Hoe kan het dat het ene groendak blaakt van gezondheid en daardoor hommels, vlinders en andere bestuivers aantrekt, terwijl een ander groendak er rood-ros en triestig bijligt, met kale plekken en verpieterde vetplantjes? “Een minimum aan aandacht en verzorging is meestal al goed voor een miraculeus verschil”, zegt Dave Martens, algemeen manager van groendakspecialist IBIC.
Groendaken installeren is één ding, die daken up & running houden is ook een deel van de kunst. ‘Hoe kan ik mijn groendak een boost geven zodat het niet afglijdt naar een troosteloze woestenij?’, is volgens Dave Martens een vraag die elke eigenaar of eindgebruiker zich moet stellen. “Wie tweemaal per jaar even de handen uit de mouwen steekt – of laat steken – wordt beloond met een prachtige vegetatie op het dak.”
Natuurlijk moet het van bij het begin goed zitten. Met een gezonde substraatlaag van een centimeter of zeven à acht voor een extensief groendak. “Maar weet dat uw dak u dankbaar zal zijn voor elk centimetertje meer”, zegt Dave Martens. “Want hoe meer voedingsbodem, hoe meer vocht het groendak kan vasthouden en hoe meer weerstand de beplanting kan opbouwen omdat het dieper kan wortelen.”
Vocht vasthouden, betekent in geen geval dat plassen op groendaken toe te juichen zijn, wel integendeel. Sedumplantjes trekken hun wortels terug als die in het water blijven staan, en groeien daardoor niet langer naar behoren. Een optimale samenstelling van het waterbufferende substraat in combinatie met een goede afwatering zijn basisvoorwaarden voor een florerend groendak.
Een dakplant trekt zijn plan
Ook de beplanting bepaalt het succes. Op een groendak horen kasplantjes niet thuis, want het leven is er veel te extreem. Wat groeit op een dak, kan nooit of te nimmer schuilen voor uitdrogende wind, winterse vrieskou, felle regenbuien, een blarentrekkende zon… Dave Martens: “Een dakplant moet zijn plan dus kunnen trekken. Sterk en uit het juiste hout gesneden zijn. Behalve sedums – dat zijn succulente vetplantjes die water voor een langere tijd in hun organen kunnen opslaan – zijn ook tal van lage grassen en droogteresistente kruiden perfect geschikt voor de job. Een mix in de aanplant zorgt voor een grotere biodiversiteit en ook voor een grotere variatie van vlinders en wilde bestuivers die erdoor worden aangetrokken.”
Als een groendak eenmaal is aangelegd en ingezaaid vereist het niet veel aandacht. Maar toch een beetje. Een kwalitatieve substraatlaag bestaat uit lava gemengd met organisch materiaal. “Omwille van de brandnorm is het percentage gedroogd, plantaardig materiaal beperkt”, zegt Dave Martens. “Met andere woorden: vrij arm aan voedingsstoffen voor de beplanting. Komt daarbij dat bij elke regenbui het overtollige regenwater wegspoelt en daarbij spoorelementen en organische stoffen met zich meeneemt. Elke bui betekent dan ook een verarming van de bodem. Daardoor komt de beplanting onder extra stress te staan.”
Laat een groendak niet verhongeren
Om te verhinderen dat een groendak ‘verhongert’, is het zaak om de voedingsbalans weer op en top te krijgen. “Daarvoor volstaat het om tweemaal per jaar een goed uitgebalanceerde, zachte organische bemesting toe te dienen. Want sedums vragen omwille van hun beperkte bloei en bladontwikkeling niet veel, maar leven op lucht kunnen ze ook niet.”
Kortom een beperkte aandacht, maakt het verschil tussen een groen en blakend dak en een rossig dak met kale plekken. Niet alleen omwille van het uitzicht en de biodiversiteit is dat betreurenswaardig, maar ook omwille van het isolerende effect van het gebouw eronder. Dave Martens: “Hoe meer bladmateriaal op een dak, hoe meer verdamping en hoe groter het verkoelende effect.” Wie zelf niet staat te popelen om zijn groendak af en toe te voeden, sluit dan ook best een onderhoudscontract af bij een partij met de juiste vakkennis.