VUB opent grootste uitbreiding in haar geschiedenis

De drie nieuwe gebouwen werden I, X en Y gedoopt en vormen samen dus één complex, goed voor een totale oppervlakte van 33.000 m². In het I-gebouw bevinden zich 14 leslokalen en auditoria die zijn uitgerust met de allernieuwste technologische lesmogelijkheden. Het X-gebouw omvat 650 nieuwe studentenkamers – die vervangen de bestaande studentenvoorzieningen in de vorm van een woondorp centraal op de campus – en huisvest tal van universiteitsdiensten voor studenten. Het pilaarvormige Y-gebouw met expositieruimtes, een bar en concertzaal wordt de uitvalsbasis van Pilar, de Brusselse cultuurwerking die het legendarische KultuurKaffee opvolgt. Op de bovenste verdieping van gebouw Y werd een bijzondere raadszaal voorzien die onder meer gebruikt zal worden door de Raad van Bestuur, de Universiteitsraad en voor persconferenties. Het hele complex IYX is zo de grootste uitbreiding van de VUB-hoofdcampus sinds de oprichting vijftig jaar geleden.

Groene verbinding met de stad

De drie moderne gebouwen zijn opgetrokken langs een nieuwe laan omgeven door bomen die het hart van de campus verbindt met de rand, aan de Triomflaan. De universiteit wil zo niet alleen haar kenmerkende groene karakter benadrukken, maar ook een duidelijke brug creëren met de omgeving. “Een nauwe band verkrijgen tussen de academische wereld en de maatschappij, tussen de VUB en Brussel, is een van onze belangrijkste speerpunten. We doen dat al via verscheidene projecten zoals weKONEKT.brussels, maar nu geeft onze campus ook echt letterlijk uiting aan die missie. De nieuwe laan is immers niet alleen de toegang voor de Brusselaars tot de campus, maar biedt ook een inkijk langs buitenaf. Omgekeerd leidt het pad voor onze studenten rechtstreeks naar de stad”, vertelt VUB-rector Caroline Pauwels. De transparantie wordt voorts vergroot door het intrigerend volumespel dat de gebouwen typeert.

De toegang tot het nieuwe complex bevindt zich onder een uitkraging die op pilotis rust. Het overdekt voorpleintje dat zo wordt gevormd, fungeert niet enkel als entree, maar ook als ontmoetingsplaats voor de bewoners van de campus.

Bijzondere gevelgeleding

De gevelgeleding van het gebouw met studentenflats speelt subtiel in op de omgeving. De grote bow windows aan de boulevardzijde beantwoorden aan de schaal van de stad en geven identiteit aan de leefruimtes van de per zes georiënteerde studentenunits. Een spel van passerelles aan de campuszijde initieert speelse routes en ontmoetingsplekken op schaal van de studenten. De passerelles lossen met één beweging verschillende architecturale vraagstukken op: een veelzijdige ontsluiting van de studentenhuisvesting, een balkon voor de gemeenschappelijke ruimtes in de studentenunits, een interessante ontmoetingsruimte, een speelse gevelopbouw in dialoog met het park en een oplossing tegen oververhitting op zomerse dagen.

Twee torens

Twee torens fungeren als herkenningsbaken en markeren een duidelijk sleutelpunt in de overgang en toegang van de stedelijke buitenwereld naar de universiteit. Een ‘culturele toren’ ankert zich op de Triomflaan en nodigt de buitenstaander uit deel te nemen aan het culturele leven op de campus. De ‘onderzoekstoren’, die deel uitmaakt van een tweede bouwfase, is dichter gepositioneerd naar de binnenzijde en veruitwendigt de onderzoekcultuur van de universiteit.

Sober materialenpalet

Het materialenpalet is sober en duurzaam en onderschrijft de stedenbouwkundige opzet. Een gedetailleerde studie rond duurzaamheid van macro- tot microschaal bewees de cruciale impact van die keuze op de totaliteit van het project. Naast de gebruikte materialen, dragen ook de installaties in belangrijke mate bij aan de duurzaamheid van het project. Zo werden er onder meer daglichtsturing, bewegingsdetectoren, verwarming- en afkoelsystemen met warmterecuperatie, warmtepompen en regenwaterrecuperatiesystemen geïnstalleerd om de ecologische voetafdruk te verkleinen.

De campusuitbreiding kadert in de sterke groei van de universiteit de laatste jaren. Dit jaar noteerde de VUB maar liefst 17% meer inschrijvingen dan vorig jaar. Het totale project kostte 61 miljoen euro – een bedrag dat gedrukt werd door gebruik te maken van standaardisatie, optimalisatie van de logische structuur en slim geïntegreerde technische vereisten – en werd gefinancierd via de uitgifte van obligaties.