Een weg die
haar eigen levensduur verlengt en ook nog eens (deels) instaat voor de
verwarming van woningen of parkings, voetpaden en opritten vorstvrij
houdt: het bestaat. Want
'Road Energy Systems' (RES), een product van
het Nederlandse
Ooms Avenhorn Groep, heeft al diverse referenties inzake
de opslag en het gebruik van wegdekwarmte. Het systeem is bekend onder
de naam '
asfaltzonnecollector' en stockeert de warmte van een weg in de
zomer om 's winters nuttig te gebruiken. In principe gaat het dus over
een zonnecollector, maar dan wel eentje op grote schaal die op een
ongewone, maar innovatieve manier wordt aangewend.
Het idee
is medio 1997 ontstaan, vanuit de zoektocht naar manieren om
asfaltwegconstructies te verbeteren. Hieruit bleek dat de levensduur van
een weg kan worden verlengd door ze in de zomer te koelen en in de
winter te verwarmen. Maar Ooms Avenhorn ontdekte aldus dat een asfaltweg
veel zonnewarmte ontvangt en begon samen met Tipspit Inventors en WTH
Vloerverwarming te experimenteren met technieken om die warmte op te
vangen om ze vervolgens in de winter nuttig aan te wenden: voor het
verwarmen van de weg op zich, maar ook voor het duurzaam verwarmen van
gebouwen. Het omgekeerde scenario is trouwens eveneens mogelijk: wanneer
de koude 's winters in aquifers in de bodem wordt gebufferd, kan deze
in de zomer worden gebruikt om goedkoop te koelen.
Al vijftien realisatiesHet project resulteerde in de
'asfaltzonnecollector': een uniek gepatenteerd systeem dat van registers
van asfaltenergiebuizen in een versterkend kunststof rooster gebruik
maakt. Na het testen en de evaluatie in diverse stukken wegdek voerde
Ooms Avenhorn Groep in 2003 een eerste project in de aangrenzende
openbare weg voor het eigen hoofdkantoor uit. Gestimuleerd door de
provincie Noord Holland , Senter (de voorganger van Agentschap NL) en
via goede afspraken met de wegbeheerder gemeente Koggenland, mocht Ooms
het wegvak gebruiken voor het integreren van een 'asfaltzonnecollector'
ten behoeve van het duurzaam verwarmen en koelen van haar nieuw te
realiseren kantoorgebouw. De koude en warmte die met het systeem wordt
gevangen, wordt in aquifers in de bodem op circa 80 meter diepte
opgeslagen. De hele investering werd door Ooms Avenhorn Groep gedaan,
dit wel met de steun van de reeds vermelde overheidsinstanties.
De
exploitatie komt dan ook voor rekening van de initiatiefnemer. Intussen
werd het systeem al in een vijftiental wegen geïntegreerd, voornamelijk
in Nederland. Maar ook België telt er eentje: de zonnige Kempen
realiseerden een project met deze techniek voor dertien huurwoningen in
Zoerle-Parwijs.
Hoe werkt het nu?De 'asfaltcollector' capteert in de zomer
de zonnewarmte in een glycol- of watercircuit. Omdat de warmte dan niet
nuttig kan worden ingezet, wordt ze in een gesloten leidingsysteem
gebufferd. Dit geeft de warmte in de bodem af. Op een later tijdstip kan
dit via een warmtepomp naar een hogere temperatuur worden gebracht. De
eindgebruiker van deze warmte kan de weg zelf zijn, bijvoorbeeld om de
weg, voetpaden of parkings 's winters ijs- en sneeuwvrij te houden. Maar
ook aangrenzende gebouwen (algemene verwarmingsdoeleinden,
voorverwarming van het sanitair warm water), voetbalvelden of
parkeergarages kunnen op het systeem worden aangesloten.
Marcel
Roozendaal: "In Nederland worden vaak open systemen toegepast, waarbij
de warmte in watervoerende lagen wordt opgeslagen. In Vlaanderen zijn
open systemen niet meer toegelaten, zodat hier het water of glycol in
een gesloten buizenstelsel moet worden gehouden. Hierdoor kan de
investering in Vlaanderen duurder uitvallen dan in Nederland, maar is de
exploitatie waarschijnlijk goedkoper." Meestal zal ernaar worden
gestreefd om een temperatuur van 15 à 20°C in een Warmte Koude Opslag
systeem (WKO) te stockeren. Een overdimensionering van de collector laat
bepaalde opties voor een optimale aansturing open. Het doel is
uiteindelijk om te voorzien in een basistemperatuur, die kan dienen als
vertrekpunt voor een warmtepomp. Deze transformeert dan de opgeslagen
warmte van 15 à 20°C naar het benodigd niveau van 35 a 40°C voor een
laagtemperatuurafgiftesysteem zoals vloer-, wand- of plafondverwarming.
Deze beperkte verhoging zorgt voor hoge prestaties (een C.O.P. > 5)
van de warmtepompen en daarmee een laag elektriciteitsverbruik.
Kostprijs versus opbrengstHet logisch dat het hier om een
meerinvestering gaat, ook daar waar de warmte voor gebouwenverwarming
(en niet enkel voor wegdekverwarming) wordt ingezet. Er is weliswaar een
beperkte besparing in de aanlegkost van het wegdek (er kan met een
dunnere toplaag worden gewerkt), maar daartegenover staat de
meerinvestering in de (complexe) aanleg van de collector. Ook de opslag
van de warmte in de bodem is een belangrijke meerkost: in de totale
investering nemen de diepteboringen algauw 50 à 60 % van het
kostenplaatje in beslag. Voor wat betreft de wooneenheden moet er naast
het centrale verwarmingssysteem tevens nog altijd lokaal of centraal een
klassieke back-up of lokale 'optransformatie' van de warmte worden
voorzien. De warmte die uit de warmtebron of het wegdek wordt gehaald,
is immers te laag om direct voor verwarming in te zetten. Wat betreft
operationele kosten, is het moeilijk in te schatten wat de
onderhoudskost voor een dergelijk systeem is. Ervaringen lijken erop te
wijzen dat deze echter goed meevalt. Door het afvoeren van de warmte van
het wegdek, zal deze minder opwarmen, wat de levensduur verlengt (tot
30 %). Hiermee komt een grote onderhoudsbeurt van het wegdek in de buurt
van de geschatte levensduur van een 'asfaltcollector' (ongeveer dertig
jaar).
Ruimte toepassingsmogelijkhedenNieuwbouwprojecten lenen zich
prima voor een 'asfaltcollector', en dan vooral deze waarbij ook een
weg dient te worden aangelegd. De panden kunnen immers zoveel mogelijk
worden afgestemd op de warmte die de weg kan genereren, terwijl de
collector en buffer op een meer correcte wijze kunnen worden
gedimensioneerd. Het is evident dat het grote voordeel van de
'asfaltcollector' in energiebesparing ligt. Een zuinige nieuwbouwwoning
verbruikt ongeveer 30 GJ op jaarbasis. Met een typische opbrengst van
0,8 GJ/m² is dus zo'n 22 à 30 m² wegdek met de 'asfaltcollector' per
woning nodig. En dat komt ongeveer overeen met de oppervlakte van een
gemiddelde weg die voor de woning ligt: een bijna ideale match als het
ware. Natuurlijk zijn er wel enkele beperkingen. Zo moet beschaduwing
worden vermeden zodat een maximale hoeveelheid zonnewarmte kan worden
gecapteerd. In concreto betekent dit dat huizen ver van de weg moeten
worden gebouwd en dat bomenrijen of andere beplantingen moeten worden
vermeden. Trouwens: het heeft weinig zin om veel parkeerplaatsen op de
weg te voorzien, want ook dat zijn 'obstakels' bij het capteren van de
zon. En ook gekleurd asfalt (een nieuwe trend om bijvoorbeeld fietspaden
aan te duiden op het wegdek) zorgen voor een minopbrengst.
Kan het ook anders?Er zijn alternatieven voor de
technologie, maar deze werken niet volgens het concept van RES. Zo is
het mogelijk om de aanleg van de buizen helemaal te vermijden door onder
de toplaag van de weg eerst een laag met ZOWAB (zeer open
waterafvoerend asfalt beton) aan te brengen. Want deze poreuze laag kan
als collector worden gebruikt. Aan de ene kant wordt het water in de
laag gepompt (via een collector, die op regelmatige afstand met deze
laag is verbonden) en aan de andere kant terug in een collector
verzameld. Zo kan het water circuleren en de warmte van de weg opnemen.
Hierdoor zal de levensduur van de weg ook toenemen, maar de
energieopbrengst zal waarschijnlijk iets minder zijn vanwege de
verliezen die door de open structuur kunnen optreden.
En wat brengt de toekomst?De toepassing van de
'asfaltcollector' hoeft niet bij nieuwbouwwijken of verzorgingscentra te
blijven natuurlijk. Zo kan de warmte van een geasfalteerd
parkeerterrein bij een voetbalveld prima worden aangewend voor
veldverwarming in de winter. In dit geval kan de warmte trouwens in een
horizontaal net onder het veld worden gestockeerd: diepboringen zijn
niet nodig. Idem voor vliegvelden, waar het sneeuw- en ijsvrij houden
van de pistes vaak een moeilijke logistieke klus is. "Het heeft er dus
alle schijn van dat de 'asfaltzonnecollector' nog maar aan het begin van
een reeks ontwikkelingen en nieuwe toepassingen staat. Als aanvulling
op vele andere duurzame technieken neemt de technologie nu al een
vooraanstaande positie in en het einde is nog niet in zicht," besluit
Marcel Roozendaal.
Tekst: Els Jonckheere voor
Energymag.be