Wie langs de Schelde richting Wetteren fietst, ziet het krachtige silhouet van de Sint-Gertrudiskerk opduiken, met haar robuuste middenschip en hoge toren. Die rode baksteen komt terug in de volumes van het nieuwe stadshart. Het rijmt op het oude centrum met zijn loggia’s en zadeldaken, maar is onmiskenbaar een hedendaagse aanvulling. In een enkel krachtig en helder gebaar is daar ook de nieuwe fietsbrug, ontworpen door ZJA. Hij bestaat uit een licht achterover hellende, witte stalen pyloon, recht tegenover de kerktoren en bijna even hoog. Een rank silhouet dat naar boven nog versmalt. Vier tuikabels dragen het minimale fietsdek dat de hoge kade in het nieuwe stadshart aantipt zoals een scheepsloopplank de kade.
Het stelde bepaalde eisen om dit slanke silhouet van brugdek en pyloon mogelijk te maken. Om te beginnen zijn zowel de pyloon als het dek gesloten stalen kokers, intern verstevigd met zogenaamde verstijvingsplaten. Het wegdek met een atypische L-vorm en de pyloon zijn verbonden met een krachtige monoliete verbinding. Er was een verfijnd samenspel nodig tussen de spanning op de excentrisch geplaatste tuien, de gebruikte plaatdiktes en de achterover hellende pyloon om de volledige overspanning te laten dragen door zo weinig materiaal. Voor sommige platen werd een hogere staalkwaliteit gekozen. Het idee achter het ontwerp is om de brug zo licht mogelijk te laten zijn aan de stadskant van de rivier.
Hoe de brug in de omgeving past
Wat is nu het aandeel van de stalen brug in dit nieuwe en aantrekkelijke stadsaanzicht? Welk idee zat er achter het ontwerp? Om te beginnen is de fietsbrug een noodzakelijke vervanging van de oude passerelle die ter hoogte van de Kapellendries bestond. De doorvaarthoogte van die brug voldeed niet meer aan de nieuwe eisen van de nieuwe Schelde-Seine verbinding die de binnenvaart tussen Antwerpen en Parijs moderniseert.
De plek die gekozen werd voor de nieuwe fietsbrug bepaalt een wezenlijk onderdeel van het ontwerp van ZJA. De nieuwe brug steekt de Schelde over recht achter de Marktdreef, een gebied aan de kadeweg waar tot voor een paar jaar het verlaten bedrijventerrein De Witte was. Vanuit het centrum gezien was dit een deel van Wetteren dat met de rug naar de rivier gekeerd was en slecht gebruikt werd. Het ambitieuze ontwikkelingsplan Wetteren aan de Schelde waarvoor awg architecten tekende, voorzag niet alleen in de bouw van forse volumes met kantoren en woningen, maar ook in de toevoeging van veel aantrekkelijke publieke ruimte. Rondom het nieuwe stadhuis, met het waterplein en plantsoenen en vooral door de aansluiting op de fietsbrug over de rivier. De brug en de nieuwe omgeving aan de oever versterken elkaar. De brug brengt de cafégangers, het winkelpubliek, de forenzende kantoorwerkers en de vele scholieren in het nieuwe deel van het centrum, die er zorgen voor stedelijk leven. Vandaar dat de brug een opvallend en energiek gebaar diende te maken, dat de beleving van het oversteken van de rivier versterkt.
Vanuit het landelijke, open gebied komen fietsers langs de rivier over de aanbrug omhoog gereden. Het ontwerp daarvan is zo licht en open mogelijk met kolommen op minimale breedte. Na een scherpe bocht volgt de oversteek, naar het zeven meter boven de rivierkade gelegen plein, tussen de nieuwe gebouwen met kantoren en woningen en het nieuwe stadhuis. De fietsers rijden als door een hoge poort het bastion van de stad binnen. Meteen bevinden ze zich in een levendige publieke ruimte met het nieuwe stadhuis, cafés en winkels.
Wie vanuit de stad de brug nadert passeert het nieuwe plein met zijn fonteinen en kijkt bij het oversteken van de rivier in de open ruimte aan de overkant van de Schelde. En het zicht is weids, want de brug werkt als voortzetting van het stadsbalkon op de hoge oever.
De juiste locatie en de open ruimte
Het ontwerp van ZJA rust op twee uitgangspunten, waarvan het eerste luidt dat de brug met weinig materiaal optimaal zijn functie vervult. De zogenaamde aanbrug, die evenwijdig aan de rivier fietsers vanuit het Overschelde gebied laat klimmen tot de bocht waar de brug de oversteek begint, is door zijn kleuren en ontwerp zo licht en open mogelijk. Aan de Tragelweg, is een lange, luie trap met fietsgoten. Rond de voet van de brug is een vriendelijke groene publieke ruimte ontstaan, waar scholieren elkaar opwachten en in de zomer fietsers en dagjesmensen zullen rusten, kijkend op het nieuwe Wetteren. De oude ontmoetingsplek voor forenzen en scholieren was bij het pleintje aan de Kapellendries. Dat kan nog steeds dienstdoen, want daar is het begin van de aanbrug.
Het tweede uitgangspunt in het ontwerp is dat de brug recht moet doen aan de kwaliteit van de open ruimte boven de rivier zelf. De ervaring van het oversteken van de Schelde, op flinke hoogte, dicht naast de stedelijke volumes van het nieuwe centrum, is in beide richtingen prachtig. Ook vanaf de overkant en vanaf het water is er met de nieuwe ontwikkeling een kwalitatief hoogwaardig stadsgezicht ontstaan. Juist daarom zou een brug het licht en de ruimte boven die bocht in de Schelde zelf zo min mogelijk moeten verstoren.
De twee oevers van de rivier zijn bij Wetteren extreem verschillend, en daarmee speelt het ontwerp van de karakteristieke hellende pyloon tegenover de robuuste kerktoren. Door de openheid die het ranke ontwerp boven de rivier laat is er harmonie, ondanks het contrast. Iedereen ziet meteen dat de brug voor dienend wil zijn, en de maar liefst 75 meter lange oversteek van fietsers en voetgangers zo transparant mogelijk wil maken. Staal en baksteen, oud en nieuw, licht en donker, stedelijk en landelijk, land en water, alle contrasten die bij elkaar komen op deze ‘hotspot’ worden op een minimaal invasieve manier verbonden door de stalen tuibrug. En dat levert bij elkaar, op die zomerdag vanaf het water een verrassend en levendig beeld op. Vanaf het water lijkt het of de fietsers en voetgangers die van en naar het nieuwe centrum van Wetteren gaan dankzij de witte tuibrug over de Schelde zweven.