Een ouderentehuis dat het zorgaspect laat primeren op de woonbeleving lijkt sinds enkele jaren definitief verleden tijd. Ook het
OCMW van Leopoldsburg is van mening dat zorg en leefbaarheid hand in hand gaan en opteerde daarom voor de bouw van een
gloednieuw woonzorgcentrum. Het nieuwe complex, dat er kwam na een nauwe samenwerking tussen bouwheer Belfius Bank, architectenbureau
RDBM, aannemer Houben en de OCMW-directie, baadt in een unieke huiselijke sfeer en combineert efficiënte zorgverstrekking met comfort via een huiselijke inrichting en de polyvalente werking van het personeel.
NieuwbouwcomplexWoonzorgcentrum Reigersvliet, zo heet het nieuwe tehuis in Leopoldsburg. Een breuk met het verleden voor het OCMW, en tegelijk een stap naar een nieuwe toekomst. Reigersvliet ligt dan wel recht tegenover het oudere home Fabiola, maar verschilt qua woon- en werkconcept oneindig veel van zijn voorganger. Home Fabiola, dat dateerde uit 1970, voldeed niet langer aan de hedendaagse normen voor intensieve ouderen- en dementenzorg. “Home Fabiola was eerder een traditioneel rusthuis en was in feite enkele geschikt voor ouderen met een lichte zorgindicatie, terwijl onze bewoners bijna allemaal dementerend zijn en dus net een zeer zwaar zorgprofiel hebben,” lichten OCMW-secretaris Johan Monbailliu en Linda Perreman, directrice van woonzorgcentrum Reigersvliet, toe. “ Renovatie zou zowel op praktisch als financieel vlak erg omslachtig geweest zijn, en dus hebben we ervoor geopteerd om een volledig nieuw complex te laten bouwen dat qua ontwerp en inrichting gebaseerd is op onze zorgvisie. Het nieuwe woonzorgcentrum telt zeventig wooneenheden (twintig meer dan in home Fabiola), een zestal eet- en zitruimtes, kine- en ergotherapielokalen, een kapsalon, een aantal gemeenschappelijke badkamers en een grootkeuken.”
Woonzorgcentrum Reigersvliet baadt in een huiselijke sfeer. De warme, kleurrijke inrichting maakt dat de woonbeleving op de eerste plaats komt.Geen 'rusthuis'De bouw van het nieuwe woonzorgcentrum was voor het OCMW een absolute noodzaak, zeker omdat het zijn zorgverlening anders wilde organiseren. De directie vond in RDBM een architectenbureau dat haar vernieuwende ideeën omtrent zorgverlening wist om te zetten in een concreet ontwerpconcept: “We wisten aanvankelijk vooral heel goed wat we niét wilden, namelijk een 'rusthuis' bouwen,” vertellen Johan Monbailliu en Linda Perreman. “In andere nieuwe woonzorgcentra, die we gingen bekijken om inspiratie op te doen, zagen we dat de dementerenden in kleine afdelingen verblijven en dat er een echte 'instellingssfeer' heerst. Wij wilden de klemtoon daarentegen veel meer op het wonen leggen door het zorggebeuren minder zichtbaar te maken. We wilden geen witte muren, geen koude neonverlichting, geen linoleumvloeren, geen aparte afdelingen, kortom: geen gebouw dat aan een traditioneel ziekenhuis doet denken. Reigersvliet moest een huiselijk rusthuisgebouw worden, een nieuwe thuis voor de bewoners. Bouwheer Belfius (Real Estate), dat eveneens fungeerde als projectmanager, raadde ons aan om met een architect in zee te gaan die een project op onze maat wilde maken, en niet zomaar een standaardgebouw. Uiteindelijk hebben we gekozen voor RDBM. Projectarchitect Tomas Ooms en zijn collega's hebben vanaf het begin immers heel goed naar ons geluisterd en voelden instinctief aan waar we qua materiaalkeuze en ruimtelijke indeling naartoe wilden.”
Een frisse inkomhal leidt de bezoekers binnen in een gezellig complex dat eerder aan een hotel dan aan een zorginstelling doet denken. (Foto: Marc Sourbron)Nadruk op woonbelevingArchitect Tomas Ooms ontwierp een gebouw dat zich qua ontwerp, ruimtelijke indeling en inrichting volledig richt op de behoeften van de bewoners. Hoewel woonzorgcentrum Reigersvliet er van buitenaf vrij eenvoudig uitziet (rechthoekig volume, gevelmetsel- en pleisterwerk met sporadische houtbekleding), is het een 'huiselijk' complex met een veelvoud aan gemeenschappelijke ruimtes en een erg diverse afwerking. “Dit betekent echter niet dat we er één grote cafetaria van hebben gemaakt,” verduidelijkt Tomas Ooms. “Het is meer een aaneenschakeling van verschillende sferen met een eigen karakter. Deze sferen zijn gegroepeerd rond een centrale patio en worden getypeerd door een bepaalde inrichting of een specifieke relatie met de buitenwereld en de omliggende tuinen.”
Voorts zijn het vooral de erg grote kamers (30 m²) die opvallen. Ze zijn opgedeeld in een slaap- en een woongedeelte, die van elkaar gescheiden zijn door een schuifwand. “Het kan een detail lijken, maar deze opdeling is erg belangrijk om dat 'rusthuisgevoel' tegen te gaan,” meent Tomas Ooms. “Het gegeven dat het bed niet meteen in het zicht staat, beïnvloedt de ruimte- en vrijheidsperceptie van bewoners en bezoekers op een positieve manier. De bewoners worden ook gestimuleerd om een groot deel van hun oude meubels te behouden, wat de overgang van thuis naar het woonzorgcentrum beter verteerbaar maakt. Het accent ligt dus ook in de kamers expliciet op het wonen.”
De zorg op zich gebeurt zoveel mogelijk op de kamers en is dus quasi onzichtbaar. Bovendien zijn er zelden verpleegsters aanwezig in de leefruimten en zijn de andere personeelsleden omgeschoold tot 'woonassistenten' die opdienen, schoonmaken, assisteren bij activiteiten, de zorg ondersteunen, enz. “Zij houden een oogje in het zeil en dragen bij aan de huiselijke sfeer zonder expliciet te 'verzorgen', een zeer belangrijk onderscheid,” vindt Linda Perreman.
De woonbeleving van de bewoners wordt niet enkel benadrukt via de architectuur, maar ook via het minder zichtbare zorggebeuren. De personeelsleden ondersteunen de bewoners als ‘woonassistenten’, terwijl de eigenlijke verpleegsters zich zelden in de gemeenschappelijke ruimtes begeven. (Foto: Marc Sourbron)VoorbeeldprojectWoonzorgcentrum Reigersvliet werd begin juni officieel geopend. Meteen bleek dat het nieuwe complex een verademing is voor bewoners, bezoekers en personeel. De frisse inkomhal, het gezellige interieur en de ruime terrassen doen eerder denken aan een hotel dan aan een zorginstelling. Bovendien beschouwt het Centrum Duurzaam Bouwen woonzorgcentrum Reigersvliet als een pilootproject vanwege de vele duurzame technieken en de grote toegankelijkheid. Voorts werd het ook nog eens binnen het vooropgestelde budget gerealiseerd.
Dat de zorgvisie van de OCMW-directie na al die jaren eindelijk ten volle tot uiting kan komen door de bouw van het nieuwe complex, is niet enkel te danken aan de architect, maar zeker ook aan de nauwe samenwerking met aannemer Houben en bouwheer Belfius. Belfius trad niet enkel op als financierder, maar vervulde met zijn ervaren Technical Team ook de rol van projectmanager. “Reigersvliet is het resultaat van sterk, constructief teamwork,” luidt het eenduidig. “Iedereen heeft zijn rol ten volle kunnen vervullen, zonder elkaar uiteindelijk nodeloos voor de voeten te lopen. Het is een lang en intensief traject geweest, maar de beloning is navenant: een woonzorgcentrum waarin iedereen zich thuisvoelt.”
Woonzorgcentrum Reigersvliet is geen klassiek ‘rusthuis’, maar een huiselijk complex met een veelvoud aan gemeenschappelijke ruimtes en een erg diverse afwerking.Noot: Dit artikel verscheen eerder al in
Bouwen aan de zorg.