Wat je moet weten over terrashout

Het Houtinformatiecentrum legt uit waar men op moet letten bij de selectie van terrashout, de plaatsing en het onderhoud.

Het Houtinformatiecentrum legt uit waar men op moet letten bij de selectie van het terrashout, de plaatsing en het onderhoud.


Selectieprocedure

Terrashout wordt zwaar op de proef gesteld. Het hout staat bloot aan weer en wind, vocht en grote temperatuurschommelingen. Om een leven lang in goede conditie te blijven, moet het hout over de juiste eigenschappen beschikken: het moet voldoende duurzaam, sterk en slijtvast zijn. Wie een houten terras wil, begint dus best bij de doordachte selectie van de houtsoort. Tientallen exotische houtsoorten en naaldhoutsoorten beschikken over de juiste eigenschappen om in aanmerking te komen als terrashout. 
Houtsoorten worden op basis van hun natuurlijke duurzaamheid ingedeeld in 5 duurzaamheidsklassen, van I tot V. Klasse I staat voor zeer duurzaam hout,  klasse  V voor niet-duurzaam hout.



Om terrashout dat in contact komt met de grond te vrijwaren van schimmels adviseert Belgian Woodforum om enkel duurzame houtsoorten te gebruiken. Dat kunnen (harde) houtsoorten zijn met een natuurlijke hoge duurzaamheid (klasse I of II), maar ook zachte(re) houtsoorten van klasse IV of V komen in aanmerking op voorwaarde dat ze eerst een vakkundige verduurzaming (procedé A4.1), hittebehandeling of acetyleringsprocedé ondergaan. Voor terrashout zonder rechtstreeks grondcontact zijn ook houtsoorten uit duurzaamheidsklasse III geschikt.


Tientallen houtsoorten

Tientallen bekende en minder bekende houtsoorten beantwoorden aan de kwaliteitseisen voor een veeleisende buitentoepassing als terrashout. Je hebt een ruime keuze uit houtsoorten die verschillen inzake herkomst, kleur, houttekening, prijsklasse, met of zonder ecolabel. Elke houtsoort is uniek dankzij de combinatie van de specifieke tekening en karakteristieke kleur van het hout.



Afrikaans padoek (klasse I), afrormosia (klasse I-II), bangkirai (klasse II-III), bilinga (klasse I), cumaru (klasse I), ipé (klasse I), itauba (klasse I), jatoba (klasse II), merbau (klasse I-II), Europees eikenhout (klasse II-III) en tamme kastanjehout (klasse II) zijn bekendere houtsoorten die geschikt zijn voor buitentoepassingen. Er bestaan daarnaast ook minder bekende of zelfs onbekende houtsoorten die eveneens de juiste eigenschappen bezitten om als terrashout prima te scoren. Zo zijn er basralocus (klasse I),  faveira amargosa (klasse II-III), gonçalo alves (klasse I-II), jarrah (klasse I), makoré (klasse I), massaranduba (klasse I), sapupira (klasse II), kwartiersgezaagd tali (klasse I), tatajuba (klasse I-II). In de categorie naaldhout komen volledig spintvrij lorkenhout en oregon in aanmerking wegens hun natuurlijke duurzaamheid. Zachte naaldhoutsoorten zoals grenen, vurenhout, lorkenhout en oregon met spint moeten eerst vakkundig verduurzaamd worden volgens procedé A4.1, een hittebehandeling of een acetylering ondergaan, om voor buitentoepassing gebruikt te kunnen worden.


CO2-uitstoot verminderen

Hout bezit de unieke eigenschap om CO2 uit de lucht op te slaan en dit gedurende zijn volledige levensduur vast te houden. In een houten terras van 5 m x 4 m zit ongeveer 0,56 m³ terrasplanken verwerkt. Deze hoeveelheid terrashout slaat 0,5 ton CO2 op en houdt het gedurende zijn volledige lange levensduur vast.  Door voor een houten terras te kiezen, haal je niet alleen een natuurlijk en authentiek materiaal in huis. Je draagt ook rechtstreeks bij tot de vermindering van de CO2-uitstoot.



Plaatsing

Een houten terras plaats je op een stabiele ondergrond. Dat kan een lichte stabilisé zijn die water doorlaat en onkruidgroei verhindert of een betonnen ondergrond met een goede afwatering.

Tussen de onderliggers voorziet men best 30 à 55 cm afstand, afhankelijk van de dikte van de terrasplanken.  Voor dunne terrasplanken (21 mm) is 30 cm afstand tussen de onderliggers voldoende, voor dikke planken (28 mm) mag dat 55 cm zijn. Schroef de terrasplanken vast met een tussenafstand van 4 à 10 mm, in functie van de stabiliteit van de houtsoort en van het vochtgehalte van het hout op het moment van plaatsing. Hoe stabieler de houtsoort hoe kleiner de tussenafstand mag zijn.

    


Terrasplanken kan je bevestigen met schroeven of clips. Schroef je de terrasplanken vast, gebruik dan steeds roestvrijstalen schroeven en breng ze aan op zo’n 3 cm van het uiteinde van de planken. Ijzeren, stalen of verzinkte schroeven zijn af te raden. Ze gaan na verloop van tijd roesten, wat moeilijk te verwijderen verkleuringen in het hout veroorzaakt. De meeste houtsoorten vragen om voorgeboorde schroefgaten.
Clips gebruik je best enkel bij stabiele houtsoorten waarvan de ‘werking’ minimaal is en bij hout dat aangedroogd is tot een houtvochtgehalte van 18 à 20%. Voorzie in elk geval voldoende luchtcirculatie onder de terrasplanken.


Onderhoud

Door blootstelling aan zonlicht en regen vergrijst elke houtsoort op een natuurlijke, egale manier. Dit vergrijzingsproces heeft geen enkele invloed op de lange levensduur en de eigenschappen van het hout. Wie de natuurlijke kleur van de houtsoort wil behouden, moet de vergrijzing vóór zijn door een kleurlaag aan te brengen die de uv-straling tegenhoudt. Men moet steeds gepigmenteerde olie in de oorspronkelijke kleur van de houtsoort gebruiken en hiermee best 4 lagen aanbrengen. Het is raadzaam de droogtijd te respecteren en een volgende laag olie pas aan te brengen wanneer de vorige volledig droog én hard is. Wanneer de behandeling wordt uitvoerd, volstaat het om pas 2 à 3 jaar later het hout lichtjes op te ruwen en vervolgens een nieuwe laag gepigmenteerde olie aan te brengen.
De vaak opvallende kleur van sommige houtsoorten vergrijst overigens snel op een natuurlijke en egale manier onder invloed van de weersomstandigheden. Men hoeft daarom niet terug te schrikken voor bijvoorbeeld de felle koraalrode kleur van padoek. 



Voorts vraagt terrashout nauwelijks onderhoud. Bij een eventuele schoonmaak gaat men best zacht te werk. Alleen de zachte waterstraal van de hogedrukreiniger mag gebruikt worden: met een (te) krachtige waterstraal (te) dicht op het hout kan men immers onherstelbare schade aan het houtoppervlak toebrengen. Om aan algengroei –het gevolg van  vuildeeltjes en vocht die zich m.n. in de ribbels van geribbeld terrashout verzamelen– het hoofd te bieden, volstaat een sproeibeurt met een anti-algenmiddel.


 

Deel dit artikel:
Onze partners