VRIJE TRIBUNE. Thomas Roelandts: 'Een onverwacht huwelijk en een psychologische terugreis'

Soms is het ellende die dingen samenbrengt. Of het vooruitzicht op ellende. Zo lijkt het erop dat het bengelend zwaard van Damocles -klimaatsverandering en biodiversiteits-instorting- ook twee ogenschijnlijk tegengestelden samenbrengt. In het vak architectuur, maar ook daarbuiten, is een opvallend dubbel spoor te ontdekken: dat van technologische hyperperformantie en dat van het boerenverstand.

Het huwelijk

We bestrijden het einde der tijden enerzijds door het inzetten van technologie: zonnepanelen, warmtepompen, hightech isolerend glas,… alsook door het terugkeren naar een soort oerlogica: kalkhennep, gestampt leem, lokale ontginning, recuperatie-materialen, balans grondverzet, nachtspoeling door schouweffect… Het is boeiend om te zien hoe de twee sporen elkaar niet bestrijden, niet uitsluiten. Integendeel, ze gaan steeds meer samen en vullen elkaar complementair aan. Dit is niet per se vanzelfsprekend, gezien het narratief sinds enkele eeuwen nagenoeg alleen technologie naar voren schuift als drijfveer van vooruitgang, ten nadele van het ambachtelijke, het lokale, het kleine.

Onze verziekte relatie met de natuur wordt nu al enkele decennia aan de kaak gesteld. Deze benadering gebeurt voor een belangrijk deel top-down, wat logisch is, gezien de problemen van een dergelijke schaal zijn dat de oplossingen van minstens dezelfde schaal moeten zijn. Deze top-down oplossingen zijn vooral beleidsoplossingen om aan ‘damage control’ en herstel te doen. De oplossingen liggen in dat opzicht eigenlijk nog steeds in hetzelfde paradigma als de vorige eeuwen, met name ‘de maakbaarheid’: als technologie het verprutste zal technologie het nu ook weer beter moeten en kunnen maken. Tegelijk begrijpt diezelfde wetenschap en technologie dat er een deel van de oplossing ligt in ook die andere kant: het lokale, het kleine, het ambachtelijke. Het lijkt een schizofrene houding: ons vertrouwen in zowel microchips als lokaal ontgonnen leem leggen. Maar we dienen ze te beschouwen als twee complementaire onderdelen van hetzelfde verhaal. De vorm verschilt misschien, maar het narratief van beide onderdelen is hetzelfde: verantwoordelijkheid opnemen.

 

De terugreis

De mens is als dier onthecht van zijn biotoop. Samen met ons stijgend vermogen om in te grijpen op onze biotoop steeg ook ons ego. Een groot ego is in staat elke relatie te laten ontrafelen. Maar nu worden we wakker met de kater van de scheiding. We beseffen dat die natuur niet enkel een voorraadkast is aan grondstoffen, maar ons behoorlijk wat zintuiglijkheid, emotionaliteit en - durf ik het zeggen? - spiritualiteit gaf. We hebben langzaam door dat al die manipulatie vooral natuur verandert tot ‘cultuurlandschappen’ zoals Ton Lemaire ze beschrijft. Ongerepte natuur is steeds zeldzamer. Als we ze al vinden - en er staat nog geen bescherming op - annexeren we die ook maar. Ofwel voor de grondstoffen, ofwel als toeristische droomlocatie. In het laatste geval speelt er zich een tragedie-komedie af: we hunkeren naar ‘echte’ natuurbelevingen, om onze 24/7 blauw licht maatschappij even te ontvluchten, en het is net deze hunkering die de laatste echte ongerepte landschappen uiteindelijk ook temt. Het verlies zet zich door: het landschap gaat verloren en onze hechting daarmee ook.

Dat doet je nadenken over wat een parallelle bottom-up aanpak zou kunnen zijn, naast microchips en leem. Die zou waarschijnlijk starten vanuit het individu en het probleem van de onthechting met zijn leefwereld. De eerste gedachte over de brug individu-natuur is snel gemaakt: educatie en zichtbaarheid zal wel betrokkenheid en zorg teweegbrengen, wat dan ook weer de haalbaarheid van die gewenste maakbaarheid vergroot. Maar er valt ook veel te winnen op een dieper niveau, op vlak van mentale zelfzorg, spirituele rust, frugaliteit en synchronisatie met grote aspecten zoals tijd, weer en seizoenen. Hier wordt het even gevaarlijk, want dit is niet volledig objectieve of meetbare materie. En het is nu net de hyper-wetenschappelijke maatschappij die een paradigma van objectiviteit heeft verankerd, waardoor alles dat maar ruikt naar subjectiviteit snel wordt verdrongen van het midden naar de rand. Ik trek mijn stoute schoenen aan en zet toch even door. De fenomenologie -zoals ondermeer beoefend door Bachelard - leert ons dat objectieve handelingen een subjectieve betekenislaag krijgen via het medium van zintuiglijkheid.

Een mogelijks interessant pad voor onze terugreis naar hechting is dus doorheen de zintuigen. Dit gaat over vertragen en het verwijderen van afleidingen. Vertragen is tijd geven. Het verwijderen van afleidingen is mentale ruimte geven. Het verwijderen van afleidingen is het verwijderen van de vele filters tussen ons en onze zintuigelijke ervaring. Net zoals er heel wat ‘processed food’ en ‘processed materials’ zijn, zijn er ook behoorlijk wat ‘processed experiences’. Tegenover ‘processed food’ staat ‘raw food’. En zo komen we langzaam terug tot het leem. Objectief en subjectief samen. Om ‘echte’ ervaringen te beleven is het niet voldoende om ‘raw’ content te hebben, zoals een muur van leem. Je hebt ook tegelijk nood aan ‘raw’ interactie. Het louter ‘processed’ consumeren van de ‘raw’ content zal onze onthechting niet verzachten. Soms moet je je arm nog eens schaven aan een baksteen en moet de koude regen nog eens prikken in je ogen.

 

BRONNEN EN BEELD

LEMAIRE Ton, “Met open zinnen – natuur, landschap, aarde”, 2002, Ambo, Amsterdam

BACHELARD Gaston, “The poetics of space – the classic look at how we experience intimate places (originele franse title: La poétique de l’espace)”, 1985, Presses d’universitaires de France, Frankrijk

Verklaring van het beeld: een superpositie van ambacht en technologie op een achtergrond van een vuurhaard.

“The Gleaners’ Jean Francois Millet 1857

“The Burning of the Houses of Lords and Commons, October 16, 1834”  J.M.W. Turner 1835

“Microchip Pattern in Green” Mario Zucca 2013

 

Thomas Roelandts is architect bij Marge Architecten.

Deel dit artikel:
Onze partners