De gloednieuwe zestig meter hoge keukentoren van de Elishoutschool in Anderlecht torent al een tijdje boven alles en iedereen uit, maar sinds dit schooljaar wordt hij ook effectief in gebruik genomen. Na drie jaar bouwen is de bijzondere constructie - met kolomloze vloerniveaus en zes dragende betonkokers - immers eindelijk klaar. Ingrid Huyghe van Xaveer de Geyter Architecten, Philip Stevens van hoofdaannemer STRABAG en Wim Boydens van Studiebureau Boydens lichtten voor ons het hoe en het wat van dit project even toe.
Wie tijdens een van de vele files op de Brusselse ring al eens even de tijd genomen heeft om naar buiten te kijken, heeft hem misschien al wel zien staan: de gloednieuwe zestig meter hoge keukentoren van de Elishoutschool in Anderlecht, het nieuwe pronkstuk van de Nederlandstalige campus van het voedingsscholencollectief. Naast de bouw van deze opvallende toren omvatte het programma de restauratie van twee modernistische internaatsgebouwen (van de hand van Courtens & Polak) en de vernieuwing van de technieken op heel de campus. Waar het Nederlandstalige gedeelte van de school er na de definitieve splitsing van de campus lange tijd troosteloos en onsamenhangend bij lag, heeft het door die architecturale opwaardering nu eindelijk de eenvormige identiteit waar het zo naar hunkerde.
Nood aan vernieuwing
De bal ging aan het rollen toen de provincie Brabant in 1995 werd opgesplitst. Als gevolg hiervan, werd de van oorsprong tweetalige campus opgedeeld in een Nederlandstalig en een Franstalig gedeelte. Het Elishout-project is het sluitstuk van de hergroepering van de Nederlandstalige instellingen op de site. Terwijl het Franstalige deel van de site een betrekkelijk eenvormige architectuur had, was de Nederlandstalige afdeling een amalgaam van sterk verschillende gebouwen die zonder zin voor enige samenhang in het oude landschap waren gedropt. De Vlaamse Gemeenschapscommissie kon dit niet langer aanzien en wilde de Nederlandstalige kant van de school grondig vernieuwen. Ze schreven een ontwerpwedstrijd uit en wezen de opdracht uiteindelijk toe aan het vermaarde Xaveer de Geyter Architecten. STRABAG werd na een openbare aanbesteding aangesteld als hoofdaannemer.
De nieuwe keukentoren verdient omwille van z'n niet-alledaagse vormgeving toch enige speciale aandacht. Het opvallende gebouw, dat zal uitgroeien tot het nieuwe gezicht van het Nederlandstalige gedeelte van de campus, is in feite niets meer of minder dan een verticale opeenstapeling van een reeks kleedkamers, twee economaten, acht leskeukens, een technische ruimte en een restaurantkeuken. Deze bevinden zich allen in een centraal glazen gedeelte met kolomloze vloerniveaus. Voor het overige wordt de toren gedragen door zes betonnen kokers waarvan er twee een traphal bevatten en één dienst doet als opslagplaats voor de technieken. Aan de voorkant valt vooral de buitentrap met de karakteristieke ronde openingen op. Met z'n veertien verdiepingen biedt de keukentoren een indrukwekkend panoramisch uitzicht over de campus en de rest van de omgeving. “We zijn blij dat we de keukentoren hebben kunnen bouwen. Als landmark langs de Brusselse ring is het een goed uithangbord voor de scholen en het internaat en creëert het bovendien een intrigerend contrast met de oudere toren van de Franstaligen,” glundert architecte Ingrid Huyghe.
Renovatie en restauratie
Naast dit nieuwbouwgedeelte omvatte het project dus nog twee renovaties en restauraties. Hiervoor kreeg het team hulp van restauratiearchitecte Barbara Van der Wee. Zij ontfermde zich over de ruimtes die hun eigenheid zoveel mogelijk moesten behouden (de gangen, het sanitair en de kamers in de 'Kromme Vleugel'). Daarnaast werden er nog slaapzalen omgevormd tot klassen. Dit nam Xaveer De Geyter Architecten op zich omdat daar andere eisen van toepassing waren.
Een grote bijzonderheid was het aanbrengen van de speciale keramische tegelbekleding op de gevels van de gerenoveerde gebouwblokken. “We moesten zo'n 45.000 oude keramische tegeltjes inpassen in de totaliteit van de gevel. Rond de ramen zitten dan ook nog eens 13.000 aparte vormstukken die in totaal ongeveer honderd verschillende vormen hebben en die voor de gelegenheid gemaakt werden in Friesland. Het produceren, het intekenen, het inpassen en het plaatsen van deze stukken betekende voor ons een grote uitdaging,” vertelt Stevens.
Hoogspanning in combinatie met WKK-systeem
Niet enkel voor de keukentoren maar voor de gehele site werd geopteerd voor een warmtekrachtkoppeling (WKK) die zowel zorgt voor stroom als voor warmte. “In een gebouw als dit heb je tegelijkertijd een grote behoefte aan warmte en elektriciteit. Het is dan dat een WKK-installatie interessant wordt,” vertelt Wim Boydens van Studiebureau Boydens dat instond voor de technieken. “Een uitgebreide energiemeting heeft aangetoond dat een WKK in eigen beheer een rationele oplossing is. Gezien de oppervlakte van de site hebben we geopteerd voor een elektriciteitsverdeling in hoogspanning, waarbij de elektriciteit van de WKK opgetransformeerd wordt en geïnjecteerd wordt in het hoogspanningsnet. De WKK zorgt voor een opvang van het piekverbruik van de elektriciteit en is gedimensioneerd om alle lokaal opgewekte elektriciteit te kunnen verbruiken op de site zelf.”
De warmte afkomstig van deze installatie wordt rechtstreeks in het stookcircuit ingebracht. Het concept voorziet verder in een nieuwe centrale warmteproductie met verdeelnet op de campus.
De werken duurden in totaal drie jaar. Ondanks de complexiteit van het programma, verliep de samenwerking tussen de verschillende partijen erg vlot. “Het was niet gemakkelijk dit project samen te realiseren, vooral omdat je elk je eigen belangen hebt te verdedigen. Maar het resultaat staat er, en ik denk dat we er best trots op mogen zijn.”