In de meeste Europese landen is de bouwsector goed voor zowat 40% van het eindverbruik aan energie en dus rechtstreeks verantwoordelijk voor een aanzienlijke CO2-uitstoot. Daarin heeft de verwarming het grootste aandeel, met ongeveer 70 % van ons energieverbruik! Alleen een grootschalige overstap naar hernieuwbare energiebronnen zou het mogelijk maken de doelstellingen te halen die de Europese Commissie in het kader van de Green Deal vooropstelde. In het kader van het thema ‘Smart Heating & Cooling’ pakt BATIBOUW uit met alternatieven voor de klassieke verwarming. Een aanrader voor wie zijn woning slim, zuinig en ecologisch wil verwarmen.
Fossiele brandstoffen zorgen voor een hoge uitstoot aan broeikasgassen. Hoewel de vraag hoog blijft, worden ze steeds zeldzamer. Gevolg: de prijzen staan enorm onder druk. Hernieuwbare energiebronnen mogen dan al aan populariteit winnen, ze zijn nog steeds onvoldoende ontwikkeld. In België zijn ze vandaag goed voor amper 9% in de totale bevoorrading aan primaire energie. Volgens APERe (vereniging voor de bevordering van hernieuwbare energie) wordt meer dan de helft van die energie opgewekt met het oog op verwarming, in hoofdzaak via biomassabrandstof (97%). Warmtepompen en zonneboilers vertegenwoordigen samen slechts 3%.
In tegenstelling tot een radiator, draait een warmtepomp uitsluitend op dynamische convectie (convectie met ventilator). Dankzij dat extra vermogen, zijn warmtepompen compacter én 25% efficiënter, omdat de watertemperatuur lager ligt. Bovendien kan een warmtepomp zowel voor verwarming als voor koeling worden gebruikt. Warmtepompen halen bij lage temperatuur (-10°C tot 10°C) warmte uit een duurzame bron (bodem, water, lucht). Die warmte komt op een hogere temperatuur (25°C tot 45°C) terecht in het verwarmingssysteem waarop ze werden aangesloten. Daartoe maken ze gebruik van een koelvloeistof die binnen het toestel een thermodynamische cyclus (verdamping en condensatie) doorloopt, waarbij temperatuur en druk een grote rol spelen. Die processen vinden plaats in de warmtewisselaars, die de onttrokken warmte naar het verwarmingssysteem doorsturen. Warmtepompen verbruiken een bepaalde hoeveelheid elektrische energie om de compressor aan te sturen.
Warmtepompen kunnen, bijvoorbeeld, zorgen voor een efficiënte daling van de CO2-uitstoot, terwijl het aandeel van de hernieuwbare energie in ons land erdoor zou stijgen. Europa verwacht trouwens van haar lidstaten dat ze tegen 2030 de CO2-uitstoot met 40% terugdringen en 32% extra hernieuwbare energie produceren. Een warmtepomp biedt tal van voordelen. Het gaat in essentie om hernieuwbare energie, aangezien een warmtepomp van de juiste afmetingen die volgens de regels van de kunst wordt geïnstalleerd 4 van de 5 keer meer energie opwekt dan verbruikt. Aangezien in dat proces enkel de compressor energie verbruikt, haalt een warmtepomp een gemiddeld rendement van minimaal vier (en idealiter vijf). Dat betekent dat amper 1/4 van de warmte (in de vorm van elektriciteit) moet worden aangekocht en dat de overige 3/4 gratis uit de natuur worden gehaald. Dat noemen we de prestatiecoëfficiënt (COP). We kunnen bovendien 100% hernieuwbare energie halen door de warmtepomp aan te sluiten op fotovoltaïsche sensoren die voor haar werking ‘groene’ elektriciteit aanleveren. De impact van de werken voor de installatie van een warmtepomp blijven voor de ondergrond overigens beperkt. En het verbruik daalt aanzienlijk: ondanks de hoge elektriciteitsprijs, kost een warmtepomp qua verbruik 20 tot 30 % minder dan een klassiek verwarmingssysteem. De aanwezigheid van een warmtepomp kan de waarde van een woning trouwens behoorlijk laten stijgen. Bovendien kan de weliswaar aanzienlijke investering in 15 tot 20 jaar worden terugverdiend, dankzij de opgeleverde besparingen. En dat terwijl een geothermische warmtepomp zowat 25 tot 30 jaar meegaat. Die terugverdientijd kan verder worden ingekort dankzij de premies die de Gewesten in ons land toekennen. Zowel voor verwarming als voor warmwaterproductie en voor koelte in huis, blijkt een warmtepomp dus een rendabele keuze.
Consumenten hebben dat trouwens goed begrepen: volgens EurObserv’ER (Europees Observatorium voor Hernieuwbare Energie) werden in 2017 (de meest recente beschikbare cijfers) meer dan 3,5 miljoen warmtepompen verkocht. Dat zijn er 4,4% meer dan in 2016. Van dat totaal is ongeveer een derde (1,1 miljoen) van de warmtepompen bedoeld om in de eerste plaats verwarmingsbehoeften te dekken. De overige twee derden zijn vooral representatief voor de nood aan afkoeling in landen met een warm klimaat (met name: Italië, Spanje, Portugal en Zuid-Frankrijk). Op de Europese markt worden nog steeds vooral omkeerbare aërothermische warmtepompen van het type lucht-lucht verkocht: 3,1 miljoen verkochte systemen in 2017. In België zou de verkoop van dergelijke warmtepompen zelfs met 52,1% zijn gestegen. En het voorbije jaar zou de verkoop van alle types warmtepompen en van thermodynamische boilers (of warmtepompboilers) met 10% zijn gestegen, volgens het platform InfoWarmtePomp. Ook in het kader van renovaties Om de warmte uit de bodem (of uit water) te verspreiden, wordt de voorkeur gegeven aan systemen op lage temperatuur, zoals vloer- of wandverwarming. Precies daarom, worden dergelijke verwarmingssystemen vooral aangeraden in goed geïsoleerde nieuwbouwprojecten. Toch hebben warmtepompen in de voorbije jaren een enorme technologische vooruitgang geboekt. Warmtepompen kunnen voortaan een temperatuur van meer dan 65°C aanleveren en dus voldoen aan de hogere energiebehoeften in bestaande woningen met een gemiddelde isolatie. Op die manier worden ze stevige concurrenten voor traditionele oplossingen op basis van aardgas, huisbrandolie of zelfs biomassa.
Wilt u graag meer weten? Kom dan naar BATIBOUW van zaterdag 29 februari tot zondag 8 maart 2020.