Wie bepaalt de inrichting: de architect of de school? Weten scholen die bouwen wat voor inrichting ze willen? En wie beslist daarover? Volgens architect
Lieven De Vadder van het Leuvense bureau
AR-TE hebben scholen nog altijd het laatste woord.
Wie beslist over de inrichting van een school?Lieven De Vadder: “Als architectenbureau vinden wij het heel belangrijk dat een project op een gestructureerde manier wordt aangepakt. Hierbij is de inhoudsbeschrijving van een lokaal cruciaal. Die geeft ons een duidelijk inzicht in de specifieke behoeften. Zo kunnen wij in de ontwerpfase de oppervlakte functioneel inrichten en de bruto oppervlakte van de school maximaal beperken. Elke vierkante meter kost de school en de overheid veel geld. De beschikbare ruimte moet dan ook maximaal kunnen worden gebruikt. “
Weten scholen goed wat er op de markt te krijgen is?“Veel hangt af van de mate waarin een school en/of scholengemeenschap op technische vlak gestructureerd zijn. Scholengemeenschappen beschikken vaak over een gecentraliseerde technische dienst met bekwaam en goed opgeleid personeel. Het spreekt voor zich dat zulke personen expert zijn in wat er op de markt te krijgen is. Deze scholen zijn dan ook volwaardige gesprekspartners in het ontwerp- en uitvoeringstraject. Bij kleinere scholen heb ik de indruk dat de leidinggevende personen verrassend goed op de hoogte zijn.”
Klopt het dat je voor de nieuwe DBFM (Design, Build, Finance and Maintain) -projecten het best zo veel mogelijk inrichting in je bouwplan opneemt om maximale subsidies binnen te rijven?“Momenteel zijn op ons bureau geen DBFM-projecten in ontwerp of uitvoering. Subsidies binnenrijven vind ik een verkeerde uitdrukking. Schoolgebouwen oprichten houdt in dat wij impliciet bezig zijn met overheidsgeld. Daar moet je altijd zuinig mee omspringen. Maar een schoolgebouw bestaat uit meer dan bakstenen. De inrichting van de binnenruimte moet ook veel aandacht krijgen, zowel op het vlak van duurzaamheid als op het vlak van esthetiek. Wij mogen de Vlaamse overheid dankbaar zijn dat zij de mogelijkheid biedt om vast meubilair meer te subsidiëren.“
Wie bepaalt de inrichting: de architect of de school?“Elke architect droomt ervan een gebouw te kunnen ontwerpen als een totaalconcept, waarbij hij architecturale visie, functionaliteit, gebruiksvriendelijkheid, sfeer en duurzaamheid tot in de details kan doortrekken. De inrichting vormt dus een belangrijk onderdeel van deze algemene visie. Hierbij kan een gestructureerde wisselwerking met de eindgebruikers (scholieren, leerkrachten, directie, medewerkers) tot heel verrassende resultaten leiden. Wij zijn ervan overtuigd dat boeiende architecturale ruimten, materiaalgebruik, kleurgebruik, natuurlijke lichtinval en goede bouwfysische omstandigheden een ondersteunende bijdrage kunnen leveren aan het algemeen pedagogisch project van de school.”
Bekijk de schoolprojecten van
AR-TE, klik door op ‘projecten’ en dan ‘onderwijs’.
Bron:
iSchoolMagazine.be