In Hartetroef – de door De Smet Vermeulen Architecten & B-Juxta herbestemde Heilig Hartkerk in Gent – heeft het Vlaams Architectuurinstituut (VAi) haar Architectuurboek Vlaanderen N°16 voorgesteld aan pers en genodigden. Ondertitel van het boek is ‘Antwoorden in verantwoordelijkheid’. In het licht van de huidige maatschappelijke en ecologische uitdagingen is het immers duidelijk dat architectuur niet langer enkel een esthetische of functionele discipline is, maar steeds meer een rol speelt in het vormgeven van een duurzamere, inclusievere toekomst. Het nieuwste Architectuurboek Vlaanderen, met zijn 22 inspirerende projecten, 11 kritische essays en 6 eigenzinnige fotoreeksen, toont aan dat zorgzaamheid, verantwoordelijkheid en samenwerking de kernwaarden zijn van hedendaagse architectuur.
Aan de publicatie ging een call for projects vooraf. Gelanceerd in juni 2023, legde die de focus op architecturale antwoorden die kritisch omgaan met urgente thema’s zoals sociale inclusie en de milieukwesties van vandaag. De redactie zocht expliciet naar projecten die niet alleen voldoen aan regelgeving en economische beperkingen, maar die ook proactief omgaan met ecologische uitdagingen, zoals het verminderen van bouwafval en het ondersteunen van biodiversiteit. Uit de meer dan 300 inzendingen werden zo’n 100 projecten geselecteerd die het redactieteam op locatie heeft bezocht en nauwgezet heeft geëvalueerd. Daaruit selecteerde de redactieraad 22 projecten die 'antwoorden in verantwoordelijkheid', ze werden aangevuld met projecten die verschijnen in de elf essays.
"Als er boeken zijn die de architectuur vormgeven, dan hoort het Architectuurboek Vlaanderen zeker tot deze categorie. Al 30 jaar zet deze reeks de standaard voor architecturale kwaliteit in Vlaanderen en Brussel."
Een van de meest opvallende trends die naar voren komt is een gemeenschappelijke houding van zorgzaamheid. Het gaat dan zowel over de zorg voor bestaande gebouwen, het milieu, als voor de gebruikers van vandaag en morgen. “De term ‘caring architecture’, ontwikkeld door feministische denkers in de jaren 1990, beschrijft architectuur die verantwoordelijkheid neemt voor de planeet. Deze benadering lijkt vandaag relevanter dan ooit”, aldus Sofie De Caigny en Dennis Pohl, de hoofdredacteurs van het boek.
In deze context komen ‘schaduwklanten’ in het vizier – belanghebbenden die niet direct betrokken zijn bij de besluitvorming, maar die wel de gevolgen van architecturale beslissingen ervaren. Dit benadrukt de bredere ethische verantwoordelijkheid van architecten om verder te kijken dan de directe opdrachtgevers en ook rekening te houden met gemeenschappen, omwonenden en zelfs niet-menselijke organismen.
"De term ‘caring architecture’, ontwikkeld door feministische denkers in de jaren 1990, beschrijft architectuur die verantwoordelijkheid neemt voor de planeet. Deze benadering lijkt vandaag relevanter dan ooit."
Architectuur is nooit het werk van één persoon, maar altijd een collectief proces. Zowel binnen de ontwerpteams als in de dialoog met opdrachtgevers, ambtenaren, vaklieden en toekomstige gebruikers speelt samenwerking een cruciale rol. Dit besef dat architectuur altijd een collaboratief project is, krijgt in deze publicatie bijzondere aandacht. De geselecteerde projecten tonen hoe architecten vaak verschillende rollen aannemen – van regisseur tot activist, van productontwikkelaar tot bruggenbouwer.
Veel van deze projecten zijn gestart door publieke of private opdrachtgevers die het anders willen doen. Zij durfden buiten de traditionele kaders te denken en kiezen voor een meer inclusieve en duurzame benadering. Vaak worden zij hierin ondersteund door vooruitstrevende ambtenaren of gemeentelijke ontwikkelingsbedrijven. Deze opdrachtgevers omarmen een bredere visie op wat architectuur kan betekenen, niet alleen voor de fysieke ruimte, maar ook voor het sociale weefsel en de ecologische impact.
In haar essay bespreekt stedenbouwkundige Els Nulens de rol van goed opdrachtgeverschap. De herbestemde Sint-Corneliuskerk en ontmoetingscentrum in Aalbeke (urbain architectencollectief), de Deelfabriek in de voormalige brandweerkazerne van Kortrijk (ATAMA), het woonproject voor voormalig thuislozen Gemeenschapshuis Anapneusis in Schoten (Bruno Spaas Architectuur) en het kantoorgebouw met publieke sokkel M127 in Berchem (ono architectuur en Universal Design Studio i.s.m. kunstenaar Philip Aguirre y Otegui en tuinarchitect Ludovic Devriendt). Het zijn voorbeelden van hoe participatie niet als trend of als een verplicht nummer wordt ingezet, maar als een oprechte en effectieve samenwerking. Nulens: “Architectuur is mensenwerk, waarachter complexe processen schuilgaan met boeiende en vaak verwikkelde samenwerkingen.”
De gepubliceerde projecten reflecteren de uitdagingen van de hedendaagse architectuur, waaronder de noodzaak om ruimte efficiënter te benutten door verdichting en meervoudig gebruik. Deze urgentie wordt nog versterkt door de schaarste aan bouwmaterialen en de stijgende kosten, mede veroorzaakt door internationale conflicten, die in deze lichting uitermate voelbaar waren.
Ook de hybride vormen van wonen en werken die zijn ontstaan door de pandemie, vragen om nieuwe oplossingen in de architectuur. De bevolkingstoename in Vlaanderen en Brussel, gecombineerd met de noodzaak om open ruimte te behouden, maakt dat ontwerpers nu meer dan ooit worden aangesproken om innovatieve, duurzame oplossingen te bieden. Circulair bouwen, het terugdringen van verharding en het werken met energie-efficiënte materialen zijn slechts enkele van de uitdagingen die architecten moeten aangaan.
“De rol van de architect verschuift naar die van een redacteur, die werkt met bestaande materialen en condities en daarin nieuwe oplossingen vindt”, zegt architect en onderzoeker Carlo Menon in zijn essay. Architecten moeten volgens hem in staat zijn om valse dilemma’s te overstijgen, zoals de schijnbare tegenstelling tussen betaalbaar wonen en het behoud van open ruimte, of tussen het waarderen van erfgoed en het creëren van klimaatrobuuste gebouwen. Dit vraagt om sociale en intellectuele lenigheid en vaak om een multidisciplinaire benadering. Menon: “Redacteurschap betekent accepteren dat op het eindresultaat niet jouw naam in hoofdletters zal staan, aangezien het resultaat afhankelijk is van vele omstandigheden die je als architect niet probeert om te buigen naar je eigen idioom.”
Menon verwijst onder meer naar de serres in de Plantentuin van Meise (NU architectuuratelier i.s.m. Archipelago) en de Cordonnierfabriek in Wetteren (De Smet Vermeulen architecten). In beide projecten redigeerden de architecten de bestaande toestand en voegden ze zo weinig mogelijk toe. Het resultaat zijn gebouwen en ruimtes die omwille van hun continuïteit gedragen worden door hun omgeving en gebruikers.
Het Architectuurboek Vlaanderen N°16 ijvert voor meer betrokkenheid van verschillende stemmen uit onze samenleving in het ontwerpproces. Het kijkt ook naar hoe het is gesteld met de gendergelijkheid, diversiteit en de economische positie van het beroep. Ingenieur-architect en oprichter van PAF (platform voor architectuur & feminisme) Evelien Pieters stelt vast dat er nog heel wat werk aan de winkel is: “Meer vrouwen dan mannen verlaten het ontwerpvak. Mensen met migratieroots zijn ondervertegenwoordigd.” In haar essay pleit ze voor meer bewustwording, een gelijkere representatie, meer ruimte voor diverse stemmen, een verbetering van de verloning, veranderingen in de opleiding en de werkcultuur.
"De genderverdeling onder stagiair-architecten is ongeveer 50/50. Maar in de leeftijdscategorieën van 40 tot 49 jaar zakt het percentage vrouwen verder tot 34%, en van 50 tot 59 jaar tot 24%. Nog steeds vertrekken dus heel wat meer vrouwen dan mannen uit de ontwerppraktijk. Dat fenomeen staat bekend als de leaky pipeline, wat verwijst naar de structurele mechanismen die vrouwen – vaak ongemerkt – uit de ontwerppraktijk drukken."
Wat die verloning betreft, is de positie van vooral jonge architecten bijzonder precair volgens architect-onderzoeker-kunstenaar Vjera Sleutel. Als jonge architect die net haar stage heeft afgerond, kaart ze de lage verloning en lange werkdagen van beginnende architecten aan. Sleutel: “De vaste lonen van startende architecten liggen vaak lager dan het wettelijk gewaarborgd inkomen van 1.954,99 euro bruto per maand. Jonge architecten werken daarom lange dagen om voldoende te kunnen factureren op het einde van de maand.”
Het slotessay, geschreven door Hülya Ertas, onderzoekt de politieke betekenis van architectuur in onze hedendaagse maatschappij. Ze roept op tot moed om radicaal te kiezen voor zorg, generositeit en schoonheid in het architecturale ontwerp. Ertas: “De rol van architectuur gaat verder dan het creëren van fysieke ruimtes; het is een middel om de grote maatschappelijke uitdagingen van deze tijd aan te pakken, van klimaatverandering tot sociale rechtvaardigheid.” Architectuur kan vandaag een krachtig signaal van hoop zijn. Dit boek toont dat een herdefiniëring van waarden mogelijk is, en dat architecten een cruciale rol spelen in het realiseren van deze verandering, niet alleen voor de huidige generatie, maar ook voor toekomstige bewoners van onze planeet.
Meer dan driehonderd projecten werden na de oproep ingezonden. De redactieraad bestudeerde en besprak ze allemaal zorgvuldig. Op basis van de ingezonden plannen, foto’s en teksten werden ongeveer honderd projecten geselecteerd die een bezoek kregen van minstens twee redactieleden, een groot aantal kreeg de hele redactieraad over de vloer. Tijdens dit intensieve proces vormde zich een gelaagd en omvattend beeld van de projecten. Elk bezoek leverde niet alleen noodzakelijke kennis op van het desbetreffende project, het droeg ook bij tot het selectiekader dat de redactieraad iteratief opbouwde.
Aansluitend nodigde de redactie zes fotografen uit om met een antropologische blik in beeld te brengen hoe het leven zich in de hier besproken gebouwen voltrekt. Daarmee breekt het Vlaams Architectuurinstituut rechtstreeks in op de controle van architecten over de beeldvorming van hun projecten. Om het contrast te vergroten is de door hun geïnitieerde fotografie in de meeste gevallen afgedrukt in zwart wit. Met originele fotografie van Kimberley Dhollander (Evenbeeld), Farah Fervel, Delphine Mathy, Nick Moons, Illias Teirlinck en Laura Vleugels.
Met projecten van &bogdan, aNNo, ATAMA, Atelier Kempe Thill, Baro Architectuur, Bovenbouw Architectuur, Bruno Spaas Architectuur, Callebaut Architecten, Caruso St John Architects, De Gouden Liniaal Architecten, De Smet Vermeulen architecten, Dierendonckblancke architecten, DDS+, ectv architecten Els Claessens Tania Vandenbussche, Havana architectuur, Karuur Architecten, Ludovic Devriendt, MADE architects, Mattias Deboutte, murmuur architecten, OFFICE Kersten Geers David Van Severen, ono architectuur, Ouest Architecture, Philip Aguirre y Otegui, Raamwerk, Robbrecht en Daem architecten, Rotor, SumProject, Universal Design Studio, URA Yves Malysse Kiki Verbeeck, urbain architectencollectief en Zinneke.
Architectuurboek Vlaanderen N°16 - Antwoorden in verantwoordelijkheid is vanaf 8 november 2024 beschikbaar op vai.be/publicaties en bij de betere boekhandels voor € 34,50. Architectura mag 10 exemplaren weggeven. Stuur een e-mail naar info@architectura.be met als onderwerp ‘Wedstrijd Architectuurboek Vlaanderen N°16’, en maak kans om een van de tien gelukkigen te zijn!