Wooninbreiding met erfgoedhoeve en collectieve schuur (WE-S architecten)

Op een boogscheut van het centrum van Zwijnaarde, tegenover het parkbos en naast een bedrijventerrein, is recent een nieuwe ontwikkeling verrezen, ontworpen door het Gentse WE-S architecten. Het project bestaat uit 52 appartementen, twee woningen, een buurtschuur en 83 ondergrondse staanplaatsen, en is het resultaat is van een intensief voortraject in nauwe dialoog met de dienst Monumentenzorg van Stad Gent.

Blikvanger op de site is immers een oude, semi-gesloten hoeve die is opgenomen in de Inventaris van Onroerend Erfgoed. Het karakter van de originele woning, inclusief geveldetails en binnenmuren is bewaard gebleven. De schuur werd  opengewerkt en doet nu dienst als buurtschuur, overdekte ontmoetingsruimte en fietsenstalling. Ook de bestaande tuinmuur met kleine stallingen werd bewaard en in ere hersteld.

WE-S architecten is er in geslaagd de charmes van de oude hoeve perfect te combineren met drie nieuw ontworpen volumes, goed voor in totaal 52 woonentiteiten. Het ontwerp van de nieuwbouw past naar volume en hoogte binnen de structuurvisie van Ruimte voor Gent en biedt een antwoord op de noodzakelijke transformatie in functie van verdichting in stedelijk gebied.

 

SCHARNIERLOCATIE

Het perceel van het project ‘Hutsepot’ bevindt zich op een scharnierlocatie temidden de grootschalige korrel van de omliggende bedrijven enerzijds, en de kleinschalige verkavelingsbouw aan de zuidoostzijde anderzijds. De bestaande boerderij is georganiseerd rond een half verharde binnenkoer. De boerderij is in haar integriteit behouden, evenals de dichte straathaag en tuinmuur.

In een eerste fase werden de laagwaardige aanbouwen op de site afgebroken. De configuratie van de bestaande gebouwen, georiënteerd rond het centrale erf, werden bestendigd aan de hand van een nieuwbouwvolume aan de oostzijde van het erf. Een tweede volume aan de noordoostzijde omsluit een nieuwe tuinkamer. Ze wordt aan de oostzijde begrensd door de toegang tot de ondergrondse parking. Een derde en vierde volume aan de noordzijde van het terrein lopen trapsgewijs op en omsluiten twee extra tuinkamers.

Het resultaat is een inbreidingsproject voor 52 appartementen dat zich aan de hand van tuinkamers en erven vervlecht binnen de bestaande hoevesite. De tuinkamers gradiëren van een publiek karakter aan de straatzijde tot een meer besloten karakter aan de achterzijde van het perceel. De toegang tot de drie bouwblokken situeert zich op het centrale binnenplein en wordt telkens gemarkeerd door een betonnen portiekstructuur die tevens de doorsteek naar een omsloten tuinkamer faciliteert. De drie portieken vormen samen met de buurtschuur de pleisterplaatsen op het terrein. Ze worden uitgewerkt als toegangen tot de bouwblokken en tuinkamers, maar fungeren tevens als ontmoetingsplekken.

 

OORSPRONKELIJKE SITUATIE & NIEUWBOUWVRAAG

Het terrein is ongeveer 7.750m2 groot en wordt éénzijdig ontsloten via de Hutsepotstraat. De bestaande cluster aan bouwsels op de site groepeerde zich rond een geplaveide binnenkoer. Het bestond uit een verscheiden combinatie aan gebouwen van verschillende schaal en materialisatie, pragmatisch vormgegeven met als gemeenschappelijk doel het ondersteunen van de voormalige landbouwactiviteit. De bouwvallige schuren en bijgebouwen werden gesloopt. Alle gebouwen en aanhorigheden met erfgoedwaarde bleven bewaard. Zodoende blijft de bestaande hoeve gevrijwaard als ankerpunt voor de site.

De aanvraag voor nieuwbouw heeft betrekking op van 52 parkappartementen, verdeeld over drie vrijstaande bouwblokken. In de bestaande hoeve worden twee grondgebonden woningen ondergebracht. De bestaande schuur wordt ingericht als buurtschuur en fietsenstalling.

De bouwblokken worden voorzien van een ondergrondse parking (84 autostaanplaasten) met fietsenstalling (plaats voor 130 fietsen). De parkeergarage is volledig gesloten en heeft een oppervlakte van ongeveer 3.600 m2. De drie bouwblokken zijn van hieruit rechtstreeks toegankelijk via een trap- en liftkoker.  Blok A bestaat uit twee geschakelde blokken (19 appartementen) van respectievelijk drie en vier bouwlagen hoog ( kroonlijsthoogte van 9,90m en 13,38m). Blok B bestaat uit één volume (acht appartementen) met drie bovengrondse bouwlagen (kroonlijsthoogte van 10,15m). Blok C (25 appartementen) bestaat uit twee geschakelde blokken, waarvan de ene vier en de ander zes bovengrondse bouwlagen heeft.

 

SEMI-GESLOTEN HOEVE

De grondgebonden woningen werden ondergebracht in de bestaande hoeve. De schuur werd ingericht als polyvalente buurtschuur en fietsenstalling voor bezoekers.

De bestaande hoeve is deels opgenomen op de inventaris van Bouwkundig Erfgoed onder de naam ‘Semi-gesloten hoeve’ (vaststelling geldig sinds 14-09-2009) :

“Semi-gesloten hoeve met woonhuis ten westen en stallingen ten noorden van het gekasseide erf, van de straat afgesloten door een muur en toegankelijk via een hek tussen gemetselde hekpijlers, rechts met nis en Onze-Lieve-Vrouwebeeldje met Kind. Woonhuis met kleurig beschilderde erfgevel van acht traveeën met één bouwlaag onder zadeldak (Vlaamse pannen, nok loodrecht op de straat), boven de deur en in de dakpannen gedateerd 1807. Gepikte plint en aflijnende bepleisterde band onder de hanggoot. Rechthoekige vlak omlijste vensters met duimen, luiken en arduinen lekdrempels. Centrale rechthoekige deur in vernieuwde bakstenen omlijsting op neuten; bekronende gekorniste fries met jaartal en ruitmotief. Witgekalkte zij- en achtergevel, uitziend op de straat. Gepikte omlopende plint. Getraliede en beluikte vensters en korfboogdeurtje in achtergevel. Gedeeltelijk verbouwde noordelijke stallingen, haaks aanleunend tegen het woonhuis onder lager overkragend zadeldak (Vlaamse pannen, nok evenwijdig aan de straat). Rechthoekige muuropeningen, ademgaten en centrale doorrit onder verhoogd dakschild. “

 

INPLANTING EN TUINKAMERS

De noordzijde van het perceel is begrensd door een zone voor gemeenschapsvoorzieningen, ingekleurd door het onderzoekspark Zwijnaarde. Aan de zuidzijde is het parkgebied De Ghellinckpark gelegen. Het perceel bevindt zich zodoende op een scharnierlocatie temidden de grootschalige korrel van de omliggende bedrijven enerzijds, en de kleinschalige verkavelingsbouw aan de zuidoostzijde anderzijds. Het gebied ligt geprangd tussen de verstedelijkte rand en het agrarische achterland; anderzijds vormt ze de schakel tussen de grootschalige blokkendozen in de KMO zone, de ééngezinswoningen met royale achtertuinen en het ondergewaardeerde De Ghellinckpark.

De bestaande boerderij is georganiseerd rond een verharde binnenkoer. Deze configuratie werd uitgebreid met drie verschillende, groene tuinkamers tussen de nieuwbouwvolumes. De tuinkamers gradiëren van een publiek karakter aan de straatzijde tot een meer besloten karakter aan de achterzijde van het perceel. Ze worden niet enkel begrensd door de bouwblokken, maar tevens aan de hand van enkele lijnelementen: een haag, een tuinmuur..

De gelijkvloerse terrassen werden inpandig voorzien wanneer ze grenzen aan een meer publieke tuinkamer. Gevels die grenzen aan een besloten tuinkamer werden afgewerkt met uitpandige terrassen. De toegang tot de drie bouwblokken gebeurt op het centrale binnenplein en wordt telkens gemarkeerd door een betonnen portiekstructuur die tevens de doorsteek naar een omsloten tuinkamer faciliteert. De drie portieken vormen samen met de buurtschuur de pleisterplaatsen op het terrein. Ze worden uitgewerkt als toegangen tot de bouwblokken en tuinkamers, maar fungeren tevens als ontmoetingsplekken.

Het resultaat is een inbreidingsproject dat zich aan de hand van tuinkamers en erven vervlecht binnen de bestaande hoevesite. Het zwaartepunt van de ontwikkeling wordt daarbij in de oksel van het terrein voorzien, zo ver mogelijk verwijderd van de bestaande hoeve.

 

52 APPARTEMENTEN

De appartementen worden gespreid over drie autonome volumes, gematerialiseerd aan de hand van een uniform gevelgrid uit een genuanceerde baksteen. De gridstructuur kent enkele bijzonderheden: een verslanking van de penanten met een verticale middenvoeg, een horizontale slag boven de ramen die assimileert met het achterliggende vloerpakket, een vertande aftopping van de bovenste verdieping, een betonnen raamdorpel waarvan de diepte varieert in functie van brandoverslag. De uitsparingen in het gevelvlak voor diepergelegen terrassen en raampartijen volgen uit de belijning van het metselwerk.

De vrijwel uniforme benadering van de bouwblokken laat een volwaardige nevenschikking van gediversifieerde tuinkamers toe. Daarbij worden de terrassen bewust  losgetrokken van de gebouwen. Ze liggen verzelfstandigd aan de randen van de tuinkamers en maken er integraal deel van uit.

Een bescheiden portiekstructuur accentueert de ingang tot de bouwblokken en volgt het bovenliggende gevelgrid. Rechthoekige penanten zetten zich door als ronde kolommen, de horizontale slag komt los van de gevel en vormt een luifel. Het portiek vervult zodoende een tweeledige functie: het kadreert de toegang tot de bouwblokken, maar begeleidt

tevens de ingang tot de tuinkamers, heimelijk verscholen in de oksel van de aanliggende gebouwen. Dergelijke benadering werkt het semi-private karakter van de achterliggende tuinkamers in de hand.

 

TWEE WONINGEN EN SCHUUR 

De bestaande hoevewoning en schuur werden vrijwel integraal bewaard. De hoevewoning werd ingericht met twee grondgebonden woningen. Daarbij bleef het karakter van de originele woning, inclusief geveldetails en binnenmuren minutieus bewaard. Het uitzicht van het woonhuis blijft integraal behouden. In de achtergevel werden twee nieuwe, uitgesproken openingen gerealiseerd. Ze onderscheiden zich ten opzichte van het bestaande schrijnwerk door hun grootte en de detaillering van de dagkanten. Alle nieuw gemaakte openingen kregen diezelfde benadering, zodat het onderscheid tussen bestaande en nieuwe elementen duidelijk naar voor komt. Beide woningen hebben een eigen terras.

De schuur werdt op de kopse zijde opengewerkt aan de hand van een nieuwe portiek en doet dienst als collectieve buurtschuur, overdekte ontmoetingsruimte en fietsenstalling.  Ook de bestaande tuinmuur met stalling en haagmassief bleef bewaard en werd in ere hersteld.

 

UITDAGINGEN EN TROEVEN

Belangrijkste uitdagingen voor de ontwerpers waren de inplanting en configuratie van nieuwe woongebouwen rondom tuinkamers en de realisatie van een ondergrondse parkeerplaats nabij de bestaande te behouden boerderij. Bijzondere zorg ging ook uit naar de restauratie van de buurtschuur en de boerderij. En voor de nieuwbouwvolumes naar de uitvoering van de sterk gedetailleerde baksteengevels.

De ruimtelijkheid tussen de gebouwen en de ruime tuinkamers vormen een van de grootste troeven van het project. Ook de gemeenschappelijke buurtschuur in de voormalige stallingen van de boerderij, en de toegangen tot de appartementen die fungeren als ontmoetings- en pleisterplaatsen op het terrein, verhogen in hoge mate de kwaliteitswaarde.

Deel dit artikel:
Onze partners