VOOR DE GOEDE ORDE. De gesloten oproep van de Vlaamse Bouwmeester (Philip Adam)

De Orde van Architecten krijgt regelmatig meldingen van architecten over de genadeloze concurrentiestrijd bij overheidsopdrachten en architectuurwedstrijden. De “race to the bottom” is ondertussen genoegzaam bekend. Abnormaal lage prijzen zijn schering en inslag geworden; stagiairs worden massaal ingeschakeld in een poging om de kosten zo laag mogelijk te houden.

De vernieuwde Open Oproep

Er werd dan ook met belangstelling uitgekeken naar de vernieuwde Open Oproep, de procedure waarmee de Vlaamse Bouwmeester al meer dan twintig jaar ontwerpers zoekt voor publieke opdrachtgevers. Tegen 14 november 2024 kunnen architecten zich opnieuw kandidaat stellen voor de vernieuwde Open Oproep 48. Met de vernieuwde procedure wil de Vlaamse Bouwmeester blijven inzetten op architectuurkwaliteit door zowel jonge architecten als grote kantoren de kans te geven om een overheidsopdracht te realiseren. De drempel wordt daarbij zo laag mogelijk gehouden.

Volgens de open brief van de Vlaamse Bouwmeester bij deze vernieuwde Open Oproep blijft men zweren bij het principe om eerst via een afzonderlijk traject een ontwerpteam aan te stellen. Het ontwerpteam wordt gekozen op basis van een ontwerpvisie, niet op basis van uitgewerkte plannen.

Deze procedure klinkt natuurlijk als muziek in de oren van architecten die willen meedoen aan aanbestedingen voor overheidsopdrachten en/of architectuurwedstrijden. Men kan immers deelnemen met een minimum aan kosten; als men bij de geselecteerde ontwerpers verkozen wordt, dan krijgt men bovendien een biedvergoeding.

Realistisch?

De doelstelling van deze procedure is uiteraard om de beste ontwerper in huis te halen. De vraag is echter of de visie van de Vlaamse Bouwmeester nog realistisch is en beantwoordt aan de verwachtingen van de opdrachtgevers.

In de eerste plaats zal de publieke opdrachtgever bereid moeten zijn om enkel op basis van een ontwerpvisie in zee te gaan met een ontwerper. Publieke opdrachtgevers zijn echter meestal nauwelijks in staat om op basis van een ontwerpvisie een oordeel te vellen over de ontwerpkwaliteiten van een architect. Het is dan ook de vraag of publieke opdrachtgevers het risico zullen willen nemen om voor een ontwerper te kiezen zonder dat ze meer “tastbare” argumenten hebben (in het bijzonder wat betreft het budget).

De Open Oproep-procedure moet bovendien opboksen tegen het steeds populairder wordende Design&Build. In het geval van het VRT-gebouw werd zelfs een vergevorderde Open Oproep-procedure afgebroken en vervangen door een Design&Build procedure wegens een aanzienlijke overschrijding van het budget. Volgens de Brusselse Bouwmeester waren de offertes van de aannemers in het Brussels Gewest te hoog. De aannemers daarentegen reageerden bij monde van Embuild Vlaanderen en stelden dat een Design&Build procedure de budgettaire grenzen en een kwaliteitsvolle uitvoering beter bewaakt. Feit is dat een Open Oproep-procedure geen enkele contractuele zekerheid geeft over het respecteren van het voorziene budget.

In de toelichting bij de nieuwe Open Oproep-procedure wordt nu expliciet gevraagd dat de offerte de manier moet omvatten waarop de investering van de opdrachtgever zal “geoptimaliseerd” worden. De opdrachtgever zal echter pas bij het ontvangen van de offertes te weten komen of het voorziene budget wordt gerespecteerd. Er blijft een substantieel risico op een overschrijding van het budget of op aanzienlijk tijdverlies wanneer men het ontwerp naderhand moet aanpassen.

De Open Oproep-procedure kan ook geen enkele contractuele zekerheid geven op de vraag van opdrachtgevers die de onderhouds- en exploitatiekost van een gebouw willen begroten. Volgens de toelichting bij de nieuwe Open Oproep-procedure zal in de ontwerpvisie wel de te verwachten kosten voor het onderhoud, de uitbating, de technische uitrustingen, de energiekosten,... tot en met de ontmanteling van het gebouw worden beoordeeld. Maar ook hier zal de opdrachtgever pas bij de ingebruikname effectief weten wat deze kosten zullen zijn.

Daarnaast biedt de Open Oproep-procedure geen antwoord op projecten waarbij private financiering wordt gebruikt om een project gerealiseerd te krijgen. En of men het nu graag heeft of niet, een private investeerder is geen liefdadigheidsinstelling en zal van in het begin willen betrokken worden bij het concept.

Homo universalis

Tot slot moet men vaststellen dat er de laatste jaren een tendens is om alle partijen in het bouwproces (inclusief de aannemers) zo vlug mogelijk rond de tafel te zetten om de expertise van alle partijen maximaal te kunnen benutten voor een bouwproject. In de vernieuwde Open Oproep-procedure worden enkel de architecten (en de studiebureau’s) in het ontwerp betrokken. Wil de Vlaamse Bouwmeester hiermee een statement maken en beweren dat de expertise van de aannemers minder belangrijk is? Is de architect de homo universalis, die alles best weet? “Wie zich verheft, zal vernederd worden”…

Driehoek opdrachtgever-architect-aannemer ?

De nieuwe Open Oproep-procedure van de Vlaamse Bouwmeester is een gesloten visie die nog volledig aansluit bij de totaal verouderde architectenwet van 1939. We zouden echter als architecten toch moeten gaan beseffen dat een dienst aanbieden die niet beantwoordt aan hetgeen de opdrachtgevers wensen, gedoemd is om te verdwijnen. In de jaren 70 van de vorige eeuw werd het fenomeen sleutel-op-de-deur ook door de architecten weggelachen. Momenteel worden echter ca. 70% van de nieuwbouwwoningen gebouwd door sleutel-op-de-deur firma’s en promotoren. De traditionele driehoek opdrachtgever-architect-aannemer is dus al grotendeels verdwenen in de particuliere sector; hetzelfde fenomeen is nu aan het gebeuren in de publieke sector.

De vernieuwde Open Oproep van de Vlaamse Bouwmeester zal waarschijnlijk veel steun vinden bij de Orde van Architecten (en ook bij de beroepsverenigingen). De Orde van architecten orakelt al meer dan 50 jaar dat de traditionele driehoek met een onafhankelijk architect de beste garantie is voor de opdrachtgever. Nochtans kiest de private én de publieke opdrachtgever meer en meer voor een andere weg.  Architecturale kwaliteit is één zaak, de andere belangen van de opdrachtgever mogen daarvoor niet genegeerd worden. Design&Build en PPS procedures zullen dus steeds populairder worden. Het wordt dus hoog tijd dat de Orde van architecten een nieuwe visie ontwikkelt die aansluit bij de hedendaagse verwachtingen van de opdrachtgevers.

Nostalgie

Beste Vlaams Bouwmeester, zorg dus eens voor een nieuwe procedure Open Oproep-bis waarbij de opdrachtgever garanties krijgt voor het ontwerp, maar ook voor budget, termijnen, onderhoud, uitbating, financiering,...  In plaats van weg te dromen in een nostalgische procedure uit de vorige eeuw, kan u er als Vlaams Bouwmeester ongetwijfeld voor zorgen dat ook bij een Design&Build of PPS-procedure de architecturale kwaliteit gegarandeerd wordt.

 

Philip Adam is architect en lid van de Nationale Raad van de Orde van Architecten. Hij schreef deze column in eigen naam.

Deel dit artikel:
Onze partners