Het College van burgemeester en schepenen verleent gunstig advies voor de sloop van de villa Rozenkrans aan de Koning Leopold III-laan in Kortrijk. Het leegstaande gebouw is door zijn complexe constructie niet geschikt voor herbestemming. Evenmin vindt het schepencollege het behoud van de villa met een nieuwbouwvleugel een goede oplossing. Aldus kan het gebouw plaats maken voor een kwalitatief en hedendaags appartementsgebouw van de hand van Goedefroo+Goedefroo architecten.
De villa Rozenkrans werd in 1947 gebouwd in opdracht van industrieel Baldewijn Steverlynck. Architect Luc Viérin uit Brugge ontwierp de zeer grote woning in neo-Vlaamse-renaissancestijl. De niet als monument beschermde villa staat al enkele jaren leeg. Onroerend Erfgoed zou het gebouw graag behouden zien, maar dat blijkt geen optie. Het gebouw is immers veel te groot om heden ten dage nog als eengezinswoning dienst te doen. Door het complexe constructieve skelet en de diverse niveauverschillen is het bestaande gebouw ook volledig ongeschikt om te worden verbouwd tot en/of geïntegreerd in een wooncomplex.
Schepen van stedenbouw Wout Maddens: “De stad heeft nauw toegezien op de architecturale kwaliteit van het nieuwbouwproject. Via diverse besprekingen werden de plannen stelselmatig verfijnd. Het architectenbureau Goedefroo is tot een knap eindontwerp gekomen dat van het schepencollege nu een gunstig advies heeft gekregen. Het dossier moet thans nog geadviseerd worden door de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar. Als ook daar groen licht gegeven wordt, kan het schepencollege binnenkort de bouwvergunning afleveren. ”
Architecten vader en zoon: de ‘Viérins’Architect Luc Viérin (1903-1979), ontwerper van villa Rozenkrans, werd geboren in Kortrijk maar was tijdens zijn loopbaan vooral actief in de streek van Brugge waar hij diverse kerken, villa’s en huizen ontwierp. Zijn belangrijkste werk in Kortrijk betreft bij de restauratie van het stadhuis dat in 1939 als monument beschermd werd. Zijn restauratieplannen daarvoor werden in 1954 goedgekeurd en de restauratiewerken zelf werden vanaf 1959 uitgevoerd door aannemer Vandekerckhove uit Ingelmunster.
Architect Joseph Viérin (1872-1949), de vader van Luc, werd geboren in Kortrijk en startte er zijn carrière. Rond 1900 maakte hij samen met o.a. Jozef De Coene deel uit van de Kortrijkse Kunstgilde, een kring die vernieuwing wilde brengen in de wooncultuur. Rond 1908 vestigde hij zich in Brugge. Hij had een belangrijke rol in de wederopbouw na de Eerste wereldoorlog, vooral in de Westhoek. Maar ook in Kortrijk ontplooide hij nog heel wat activiteiten. Hij ontwierp hier een aantal villa’s en ook het ontwerp van de Groeningepoort is van zijn hand. Joseph Viérin was schepen van openbare werken in Brugge van 1921 tot 1938 en stimuleerde er het restauratiebeleid. Vanaf de jaren 1930 werkte hij voor de meeste projecten samen met zijn zoon Luc. De ‘Viérins’ legden zich naast restauratiewerken vooral toe op villabouw.