Welke vergunningen heeft u nodig voor een WKK?

Een warmtekrachtkoppeling (WKK) komt tegemoet aan de wens van veel bedrijven om duurzaam om te springen met energie. De installatie van een WKK brengt echter heel wat administratieve verplichtingen met zich mee. In dit artikel geven we een overzicht van de vergunningen die men moet verkrijgen vooraleer het systeem op het net kan worden aangesloten.

Een warmtekrachtkoppeling (WKK) komt tegemoet aan de wens van veel bedrijven om duurzaam om te springen met energie. De installatie van een WKK brengt echter heel wat administratieve verplichtingen met zich mee. In dit artikel geven we een overzicht van de vergunningen die men moet verkrijgen vooraleer het systeem op het net kan worden aangesloten.


Milieuvergunning


Vergunningsplicht

Een bedrijf is vergunnings- of meldingsplichtig als het minstens één activiteit of handeling uitvoert die in het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning - Kortweg Vlarem - is opgenomen als een inrichting die hinderlijk is voor mens en milieu.
Alle hinderlijke inrichtingen zijn ondergebracht in een indelingslijst die u in bijlage van het Vlarem terugvindt. De lijst bestaat uit een zestigtal rubrieken die op hun beurt onderverdeeld zijn in drie klassen. Inrichtingen die u vindt bij klasse 1 veroorzaken grote hinder voor mens en milieu; inrichtingen in klasse 3 hebben minder nadelige gevolgen voor de omgeving. Om de graad van hinder van een inrichting te bepalen, wordt onder meer rekening gehouden met het vermogen, de drijfkracht, de opslagcapaciteit, het geloosd volume, enz. van de activiteit of handeling in kwestie.  Wanneer een bedrijf meerdere activiteiten uitvoert die behoren tot verschillende klassen, dan geldt voor het bedrijf in zijn geheel de hoogste van deze klassen.





Rubrieken

Op een WKK kunnen verschillende rubrieken van de indelingslijst van toepassing zijn. De grote onderdelen van een WKK-project worden vergund onder volgende rubrieken:


Rubriek 12.1 ‘Elektriciteitsproductie’

 

Elektriciteitsproductie met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van: 

1° 100 kW tem 300 kW, wanneer de inrichting behoort bij een noodgroep en volledig is gelegen in industriegebied : Klasse 3

2°  a) > 300 kW tem 10.000 kW, wanneer de inrichting behoort bij een noodgroep en volledig is gelegen in industriegebied: Klasse 2
      b) 100 kW tem 10.000 kW in de andere dan in sub a) bedoelde gevallen: Klasse 2 

3° > 10.000 kW: Klasse 1


Rubriek 31 ‘Motoren met inwendige verbranding’

Vast opgestelde motoren met een totaal nominaal vermogen van: 

1° a) 10 kW tem 300 kW, wanneer inrichting volledig is gelegen in industriegebied: Klasse 3
     b) 10 kW tem 100 kW, wanneer inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in gebied ander dan industriegebied: Klasse 3

2° a) > 300 kW tem 500 kW, wanneer inrichting volledig is gelegen in industriegebied: Klasse 2
     b) > 100 kW tem 500 kW, wanneer inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in gebied ander dan industriegebied: Klasse  2

3° > 500 kW: Klasse 1

4° turbines met hoeveelheid vrijkomende warmte > 50 MW: Klasse 1


Rubriek 39 ‘Vastgeplaatste stoomtoestellen’

Overige stoomtoestellen, stoommachines (zuigermachines, turbines) met een totaal vermogen van: 

1° 1 tem 100 MW: Klasse 2

2°  > 100 MW: Klasse 1

Opmerking: het vermogen van de brander valt onder rubriek 43! 


Rubriek 43 ‘Verbrandingsinrichtingen’

Verbrandingsinrichtingen met elektriciteitsproductie (thermische centrales) met een totaal warmtevermogen van: 

1° 300 kW tem 5000 kW: Klasse 2
2°  > 5000 kW: Klasse 1      
                              


Een WKK-centrale in Nederland.

 

Bijkomend kunnen nog een aantal andere zaken bij een WKK-project vergunningsplichtig zijn. Enkel voorbeelden:

Rubriek 12.2 ‘Transformatoren’

Transformatoren (gebruik van) met individueel nominaal vermogen van: 

1° 100 kVA tem 1000 kVA: Klasse 3
2°  meer dan 1000 kVA: Klasse 2


Rubriek 16.3 ‘Inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen’

Inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen – ontspannen): luchtcompressoren met een totale geïnstalleerde drijfkracht van: 

1° 5 kW tem 200 kW: Klasse 3
2°  > 200 kW: Klasse 2


Rubriek 17 ‘Gevaarlijke stoffen’

Opslagplaatsen voor vloeistoffen met ontvlammingspunt hoger dan 55°C, maar dat 100°C niet overtreft (bv gedegenereerde olie), met een totaal inhoudsvermogen van: 

1° 100 liter tem 20.000 liter: Klasse 3

Opslagplaatsen voor vloeistoffen met ontvlammingspunt hoger dan 100°C (bv technische olie), met een totaal inhoudsvermogen van: 
1° 200 liter tem 50.000 liter: Klasse 3

    




Vergunningsprocedure

De klasse waaronder een bedrijf valt, bepaalt ook de vergunningsprocedure die gevolgd moet worden. We overlopen de verschillende stappen voor elke klasse.

 

Vergunningsprocedure voor bedrijven in klasse 1

Klasse 1-bedrijven zijn bedrijven die het meest schade (kunnen) berokkenen aan mens en milieu. Zij moeten een milieuvergunning aanvragen bij de Bestendige Deputatie van de provincie waar het bedrijf gelegen is. Nadat het aanvraagdossier volledig en ontvankelijk verklaard is, wordt er verplicht een openbaar onderzoek gehouden in de betrokken gemeente. De adviesverlening start tegelijkertijd. Voor aanvragen die betrekking hebben op inrichtingen van klasse 1 moet advies ingewonnen worden van onder andere het College van Burgemeester en Schepenen, LNE afdeling milieuvergunningen en het Agentschap Ruimtelijke Ordening. Aan de hand van de verschillende adviezen en het verslag van het openbare onderzoek zal de Bestendige Deputatie binnen de vier maanden een uitspraak doen, te tellen vanaf de volledig- en ontvankelijkheidsverklaring.  Deze beslissingstermijn kan mits motivering eenmaal met maximaal twee maanden verlengd worden. Beroep tegen deze beslissing is steeds mogelijk bij de bevoegde Minister van de Vlaamse Regering die op zijn beurt vijf maanden de tijd heeft om de vergunning al dan niet toe te kennen.

Vergunningsprocedure voor bedrijven in klasse 2

De milieuvergunning voor een bedrijf in klasse 2 moet aangevraagd worden bij het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente waar het bedrijf gelegen is. Ook voor klasse 2-bedrijven zal bij elke vergunningsaanvraag een openbaar onderzoek plaatsvinden. De gemeentelijke milieudienst geeft een advies op basis van de aanvraag. Het College moet daarop binnen de drie maanden een beslissing nemen. Deze termijn kan mits motivering eenmaal met maximaal anderhalve maand verlengd worden. Tegen deze beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen kan beroep worden aangetekend, meer bepaald bij de Bestendige Deputatie. Deze laatste heeft vier maanden de tijd om uitspraak te doen over het beroep.


Vergunningsprocedure voor bedrijven in klasse 3

De bedrijven die in klasse 3 zijn ingedeeld, moeten geen milieuvergunning aanvragen. Het volstaat dat zij een melding doen van hun activiteiten. Deze melding moet gebeuren via een speciaal meldingsformulier dat aangetekend wordt opgestuurd of tegen ontvangstbewijs wordt afgegeven aan het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente. De dag na de melding mag de exploitatie starten, tenminste voor zover de stedenbouwkundige voorschriften gevolgd worden.

Let wel: in tegenstelling tot een stedenbouwkundige vergunning heeft een milieuvergunning steeds een beperkte geldigheidsduur van maximaal twintig jaar. Wil u verder exploiteren na deze termijn, dan moet u een hernieuwing van de vergunning aanvragen. Deze hernieuwing gebeurt tussen de 18e en de 12e maand vóór het verstrijken van de lopende vergunningstermijn.





Vergunningsvoorwaarden

Een exploitant is verplicht zijn bedrijf uit te baten conform de bijzondere voorwaarden die opgelegd zijn in de milieuvergunning. Daarnaast moet hij steeds de algemene en sectorale milieuvoorwaarden naleven die bepaald zijn in Vlarem. Voor WKK’s zijn onder meer emissienormen en geluidsnormen van toepassing.

 

De emissienormen verschillen naargelang de WKK werkt met een gasmotor, een dieselmotor of een turbine. Bovendien variëren ze ook nog eens naargelang het tijdstip waarop de vergunning verleend werd en het thermische vermogen van de motor of de turbine. De concentraties van de stoffen waarvoor de emissienormen gelden, evenals de procesparameters zuurstofgehalte, waterdampgehalte, temperatuur en druk, moeten op initiatief en kosten van de exploitant gemeten worden. De frequentie volgens dewelke deze metingen moeten gebeuren, hangt af van het thermische vermogen van de installatie. Nieuwe WKK’s moeten in elk geval ten laatste drie maanden na de ingebruikname van de installatie een eerste meting laten uitvoeren.

Een tweede belangrijke milieuvoorwaarde voor WKK’s zijn de geluidsnormen. Geluidsnormen, uitgedrukt in decibels, zijn verschillend afhankelijk van het gebied en het tijdstip van de dag. In de praktijk wordt het geluid van de WKK gemonitord ter hoogte van het dichtstbijzijnde bewoonde gebouw (woning, kantoor, enzovoort), indien dit op minder dan 200 meter afstand van het bedrijfsterrein met de WKK gelegen is. Is dit niet het geval, dan wordt het geluid geanalyseerd op 200 meter afstand van de terreingrenzen. Het specifieke geluid dat er gemeten wordt, moet onder de geldende norm blijven. Let wel: bij nieuwe installaties wordt er ook rekening gehouden met het oorspronkelijke omgevingsgeluid om te bepalen of de norm al dan niet overschreden wordt.





De stedenbouwkundige vergunning


Vergunningsplicht

Naast een milieuvergunning heeft u voor een WKK ook een stedenbouwkundige vergunning nodig. Hierbij maakt het niet uit of de constructie in de grond wordt ingebouwd, aan de grond bevestigd wordt of louter op de grond leunt. Van zodra het de bedoeling is dat de constructie blijft staan, is een stedenbouwkundige vergunning vereist.


Vergunningsprocedure

Een stedenbouwkundige aanvraag wordt steeds ingediend bij de gemeente waar het bedrijf met de WKK gelegen is. Dit gebeurt door middel van een aangetekende zending of afgave tegen ontvangstbewijs. Vervolgens is het de taak van de stedenbouwkundige ambtenaar om te controleren of het aanvraagdossier volledig is. In principe is een stedenbouwkundige aanvraag niet onderworpen aan een openbaar onderzoek, tenzij het gaat om gebouwen en constructies die een groot volume of een grote oppervlakte innemen.
Afhankelijk van de situatie is de gemeente soms verplicht adviezen in te winnen over de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning. Sommige van deze adviezen zijn zelfs bindend, voor zover ze negatief zijn of voorwaarden opleggen. De adviesverlenende instanties zijn de afdeling monumenten en landschappen, wegbeheerders, enzovoort.
Aan de hand van de adviezen moet het College van Burgemeester en Schepenen een beslissing nemen binnen de 75 dagen (te rekenen vanaf de datum van het ontvangstbewijs). Deze beslissingstermijn kan eenmalig verlengd worden met dertig dagen.
Zowel de aanvrager, belanghebbende derden, de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar als de adviesinstanties kunnen beroep aantekenen tegen de beslissing van het College van Burgmeester en Schepenen. Dit beroep wordt ingediend bij de Bestendige Deputatie.


Koppeling tussen milieuvergunning en stedenbouwkundige vergunning

Er bestaat een koppeling tussen de milieuvergunning en de stedenbouwkundige vergunning indien beide vergunningen noodzakelijk zijn. Deze koppeling houdt in dat de stedenbouwkundige vergunning geschorst wordt zolang de milieuvergunning niet definitief verleend is. Wordt de milieuvergunning geweigerd, dan vervalt de stedenbouwkundige vergunning van rechtswege. Het principe geldt ook andersom: de milieuvergunning wordt geschorst zolang de stedenbouwkundige vergunning niet definitief verleend is. Wordt de bouwvergunning geweigerd, dan vervalt ook de milieuvergunning automatisch.
Het voorgaande houdt dus in dat u niet mag starten met bouwen en/of exploiteren zolang de stedenbouwkundige vergunning en de milieuvergunning niet in orde gebracht zijn.





Aansluiting op het net

Ook voor de aansluiting op het elektriciteitsnet bestaan nog enkele verplichtingen. Zo is een netstudie steeds verplicht voor een WKK. Indien u WKK-project wil opstarten, neemt u best eerst contact op met de distributienetbeheerder om een oriënterende studie aan te vragen. Hierin wordt bekeken of de WKK aangesloten kan worden op de bestaande netfaciliteiten. Zodra het project concreet is, wordt een detailstudie aangevraagd. Hieruit volgt een bindend advies met betrekking tot uitvoering en prijs.
Vooraleer een WKK wordt aangesloten op het elektriciteitsnet moet hij, net zoals alle andere elektrische installaties, een keuring ondergaan. Een erkende keuringsinstantie voert de controle, die nadien periodiek herhaald wordt, uit.
Nadat een aansluitingscontract ondertekend is, zal de distributienetbeheerder zorgen voor de effectieve aansluiting van de WKK op het net. Hiervoor moet de WKK-eigenaar eerst de nodige schema’s voorleggen die de netbeheerder keurt. De WKK-eigenaar realiseert vervolgens de beveiligingsinstellingen die worden opgegeven door de netbeheerder. Eveneens zal het relais of de ontkoppelingsbeveiliging geijkt moeten worden. Het verslag van de ijking wordt bezorgd aan de netbeheerder, waarna de WKK bemand kan proefdraaien. Als deze testen succesvol zijn, komt de netbeheerder ter plaatse het beveiligingsconcept opleveren, waarna de WKK onbemand in productie kan gaan.

 

Wat u moet onthouden…

Voor een WKK heeft u zowel een milieu- als een stedenbouwkundige vergunning nodig. De te volgen procedure is bij een milieuvergunning afhankelijk van de klasse van het bedrijf. Voor een stedenbouwkundige vergunning wordt de aanvraag ingediend bij de gemeente waar het bedrijf met de WKK gelegen is.
Voor de aansluiting van een WKK op het elektriciteitsnet moet u steeds de distributienetbeheerder contacteren. Die gaat een netstudie opmaken en geeft de noodzakelijk beveiligingsinstellingen op. Tot slot mag u niet vergeten de WKK elektrisch te laten keuren door een erkende keuringsinstantie.



Brenda Mariën
Adviseur Energie en Milieu
SBB Accountants & Adviseurs
www.sbb.be



Deel dit artikel:
Onze partners