WZC Parel der Kempen: aangenaam toeven onder de vleugels van de Kempische huismoeder

Op dinsdag 26 maart verhuisden de 87 bewoners van WZC Parel der Kempen in Westerlo naar een aanpalend nieuwbouwcomplex met 129 wooneenheden en een warme, hedendaagse inrichting. Hun nieuwe thuis bestaat uit een cluster van verschillende volumes die zich als een veelhoek rond een gezellig binnenplein wikkelen.
Op dinsdag 26 maart verhuisden de 87 bewoners van WZC Parel der Kempen in Westerlo naar een aanpalend nieuwbouwcomplex met 129 wooneenheden en een warme, hedendaagse inrichting. Hun nieuwe thuis bestaat uit een cluster van verschillende volumes die zich als een veelhoek rond een gezellig binnenplein wikkelen. Behalve de mooie kleurentinten in het nieuwe gebouw en de markante gele inkomluifel is het echter de manier waarop de bewoners er leven die het meest in het oog springt. In leefgroepen van zeventien kunnen ze er door de aanwezigheid van een eigen begeleidende moederfiguur immers dagelijks genieten van de unieke Kempische huiselijkheid die ze sinds hun prille jeugd sterk hebben gekoesterd.




Het nieuwe WZC Parel der Kempen bestaat uit een cluster van verschillende volumes die zich als een veelhoek rond een gezellig binnenplein wikkelen. (Foto: Stefan Vleugels – Vanhout)




Broodnodige capaciteitsuitbreiding

Als er één ding meteen duidelijk wordt wanneer je het domein van het nieuwe woonzorgcentrum in Westerlo betreedt, is het dat het zijn naam alvast niet gestolen heeft. Dankzij zijn knappe inrichting, ruime kamers, fijne leefruimtes en weidse terrassen nodigt WZC Parel der Kempen meteen uit tot aangenaam verpozen. Het knappe complex vormt echter niet enkel voor de bewoners en hun familie, maar ook voor de gemeente in het algemeen een enorme meerwaarde. De aanleiding voor de bouw ervan was immers dezelfde als bij vele andere nieuwe woonzorgcentra: veroudering, plaatsgebrek en een stijgende vraag naar ouderenzorg. “In eerste instantie dachten we het voormalige gebouw te renoveren en uit te breiden, maar vanwege stabiliteitsproblemen zijn we dan toch overgeschakeld op een nieuwbouwproject,” licht Peggy Van Sprengel, directeur van OCMW Westerlo, toe. “Het nieuwe complex, dat gebouwd werd op de plaats waar de parking van het voormalige woonzorgcentrum zich bevond, bevat 129 woongelegenheden die verdeeld zijn over drie bouwlagen. Het gelijkvloers en de eerste verdieping zijn quasi identiek en bestaan uit drie leefgroepen van een zeventien bewoners, de tweede verdieping omvat twee leefgroepen van respectievelijk tien en zeventien bewoners die in de praktijk echter dikwijls één groep vormen. De oppervlakte van ons woonzorgcentrum is nu 2,5 keer groter dan voorheen. In ons voormalige centrum organiseren we nu tijdelijk dagopvang en zullen we op korte termijn een lokaal dienstencentrum opstarten. Parkeren kan het personeel voortaan in de parkeerkelder onder het nieuwe woonzorgcentrum.”



Elk van de drie niveaus heeft een eigen kleurtint (oranje, groen en wijnrood). Dit zorgt 's nachts voor een fris en intrigerend lichtspel op het binnenplein. (Foto: Stefan Vleugels – Vanhout)




De Kempische huismoeder

Het OCMW van Westerlo koos ervoor om zijn bewoners te groeperen in leefgroepen. Om het sociale contact te bevorderen, riep het bovendien een nieuwe personeelsfunctie in het leven: 'de huismoeder'. “De huismoeder is elke dag aanwezig in haar leefgroep en zorgt voor die typische Kempische huiselijkheid die de inwoners van Westerlo en omstreken met de paplepel hebben meegekregen,” legt Peggy Van Sprengel uit. “We vinden het belangrijk dat de bewoners de alledaagse dingen des levens blijven waarderen. De huismoeder, die overigens net zo goed een man als een vrouw kan zijn, houdt toezicht en zorgt bovenal voor een gezonde sociale dynamiek.”
De Parel der Kempen baadt dan ook in een huiselijke, familiale sfeer. Elke leefgroep heeft een eigen woonkamer met eet- en zitgedeelte, een afdelingskeuken, een badkamer, een gemakkelijk toegankelijk terras en verschillende kleine zithoekjes met een fijn uitzicht op de buitenwereld. “Het zijn de details die het verschil maken,” gaat Van Sprengel voort. “Het eten wordt bijvoorbeeld opgediend in bulksysteem, wat impliceert dat onze bewoners indien gewenst nog een extra schep kunnen vragen en zelf kunnen kiezen hoe ze hun maaltijd samenstellen (met of zonder saus, soort groenten, ...). We kiezen met andere woorden voor een aanpak op maat die de bewoners voldoende vrij laat.”



Het OCMW van Westerlo koos ervoor om zijn bewoners te groeperen in leefgroepen van zeventien. Elke leefgroep heeft een eigen ‘huismoeder’, die instaat voor het creëren van de typische Kempische huiselijkheid die inwoners van Westerlo en omstreken met de paplepel hebben meegekregen.




Keep it simple en huiselijk


Deze aanpak weerspiegelt zich ook in het feit dat de bewoners ten volle gebruik mogen maken van het ruime binnenplein, dat hen vooral in de lente en in de zomer een niet te onderschatten extraatje zal bieden. Door de specifieke inplanting van de geclusterde volumes – 'een garnaal', noemt Peggy Van Sprengel het – ontstond het plein als het ware vanzelf. De markante gele inkomluifel, het zitmeubilair en de goed gedoseerde beplanting zorgen voor het nodige cachet. Binnenkort worden er bovendien ook nog enkele kunstwerken geplaatst en zullen er regelmatig leuke activiteiten plaatsvinden. Het binnenplein vormt met andere woorden het hart van het nieuwe woonzorgcentrum.
De gebouwen zelf geven een vrij sobere en logische indruk. “Het was de bedoeling om het simpel te houden en er geen hypermoderne constructie van te maken. Warmte en huiselijkheid staan voorop,” aldus Van Sprengel. “Dit resulteerde in een vrij traditionele opbouw met een basisstructuur van klassiek metselwerk en betonnen afdekplaten en een afwerking met pleister en wandtegels in de sanitaire cellen,” vult projectleider Jasper De Beuckeleer (aannemer Vanhout) aan. “Bovendien is het gebouw volledig uitgerust met keramische vloertegels, wat het onderhoud vergemakkelijkt. Behalve wit- en grijstinten keert er op elk niveau telkens weer een specifieke kleur terug, die bij de bewoners een gevoel van herkenbaarheid moet oproepen (respectievelijk oranje, groen en wijnrood). Ook in de kamers vind je deze tinten terug, wat 's nachts voor een fris en intrigerend lichtspel op het binnenplein zorgt.”
Behalve dit kleuraccent springt in de ruime kamers (30 m²) vooral de afscheiding tussen leefgedeelte en sanitaire cel in het oog. Een flexibel hanteerbare dubbele schuifwand zorgt ervoor dat de minder mobiele bewoners weinig hinder ondervinden wanneer ze naar het toilet moeten.



De gebouwen zelf geven een vrij sobere en logische indruk. “Het was de bedoeling om het simpel te houden en er geen hypermoderne constructie van te maken. Warmte en huiselijkheid staan voorop,” aldus OCMW-directeur Peggy Van Sprengel.




Constructieve samenwerking


Zoals het een hedendaags woonzorgcentrum betaamt, is ook de Parel der Kempen uitgerust met een resem moderne technieken en installaties: een ventilatiesysteem D met warmterecuperatie, een zonneboiler op het dak die het sanitaire water voorverwarmt en een gascondensatieketel die zowel de verwarming van het gebouw als de verdere verwarming van het sanitaire water op zich neemt. Centraal gestuurde screens verhinderen oververhitting van de kamers, al kunnen de bewoners ze indien gewenst wel manueel bijsturen. Het complex bevat voorts ook een zeer performante elektrische installatie met onder meer een dwaaldetectiesysteem en een systeem van zorgregistratie (Essec) waarmee het verplegend personeel de persoonlijke dossiers van de bewoners digitaal kan aanvullen.
De bouw van het nieuwe woonzorgcentrum nam ongeveer twee jaar in beslag en verliep zonder noemenswaardige problemen. Toch vormde de niet-alledaagse vorm van het complex een behoorlijke uitdaging voor aannemer Vanhout: “Er kwam behoorlijk wat landmeetkunde aan te pas om alle muren tijdens de ruwbouwfase op de juiste plek te krijgen,” vertelt De Beuckeleer. “Voorts rust de ondergrondse parkeerkelder op geschroefde funderingspalen omwille van de instabiele ondergrond. We hebben er bij de bouw van het nieuwe complex dan ook minutieus op toegekeken dat de omringende gebouwen geen schade opliepen. Het dossier was echter prima voorbereid door de architect (ir. arch. Luc Matheve) en het studiebureau (Groep Infrabo), zodat we tijdens de uitvoering geen onoverkomelijke moeilijkheden hebben ondervonden. Dankzij de constructieve, proactieve samenwerking met de bouwheer en de architect was dit voor Vanhout een zeer geslaagde realisatie. Wanneer er extra kosten gemaakt werden (bijvoorbeeld bijkomende vrijloopsystemen in elke kamer), hebben we zelf aangegeven hoe de bouwheer deze extra kosten elders kon compenseren (bijvoorbeeld via de vereenvoudiging van de toegangscontrole). Op deze manier zijn we er samen in geslaagd om zowel binnen de voorafbepaalde termijn als binnen het budget een zeer mooi woonzorgcentrum te realiseren.”



Het grote binnenplein vormt het hart van het nieuwe woonzorgcentrum. De markante gele inkomluifel, het zitmeubilair en de goed gedoseerde beplanting geven het het nodige cachet.



Noot: Dit artikel verscheen eerder al in Bouwen aan de Zorg.
Deel dit artikel:
Onze partners