In het centrum van Neerpelt zijn zopas de grondwerken gestart van het project Forté, een woon- en winkelproject van DMI vastgoed en de gemeente Neerpelt naar een ontwerp van architect Joris Diliën. De werken zouden tegen 2011 voltooid moeten zijn.
Het project zal verdeeld over drie gebouwen 77 wooneenheden bevatten waarvan 27 serviceflats. Op die manier wil Forté een zo breed mogelijk publiek aantrekken.
Er zullen ook voor in het totaal 3550 m² winkelpanden gerealiseerd worden en het project wordt vervolledigd door twee ondergrondse parkings, goed voor 220 voertuigen.
Strategische doelstellingen
Strategische doelstellingen van dit project vinden hun oorsprong in de handelsstudie en –visie die de gemeente in 2005 opmaakte. “
Deze handelsstudie wees uit dat we vooral op het vlak van shoppen zowel onze koopbinding ten aanzien van eigen inwoners als onze koopattractiviteit ten aanzien van omliggende gemeenten terug moesten opkrikken. We namen deze doelstellingen over in de samenwerkingsovereenkomst die we met onze partner DMI konden afsluiten, waardoor de invulling van Forté ertoe zal bijdragen mensen van overal naar Neerpelt te lokken”, legt burgemeester Raf Drieskens uit.
Volgens architect Joris Diliën van het gelijknamige architectenbureau geeft het project vorm aan het zogenaamde “recreatieve winkelgebied” dat de gemeente Neerpelt wil realiseren in de stedelijke kern. “
Vandaag loopt de winkelrouting binnen het “recreatief winkelgebied” nog langs een aantal lege plekken in de stedelijke kern. Met de realisatie van Forté worden deze lege plekken ingevuld en wordt het bestaande stadsweefsel vervolledigd.”
Tussen de drie nieuwe gebouwen ontstaat een publieke ruimte die bestaat uit een aaneenschakeling van straten, stegen en pleinen. Naast de ‘formele’ straten zullen er informele voetgangersverbindingen zijn. Dit zal de beleving van het kerngebied van de gemeente Neerpelt in sterke mate verbeteren.
Transparante sokkelDe drie gebouwen zijn zo ontworpen dat er een duidelijk onderscheid is tussen de private en de publieke delen. Terwijl het gelijkvloers is opgevat als een transparante sokkel, om zo visuele relaties tussen de publieke plekken mogelijk te maken, zijn de appartementen of serviceflats op de verdiepingen georganiseerd rond een semipublieke open ruimte, de daktuin. Door de vorm van de gebouwen, U-vormig rond de daktuin, ontstaan er plekken die extra beschutting geven aan de bewoners.
Er werd bewust gekozen voor een beperkt pallet van ‘natuurlijke’ materialen: voornamelijk baksteen, architectonisch beton en gepatineerd zink. Doordat deze natuurlijke materialen op een mooie manier verouderen of ‘patineren’, zal dat op termijn extra karakter geven aan de gebouwen.
Het project getuigt van een sobere, ingetogen architectuur die niet om aandacht schreeuwt. “
Wij wilden vooral overdreven kleuren en drukke vormen vermijden. Met een paar weloverwogen detailleringen worden wel de nodige accenten, als bijkomende smaakmaker, gelegd”, aldus Joris Diliën.