Voormalige houthandel omgevormd tot energievriendelijk cultureel centrum

In Diest vormde architect Achille Vandormael een voormalige houthandel om tot het energievriendelijk cultureel centrum Den Amer. Het bestaande stalen skelet werd behouden en opgevuld met Hebel cellenbetonplaten. Ook het dak werd uit hetzelfde materiaal opgetrokken. De architect slaagde erin dankzij het gericht gebruik van Xella-materialen het uiterst krappe bouwbudget te respecteren.
In Diest vormde architect Achille Vandormael een voormalige houthandel succesvol om tot het energievriendelijk cultureel centrum Den Amer. Het bestaande stalen skelet werd behouden en opgevuld met Hebel cellenbetonplaten. Ook het dak werd uit hetzelfde materiaal opgetrokken. Een ideale keuze om koudebruggen te vermijden en alzo EPB-aanvaarde bouwknopen te verkrijgen.




In december 2009 gaf het Diestse college van burgemeester en schepenen groen licht voor de realisatie van een multifunctionele evenementenhal. Opmerkelijk is het hergebruik van het staalskelet van de vroegere overkappingen voor houtopslag van houthandel Betim die hier voordien gevestigd was. Architect Achille Vandormael slaagde erin dankzij de recyclage van het staalskelet en het gericht gebruik van Xella-materialen het uiterst krappe bouwbudget te respecteren.




Architecturale metamorfose

De Stad Diest had de voormalige houthandel gekocht met een bebouwde oppervlakte van ongeveer 3.000 m² en omliggende terreinen. Er werd een ideeënwedstrijd uitgeschreven met als opdracht ‘het verbouwen van een houthandel tot evenementenhal en fuifzaal. Als stad mag en moest Diest een Cultureel Centrum hebben, waaraan het tot dan ontbrak. Er was wel een alternatief ondergebracht in het Diestse Begijnhof, maar de voorkeur ging toch naar een volwaardig cultureel centrum. Architect Achille Vandormael, sinds 1979 in Diest gevestigd, zag het project als een levenswerk en wou het absoluut realiseren.

De budgettaire druk op het project was zeer groot en verplichtte tot bijsturen. Zo werden de kelderverdieping geschrapt, evenals een bijkomende hoger gelegen zaal en een balkon op het dak. Het uiteindelijke budget voor de ruwbouw bedroeg amper 2,5 miljoen euro; het totaalbudget 3,5 miljoen euro.




Van houthandel tot veelzijdige evenementenlocatie

Door het hergebruik van de oude staalstructuur konden we meteen ook de funderingen recupereren en zo flink besparen op de ruwbouwkost”, geeft architect Achille Vandormael aan. Het bestaande staalskelet bestaat uit volle plaatspanten. Er zijn zeven spanten van elk 5 meter, waardoor een vierkant van 35 x 35 m beschikbaar stond. Architect Achille Vandormael bewaarde de structuur en deelde ze opnieuw in voor het inbrengen van de verschillende functies. Centraal tekende hij de grote zaal, een vierkant van 25 x 25 meter en 8 meter hoog. Ze is uitgerust met een uitschuifbare tribune, goed voor zowat 460 zitplaatsen. Het podium is 25 meter breed en 15 meter diep. Het venster op het podium is net zo breed als de telescopische tribune. Er is een theaterbrug voor de belichtingstechniek opgehangen aan de oude staalstructuur.




De architect koos ervoor het geheel in te sluiten in een zo dik mogelijke schelp uit cellenbeton. Voor het dak viel de keuze op 24 cm dikke Hebel-platen, die hij bijkomend isoleerde. Een belangrijk voordeel van de Hebel-dakplaten is de beperkte belasting van het gerecupereerde staalskelet, en de uitstekende isolatiewaarde, waardoor slechts beperkt bijkomende isolatie nodig is. De wanden zijn opgebouwd uit 30 cm dikke platen, 4 cm rotswolisolatie en bardage staalplaat als gevelafwerking.

Architect Achille Vandormael pleegde overleg met de partners voor elektriciteitswerken en HVAC en kwam tot het besluit dat geen verwarming nodig was in de grote zaal. “Met een capaciteit van meer dan 460 zitplaatsen tot 1500 staanplaatsen zorgt het publiek zelf voor heel wat opwarming,” licht hij toe. In alle ruimten rondom de grote zaal wordt gebruik gemaakt van betonkernactivering.




Doordacht grondplan

De grote zaal wordt voorafgegaan door een foyer, waarin tevens een administratief blok is ingebracht. Dat laatste is bekleed met gekleurd ROCKPANEL, een geperst product dat weerhouden werd omdat het zich bij eventueel vandalisme gemakkelijk laat vervangen zonder dat kleurverschillen tussen oude en nieuwe panelen zichtbaar worden.

Aan beide zijden van de grote zaal is een bar ingericht  van 5 meter breed als gevolg van het bestaande staalskelet. Door deze intekening in het grondplan ontstaat niet alleen een vlotte circulatie voor het publiek in en uit de zaal, maar vormt zich tevens een natuurlijke akoestische buffer naar de omgeving van het Cultureel Centrum, terwijl ook de thermische isolatie er wel bij vaart.




Achter de grote zaal liggen de kleedkamers en ‘backstage’-infrastructuur, wat alweer een bufferzone laat ontstaan ten opzichte van het daarachter gelegen Jongeren Ontmoetingscentrum (JOC), dat ontstond waar zich voordien de buitenopslag van de houthandel bevond. De zaal is 35 meter breed en heeft een vloeroppervlak van 450 m². Een boven de toog ingezet balkon laat de totale benutbare oppervlakte uitstijgen tot boven de 500 m².

De zaal van het JOC is direct van buitenaf toegankelijk via een in ’t oog springende ronde gevel. Deze is opgetrokken in Ytong-blokken. De architect bracht een patroon in de gevel met repeterende Ytong en glasvlakken. Omwille van de budgettaire beperkingen opteerde de architect voor een functionele en sobere inrichting met overal zichtbare materialen.






Bron: Konstruktief (Xella)
Deel dit artikel:
Met medewerking van
Onze partners