VRIJE TRIBUNE. Kurt Van Merode: 'Naar een echte bescherming van het architectenberoep'

De erelonen in onze sector zijn te laag in het verhouding tot de gepresteerde uren. Moeten we meer op onze strepen staan bij opdrachtgevers? Volgens architect Kurt Van Merode zal dit niet volstaan. “Het wordt tijd dat architecten daadwerkelijk door de overheid beschermd worden omwille van de publieke rol die ze opnemen”, zo schrijft hij in een reactie op de open brief van Paulien Gekiere.

Om de zoveel tijd verschijnt er wel ergens de zoveelste klaagzang over de erbarmelijke erelonen van de architect. Vroeger gebeurde dat met lezersbrieven. Tegenwoordig op de sociale media. Ik heb ooit op een congres een collega bijna in huilen weten uitbarsten, zo erg. 

Na bijna een kwarteeuw in het vak, nog steeds hetzelfde liedje. In evenveel tijd is de toestand alleen maar erger geworden. Want de meeste architecten die ik ken nemen hun job ernstig. Zij zullen de nodige tijd inzetten om hun project goed op te volgen. Of beter, zo goed als mogelijk. Ook als daardoor hun opbrengsten dalen. Liever dat, dan slapeloze nachten door de onzekerheid dat aannemer of bouwheer mogelijk roekeloos met hun project aan de haal gaat. Dat is toch mijn beleving.

 

Allemaal riedeltjes

Ik heb ondertussen ook alle riedeltjes gehoord die nodig zijn om alles beter te maken voor de architect. De architect moet economischer denken, de architect moet denken als een bedrijfsleider, de architect mag geen ‘Einzelgänger’ zijn, de architect moet aan schaalvergroting doen of zich specialiseren. De architect moet zijn elevator pitch verzorgen en zich onderscheiden met een USP. De architect moet ‘ontzorgen’.

De ereloonbarema’s werden afgeschaft, want, zo luidde de mythe, het zou de architect niet de nodige incentives geven om zijn werk efficiënt te organiseren. Hij zou door zijn monopolie onverantwoorde winsten maken op kap van de consument. Wie durft beweren dat de architect met schandalige winsten naar huis trekt, is louter van kwade wil. Talloze studies tonen ondertussen het tegendeel aan. En de enige incentive die ik voel, is de druk om onverantwoorde risico’s te nemen. Hoe de consument daar beter van moet worden, is mij een raadsel.

Maar de architect moet zijn job beter uitleggen, zegt men dan. Hij moet motiveren waarom hij bepaalde taken noodzakelijk vindt, zegt men dan. Want, zo luidt een andere mythe, als de bouwheer de rationaliteit van die taken inziet, zal hij als rationele actor wel de meerwaarde inzien, en er de nodige budgetten voor voorzien. In werkelijkheid zegt de bouwheer dat hij niet geïnteresseerd is in wat de architect allemaal kan doen, dat hij wel een andere architect kent die gewoon doet wat van hem gevraagd wordt en dat voor de helft van de prijs. “Als ik niet luister … kunnen ze mij niets maken … dus ik luister niet”, zong Bram Vermeulen in ‘Politiek’.

Het narratief komt erop neer dat de architect schuldig is aan zijn eigen miserie en het zelf maar moet oplossen. Maar ik ben ondertussen wel klaar met telkens opnieuw het boetekleedje aan te trekken.

Bouwheer, neem echte verantwoordelijkheid!

Misschien wordt het wel eens tijd dat andere betrokkenen op hun verantwoordelijkheid gewezen worden. De Romeinse architect Vitruvius zei het 2000 jaar geleden al. De bouwheer mag niet gierig zijn. In de katholieke traditie is gierigheid een hoofdzonde. Net zoals hoogmoed in de hoofden van mensen, die menen dat ze zich het beroep en de activiteiten van de hooggeschoolde professional kunnen voorstellen, en daar dus een prijs op kunnen plakken. Het theoretische model van de vrije markt werkt alleen bij transparantie over het product of de dienst, en die is hier duidelijk afwezig indien je niet zelf de juiste opleiding hebt gehad.

Het gevolg is dat de architect gereduceerd worden tot ‘indekker’. De bouwheer verklaart zich ingedekt, want hij heeft de regeltjes gevolgd. De bouwheer verklaart zich in orde met alles, want hij heeft een architect. Hem kan niets meer verweten worden, alles is afgekruist. Daar dient de architect voor en het mag vooral niet te veel kosten. Dat de ontwikkeling en communicatie van een goed architecturaal product ook uren werk, arbeid vraagt, is vooral het probleem van de architect. Je moet de bouwheer daar niet mee lastig vallen, want voor die ‘ontzorging’ meent hij ook al betaald te hebben.

Trouwens, zegt men, het is een ‘vrije wereld’, niemand verplicht je om architect te zijn. Dus als je je werk op een ernstige en betrokken manier wilt doen, ga dan vooral je werk niet doen. What a mindfuck!


Overheid, neem echte verantwoordelijkheid!

Op dit moment bestaat er geen enkel mechanisme die de bouwheer gierigheid ontmoedigt. Hoe weinig hij ook betaalt, de wet zorgt er wel voor dat bij problemen de professionals het gelag betalen. Ah ja, aan de consument mag niet geraakt worden. Er is zogenaamd vrijheid van contracteren, maar de wet beschermt op onevenwichtige wijze de geldgevende partij ten nadele van de dienstverlenende partij.

Men motiveert dit op basis van de bescherming van het publiek. Maar het publiek wordt helemaal niet beschermd. Enkel de geldgevende partij is beschermd, en als zijn belangen tegengesteld zijn met de publieke belangen, dan staat het publiek in de kou. Een bouwpromotor die zijn woningen binnen twee jaar na oprichting van de hand doet, is helemaal niet geïnteresseerd in een 10-jarige waarborg, laat staan in een levensduur van 50 jaar, zoals men mag verwachten van een degelijk gebouw. Dus waarom zou hij betalen voor een ernstig ontworpen gebouw? Het risico ligt immers toch bij de bouwprofessional en bij de uiteindelijke eigenaar. Je zal je spaargeld maar in zo’n woning stoppen.


Naar een echte bescherming van het architectenberoep

Het wordt dus tijd dat het beroep van architect daadwerkelijk beschermd is. Dat betekent dat de overheid zijn rol opneemt, en zorgt voor een veilige context waarin de architect zijn werk kan doen, zonder dat hij door financiële druk gedwongen wordt om de belangen van de bouwheer voor te laten gaan op de belangen van het publiek, en dat op eigen risico. Dat is geen exotische vraag. Er zijn heel wat beroepen en functies die genieten van bescherming, als erkenning van de publieke rol die ze hebben. Ik denk bijvoorbeeld aan vakbondsafgevaardigden, notarissen, artsen, gerechtsdeurwaarders, ambtenaren, politiemensen. De bescherming gebeurt door afdwingbare barema’s, ontslagbescherming, strengere vervolging bij bedreiging of intimidatie, of simpelweg betaald worden via de sociale zekerheid.

Zolang de architect niet beschermd is, is het publiek niet beschermd. De faalkans van een degelijk gebouw zou volgens de normen 1 op 10.000 moeten zijn. In 2019 waren 1.600 rechtszaken met het thema ‘bouw’ op de rol gekomen. In hetzelfde jaar werden 64.000 bouwvergunningen uitgereikt. Dat is een faalkans van 1 op 40. Laat dat even inzinken.

 

Deel dit artikel:
Onze partners