

Aan jullie om ervoor te zorgen dat verzinkers, ontwerpers en eindklanten dezelfde taal spreken. Hoe kan het nieuwe classificatiesysteem daarbij helpen?

Het maakt een helder onderscheid tussen functioneel en esthetisch verzinken, zodat ontwerpers en eindklanten voortaan beter dan ooit kunnen aangeven wat ze precies verwachten. Klasse F staat voor functioneel verzinken conform de ISO 1461-norm en de constructieve eisen in EN 14713-1 en 2 (checklist voor goed en veilig verzinken), terwijl klasse E een aantal esthetische extra’s omvat. Om het verschil tussen beide duidelijk te maken en misverstanden te vermijden, brengen we een handboek uit waarin de ISO 1461-norm samenvatten, een aantal technische termen illustreren en de methodes voor het bijwerken van onverzinkte plekken toelichten. Een mooi voorbeeld van een aspect dat in het verleden weleens voor beroering zorgde, is witroest: een witte schijn die een negatieve impact kan hebben op de uitstraling van het staal, maar die volgens de ISO 1461-norm geen belemmering vormt als het de dikte van de zinklaag niet aantast. Klanten of ontwerpers die witroest hoe dan ook willen uitsluiten, kiezen dus best voor esthetisch verzinken. Als ze er daarentegen geen graten in zien, kunnen ze ervan uitgaan dat de functionele en constructieve kwaliteiten van het staal gewaarborgd zijn.

 

Welk surplus biedt esthetisch verzinken?

Esthetisch verzinken maakt komaf met enkele esthetische onvolkomenheden die kunnen ontstaan bij het functioneel verzinken. Klasse E is opgevat als één pakket met vier verplichte maatregelen: de constructie wordt ontdaan van scherpe punten, zinkasresten en oneffenheden, het staal wordt droog opgeslagen (wat witroest tegengaat), onverzinkte plekken worden esthetisch behandeld en de zichtzijdes worden nabewerkt in functie van een gladder oppervlak. Belangrijk om weten is dat ontwerpers en klanten niet enkel keuze hebben tussen klasse F en klasse E. Ze kunnen immers bepaalde opties lichten, waardoor ze zeker kunnen zijn van een resultaat dat hun behoeften perfect invult. Functioneel verzinken met een van de vier basisvoorwaarden voor esthetisch verzinken is bijvoorbeeld perfect mogelijk. Andere mogelijkheden zijn onder meer verzinken volgens de Duitse richtlijnen (DASt 022), garantiecontrole door ZIB, rapportage van laagdiktemetingen, passivering, extra logistieke diensten (stockage, labeling, just in time-transport …), enzovoort.

 

Wat zijn volgens u de slaagkansen van het nieuwe classificatiesysteem?

Ik zie het zeer positief in. Ten eerste vertegenwoordigt Zinkinfo 90 % van alle thermische verzinkers in de Benelux. Dat maakt het draagvlak vanuit onze sector zeer groot, wat voor klanten een belangrijke geruststelling is. Ten tweede is het classificatiesysteem vooral bedoeld als tool voor het stimuleren van de dialoog tussen verzinker en (eind)klant – net wat de markt vraagt. Ten derde zal het de kennis van voorschrijvers en ontwerpers over de ISO 1461-norm voor thermisch verzinken aanzienlijk verbeteren.


 

Eiffeltoren

Een kleine denkoefening met betrekking tot de Eiffeltoren in Parijs illustreert perfect dat thermisch verzinken hoe dan ook de beste oplossing is voor staalstructuren die lang moeten meegaan, vertelt Bruno Dursin: “Aangezien de Eiffeltoren zich in een stedelijke omgeving bevindt, lijdt het beschermende verfsysteem sterk onder vogeluitwerpselen, CO2-uitstoot, uv-straling en blikseminslagen. Sinds hij gebouwd is (1887-1889), is de Eiffeltoren al negentien keer volledig herschilderd (circa 10.000 ton staal, totaal oppervlak: 250.000 m²). Elke zes à zeven jaar krijgt hij dus een volledige opknapbeurt. Wetende dat een volledige schilderbeurt 4 miljoen euro kost en dat de bouwkost van een nieuwe Eiffeltoren 28 miljoen euro zou bedragen, kunnen we concluderen dat men voor een periodieke onderhoudsbeurt 14 % van de totale bouwkost moet neertellen. Door de Eiffeltoren te verzinken, had men intussen dus al meer dan anderhalve Eiffeltoren kunnen uitsparen.”

 

Deel dit artikel:
Onze partners