“We hebben nood aan een nieuwe opslagloods voor ons hout- en bouwbedrijf. Hoe pakken we dat best aan?” Met die vraag gingen Jeroen Roos en Nadja De Moor aankloppen bij architect Seger Delmulle van Delmulle Delmulle Architecten. Het resultaat is een bijzondere invulling van ruimtelijk rendement die heel wat creativiteit vereiste van zowel de bouwheer-uitvoerder als de architect.
Toen Jeroen Roos en Nadja De Moor, eigenaars van totaalprojecten Hout en Bouw Roos, op zoek gingen naar een locatie voor een nieuwe schrijnwerkersloods, wisten ze niet dat hun noden en wensen zouden resulteren in een voorbeeldproject wat betreft ruimtelijk rendement. Daarenboven etaleert het project het kunnen van het bouwbedrijf. “Onze ambachtelijke schrijnwerkerij zag het levenslicht in 1918”, steekt Jeroen Roos van wal. “Sinds 2012 nemen we ook algemene aannemingswerken voor onze rekening waardoor we ons vandaag graag als algemeen hout- en bouwbedrijf bestempelen. Een groeitraject dat ons in 2011 noopte tot een zoektocht naar extra opslagruimte. Als Oudenaards bedrijf belandden we al vlug in de ambachtelijke zone aan de Neringstraat waar een vervallen pand te koop stond. Na aankoop kwamen we snel tot twee opties: grondig renoveren of nieuwbouw. De keuze viel uiteindelijk op afbraak en een nieuwbouwloods.”
De vraag: een praktische loods
Het oude pand situeerde zich in een ambachtelijke zone die – volgens de regels – gereserveerd is voor gebouwen met een ambachtelijk-industrieel karakter. Jeroen Roos en Nadja De Moor stapten met een eenvoudige vraag af op het architectenbureau Delmulle Delmulle Architecten uit Petegem-aan-de-Schelde. “Een praktische loods met zoveel mogelijk bruikbare oppervlakte, dat was de initiële vraag van Jeroen en Nadja”, herinnert architect Seger Delmulle zich. “Het mocht wel een bijzonder karakter hebben, zodat het pand kon fungeren als visitekaartje van het bouwbedrijf. De site ligt pal in een stedelijke omgeving, in de schaduw van de kerktoren als het ware, waardoor een bijzonder idee begon te rijpen. Wat als we de verloren dakoppervlakte beschouwen als tweede maaiveld en vier woonunits plaatsen bovenop de loods?” “Geen doordeweeks concept, maar we waren meteen verkocht”, aldus Jeroen Roos.
De oplossing: een atelier, mét vier woningen op het dak
Seger Delmulle kroop achter de tekentafel voor een bijzonder programma. “Voor het atelier hebben we geopteerd voor een eenvoudig rechthoekig volume met verschillende poortopeningen. Daardoor kan de loods in de toekomst opgedeeld worden in kleinere units voor andere ambachtsbedrijven, mocht hij niet langer voldoen aan de noden van Jeroens bedrijf. Een flexibele inrichting gekoppeld aan een langetermijnvisie.”
Op het dak vinden we vier woningen terug met een elk een oppervlakte van 115 vierkante meter en een ruim terras van 35 vierkante meter. Op deze manier sluiten wonen en werken perfect op elkaar aan. Overdag vindt er bedrijvigheid plaats in de loods als de bewoners werken zijn. ’s Avonds en tijdens de weekends genieten de bewoners van een prachtig zicht en een ruim terras op een boogscheut van het centrum. De archetypische huisvorm vloeide voort uit de voorschriften. Seger Delmulle: “De kroonlijsthoogte ligt vast op 7 meter hoogte, de nokhoogte mag 10 meter hoog zijn. Doordat de loods op vraag van de bouwheer minimaal 4 meter hoog moest zijn, bleek de typische woningvorm met hellend dak de ideale oplossing.”
Lees verder op www.ruimtelijkrendement.be
- - - - - - -
In opdracht van het Vlaams Departement Omgeving werkte Redactiebureau Palindroom tien inspirerende voorbeeldprojecten uit rond ruimtelijk rendement, i.s.m. Medialife en fotograaf Marc Sourbron. De projecten zijn gepubliceerd op de website www.ruimtelijkrendement.be en op architectura.be.