VRIJE TRIBUNE. Liesbeth Reekmans: 'Duurzaam versus regeneratief. Het transitiedenken in de bouwsector'

"Een aantal jaren geleden gebruikte een vriend actief in het transitiedenken volgende e-mail banner: ‘De wereld is aan het veranderen. Als je stil bent en aandachtig luistert, kan je het horen.’ Intussen veranderde er heel wat. En dus zou de e-mail banner er nu ook als volgt kunnen uitzien: ‘De wereld is veranderd. Als je het niet hoort, vraag je best een gehoortest aan.’ En hoe zit het met de bouwsector?" Architect Liesbeth Reekmans pleit in dit opiniestuk voor een systeemswitch die regeneratief bouwen vooropstelt.

Ik zag de laatste decennia bij ondernemers en leidinggevenden een trage verandering op gang komen die vaak gehinderd werd door het onvermogen om tot inzicht te komen, gedurfde beslissingen te nemen en leiderschap te koppelen aan een langetermijnvisie.

Rond 2010 kon je nog vaak horen dat wie een passiefhuis of zelfs een BEN-project neerzette tot de geitenwollensokkendragers behoorde. Enkel ‘alternatievelingen’ die naïef en wereldvreemd door het leven gingen, kozen ervoor om méér inspanning te leveren bij hun bouwproject dan wat door de overheid gevraagd werd, zo klonk het.

Enkele jaren later werd het begrip duurzaamheid in sommige milieus zelfs uit strategische beleidsplannen geweerd omdat het een ‘modisch’ begrip zou zijn. Duurzaamheid zou de tand des tijds of zelfs de duur van het strategisch plan niet doorstaan. Het klimaatakkoord van Parijs en het uitbrengen van opeenvolgende IPCC-rapporten werden gezien als een acte van paniekzaaiers. Het zette een substantiële meerderheid van ondernemingen dus helemaal niet aan om tot bewustzijn te komen.

Totdat de klimaatjongeren op straat kwamen. Hun protest leek eindelijk een verandering in ons collectief bewustzijn teweeg te brengen. De toekomst van onze nakomelingen stond op het spel en in Europa maakte de zomer van 2019 dit extra duidelijk door een opeenvolging van hittegolven en een nijpend watertekort. Echter, sommigen schakelden van ‘ontkenning’ naadloos over naar ‘defaitisme’.  Ik hoorde letterlijk: ‘Ach Liesbeth, waarom nu nog actie nemen? Laat ons eerlijk zijn, de zaak (beperking van de klimaatopwarming) is toch verloren.’ Intussen volgden de waterbommen met desastreuze overstromingen elkaar op, werd rapport na rapport duidelijk dat de planeet verder opwarmt, de ijskappen verder smelten, de biodiversiteit verder afneemt, enzovoort.  

Vandaag hebben nogal wat ondernemingen begrepen dat niet op de kar van duurzaamheid springen gelijk staat met het op het spel zetten van de geloofwaardigheid van de onderneming. Het ‘risico’ om niet au serieux genomen te worden door potentiële en bestaande klanten wordt nu (schaamteloos of onwetend?) weggewerkt met acties die ‘criticasters’ ook wel durven afdoen als ‘greenwashing’.  Te vaak komt daarmee nog altijd de focus te liggen op de eigen onderneming en niet op de habitat die nodig is om al wat leeft op een duurzame wijze te laten leven en floreren.   

Er is dringend meer moed nodig om te zien waar het op aankomt en daar naar te handelen.

Bij de integratie van duurzaamheid in beleidsnota’s en strategische plannen in ondernemingen zie ik op vandaag nog altijd veel onvermogen om te handelen naar wat nodig is. Zo hoor ik, opnieuw letterlijk, zeggen: ‘Laten we vooral niet het pad opgaan van de boomknuffelaars. Laten we vooral niet idealistisch zijn.’ Eigenlijk bedoelt men: we moeten eerst en vooral strategisch blijven denken, in het belang van het bedrijf en, als het daarin past, kunnen we proberen de schade te beperken.  Een reëel bewustzijn van de generaties die na ons komen lijkt in zo een atmosfeer nog héél ver weg. 

Niet voor niets gebruiken ondernemingen die echt een positieve bijdrage leveren – zoals bijvoorbeeld Patagonië - het begrip duurzaamheid niet meer. Ze willen niet minder milieuschade veroorzaken, maar helemaal geen en door hun activiteiten het milieu tot herstel en bloei brengen. Of met andere woorden: ze willen regeneratief ondernemen.

Ook als architect kan er je niet meer omheen. De bouwsector is verantwoordelijk voor 40% van de CO2-uitstoot en voor een derde van het waterverbruik. De operationele energieverbruiken van gebouwen werden de laatste decennia aangepakt door de energiewetgeving. Weliswaar te weinig rekeninghoudend met de klimaatverandering en de hoge koellast in de toekomst, maar wel met als doel het energieverbruik te beperken. Gesteld dat we vandaag naar de energiewetgeving en de hemelwaterverordening handelen, zouden we er dan komen? Zullen we met de nu in voege zijnde maatregelen de transitie bereiken die nodig is opdat onze bouwactiviteiten geen schade meer berokkenen aan mens en planeet? Het antwoord is duidelijk: neen. Meer concreet: een duurzaam gebouw zal minder CO2 uitstoten, maar zal wel nog altijd uitstoten en dus schade berokkenen.  Een regeneratief gebouw daarentegen zal een positieve impact hebben op mens en milieu en zal CO2 opslaan.

Intussen worden de langetermijnvoordelen van circulaire bouwmaterialen, methoden en financiering, biobased materialen, biofilisch ontwerp en biomimicry bij het bouwen meer en meer duidelijk en verder in kaart gebracht. De impact op gezondheid en milieu door landgebruik, het verlies aan biodiversiteit, hitte-effecten, het gebruik van schadelijke stoffen, vervuiling bij afbraak en bouwprocessen worden mee in rekening genomen. Ook de werkomstandigheden in de bouw van – al dan niet gedetacheerde - arbeiders bij ons tewerkgesteld, kunnen tot gevaarlijke en onrechtvaardige situaties leiden. De natuur als levend systeem is de leermeester voor ingenieuze oplossingen. Natuur hanteert de basisprincipes van zonne-energie, vorm volgt functie, afval is grondstof, is gebaseerd op lokale inzichten, rekent af met verspilling, zorgt voor regulering en zet in op samenwerking en diversiteit.

Architecten dragen een maatschappelijke verantwoordelijkheid bij het uitvoeren van hun activiteiten. De bouwheer bewust maken van de voordelen van milieuvriendelijke keuzes en ernaar ontwerpen is hier één van. De architect speelt dus een belangrijke rol in de transitie naar regeneratief bouwen.

Ik zie mezelf niet als een klimaat- of milieuactivist. Activisme heeft voor mij vaak iets radicaals, iets dat de neiging heeft om de dingen zwartwit te zien, conflicten te creëren waardoor het ook verdelend kan werken. Ik wil daarom veeleer pleiten voor positieve actie die mensen inspireert om een deel van de oplossing te worden, eerder dan zich te distantiëren van het probleem. Laten we dus vooral ook veilige ruimtes creëren die mensen kunnen helpen om los te komen van oude, conservatieve denkpatronen en aanzetten tot creativiteit en goesting om te bouwen aan een betere en gezondere wereld. En laten we daarbij het oordeel uit ons spreken houden.   

Let’s build a better future, together.  En laat ons vooral niet wachten totdat dit in regelgeving opgenomen is. Het groeiend bewustzijn bij de bevolking stemt me hoopvol. Er is nu nood aan een systeemswitch.

Deel dit artikel:
Onze partners