Vlaanderen moet zeer zuinig zijn met haar open ruimte. Daarom heeft de Vlaamse overheid in het kader van het ruimtelijk beleid het basisprincipe van ruimteneutraliteit tegen 2040 vooropgesteld, beter bekend als de Bouwshift. Tegen 2040 wil ze de dagelijkse inname van open ruimte terugdringen tot nul hectare. Daarna kan nieuwbouw alleen gebeuren in de ruimte waar nu al bebouwing is. HOGENT en VITO onderzochten hoe de afgelopen 50 jaar open ruimte is ingenomen, wat de rol daarin was van de gewestplanning, en hoe dit verder kan evolueren naar de toekomst. Hun rapport maakt alvast duidelijk dat Vlaanderen zonder bouwshift meer dan 40.000 hectare natuur en landbouwgrond dreigt te verliezen.
De eerste digitale versie van de bestemmingskaarten werd pas in 1994 ingevoerd. Toch waren er al sinds eind de jaren 60 voorontwerpen van 25 gewestplannen die Vlaanderen helemaal bedekken. De historische studie wijst uit dat de ‘verrommeling’ van Vlaanderen, zoals we die vandaag kennen en die belangrijke maatschappelijke kosten met zich meebrengt, al ontstaan is in de jaren 60 en 70. Naarmate de voorlopige gewestplannen evolueerden naar hun definitieve vorm werden meer en meer bebouwde percelen, die verspreid of in lintbebouwing voorkwamen, bestemd voor wonen.
Was de ruimte die was voorbehouden voor bebouwing toen al ruim, dan werd ze nog groter. Dit overaanbod werd verantwoord op basis van economische motieven zoals het feit dat ‘beschikbare ruimte voor bedrijvigheid meer bedrijvigheid creëert’. Maar ook budgettaire redenen werden aangevoerd. Zo zou bouwgrond betaalbaar blijven. Overheden voerden ook aan dat de burger de keuze moest krijgen om te wonen waar hij wilde wonen en dat hij het recht had om te kiezen voor een landelijke levensstijl. Achter dat alles zat vooral de vrees voor schadeclaims en de daaruit volgende schadevergoedingen door (grond)eigenaars.
Tot op vandaag blijven deze 43-jaar oude gewestplannen de ruimtelijke ordening voor een groot deel van Vlaanderen verder bepalen. Sinds de definitieve vastleggen van de gewestplannen is namelijk maar 5% van het Vlaamse grondgebied veranderd in hoofdbestemming (1980-2020). Er verandert (en verbetert) dus bijzonder weinig aan deze oude bestemmingsplannen, ondanks de veranderende maatschappelijke en ecologische omstandigheden.
NATUUR EN LANDBOUW ONGEPLAND INGEVULD MET RUIMTEBESLAG
Wat deze studie ook heeft uitgewezen, is dat een groot deel van het bijkomende ruimtebeslag - ongeveer één derde - bovendien ‘ongepland’ werd toegestaan in de zachte bestemmingen, zoals landbouw en natuur. Volgens de stedenbouwkundige voorschriften was dat niet voorzien. De gewestplannen hebben dus geen bijsturing teweeggebracht om de ontwikkelingen meer in de bestemde zones bij elkaar te houden.
Uit de cijfers blijkt dat het ‘ongepland’ aandeel ruimtebeslag in de zachte bestemmingen in de laatste jaren zelfs nog toeneemt door de uitzonderingscultuur van zonevreemde afwijkingsregels. Daardoor komt meer dan 50% van het ruimtebeslag in zachte bestemmingen terecht. Het bijkomend ruimtebeslag (1975-2020) is ‘uitgesmeerd’ over het land en vertoont nauwelijks compactheid of concentratie, op de ontwikkelingen van zeehavens, nationale luchthaven en enkele bedrijventerreinen in Limburg na. Meer nog: de snelheid van ruimteconsumptie verliep tijdens deze periode 2,5 maal zo snel als de bevolkingstoename.
Wat als de bouwshift echt wordt toegepast?
De studie van HOGENT en VITO onderzocht verder ook hoe het ruimtebeslag zich in Vlaanderen verder kan ontwikkelen tot 2050. Waar en hoeveel ruimtebeslag komt er bij als het beleid niet wordt gewijzigd en we ervan uitgaan dat de ruimte-inname aan hetzelfde tempo doorgaat zoals gemeten in het laatste decennium (scenario growth-as-usual, GAU of 5 ha/dag aan ruimteconsumptie)? En, hoe verschilt dit bij toepassing van nieuw beleid, met name het uitvoeren van verdichtingsprincipes en beschermingsprincipes uit het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (scenario BRV)?
De resultaten zijn opmerkelijk:
Bijkomend ruimtebeslag 2020-2050 Vlaanderen, in growth as usual scenario (boven) en bij uitvoering van beleidsscenario BRV (onder)
Evolutie ruimtebeslag Vlaanderen in harde bestemmingen (rood) en zachte bestemmingen (groen), van 1975 tot 2020 en toekomstprojectie van 2020 tot 2050 bij trend (stippellijn) en uitvoering nieuw beleid (puntjeslijn).
Meer over deze studie vind je op de website van VITO.