Goede architectuur maakt uit de specifieke context, uit alle randvoorwaarden en uit verschillende externe invloeden een synthese om zo tot een uniek concept en ontwerp te komen. Op dat vlak is de architect een globalist die de gave bezit om complexe opdrachten vorm te geven en ruimtes te creëren die rechtstreeks het welzijn van de mensen beïnvloeden in hun dagelijkse woon- en werkomgeving. Nochtans staat ons vak serieus onder druk.
Elk jaar komen er meer en meer regels bij die de creativiteit en vrijheid van de architect steeds verder dreigen te beknotten. Regels die goed bedoeld zijn maar omgezet in de praktijk, leiden tot een steeds ingewikkeldere administratieve puzzel waarbij de controle en verantwoordelijkheid telkens opnieuw bij de architect gelegd wordt.
Een andere hinderpaal zijn de steeds langer aanslepende procedures voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning. Lokale besturen weigeren nog langer vergunningen uit te reiken vanuit een soms op eigen houtje lokaal opgelegde bouwstop die eerder ingegeven werd vanuit politiek opportunisme dan uit een weloverwogen beslissing.
De steeds toenemende maatschappelijke verzuring eist ook zijn tol: vaak worden projecten jarenlang tegengewerkt door soms slechts één ontevreden buur ondanks verwoede pogingen vanuit de architect om individueel belang met algemeen belang te verzoenen. Projecten zoals het nieuwe stadion van voetbalclub Club Brugge komen in het nieuws, maar voor ons is het helaas dagelijkse kost. Dit terwijl we zeer dringend moeten investeren in de toekomst via het bouwen van nieuwe energieneutrale woningen en werkplekken voor de volgende generaties om een antwoord te kunnen bieden aan het woningtekort en de klimaatdoelstellingen.
Deze urgentie maakt dat stedenbouw en architectuur dringend terug op de voorgrond moeten komen. We moeten investeren in een sterke visie en goede architectuur. Bottom-up stads- en projectplanning die gesteund worden door een overheid met een duidelijke visie die mee durft te investeren en bouwen aan de toekomst. Momenteel ervaren we als individuele architecten dat we meer en meer tegen een muur van tegenstand aanlopen.
Hierbij willen we een warme oproep doen om ons nog veel sterker als architecten te verenigen. Nog meer samen aan dezelfde kar trekken, elkaar steunen door kennisoverdracht en ook openlijk onze rechten opeisen. Dit alles met als doel de architect te ontlasten zodat we ons weer kunnen focussen op de essentie van architectuur en stedenbouw.
Ik ben ook hoopvol als ik zie dat steeds meer architecten samenwerken, zowel in mijn eigen team als bureaus onderling. Dat is een positieve evolutie die ik doorheen mijn carrière mocht ervaren. Mijn droom is dat ons architectenteam, waaronder mijn zoon Pieterjan en binnenkort ook mijn dochter Amber, nog lang het mooiste beroep van de wereld met dezelfde passie kan blijven uitoefenen.
Reginald Schellen is architect en stedenbouwkundige en oprichter van het architectenbureau Schellen Architecten.