Zorgcentrum Ravelijn, in harmonie met elkaar en met de natuur

Het project gaat terug tot 2011 toen de stad Zoutleeuw het gebied “Ravelijn”, gelegen tussen de Budingenweg en de gebouwen van het IWM aan de Ossenwegstraat, wou ontwikkelen. Ravelijn ligt niet ver van het historisch stadscentrum en zal uit een woonzorgcentrum, een herstelverblijf, een kortverblijf en assistentiewoningen bestaan. Naast het zorgcentrum komen er ook nog nieuwe jeugdlokalen en een nieuwe woonwijk. De naam komt van de aarden omwallingen die de stad in de middeleeuwen bescherming moesten bieden en waarvan de laatste overblijfselen zich aan de grens van de site bevinden.

Doordacht ontwerp

Het geheel werd zeer doordacht ontworpen en de indeling ervan minutieus uitgedokterd door Delmulle Delmulle Architectenbureau. Het resultaat is een gebouw dat perfect in de omgeving past. De optimale oriëntatie van de wooneenheden, en de delicate en secure opbouw resulteert in een evidente en bruikbare structuur waar de ultieme gebruiks- en belevingswaarde van het gebouw in zijn omgeving gegarandeerd wordt. 

De inkom van het gebouw vormt het centrale deel van waaruit alle leefgroepen – links de zorgbehoevenden en rechts de assistentiewoningen – gemakkelijk bereikbaar zijn. Op het binnenplein bevinden zich ook de gemeenschappelijke ruimtes zoals de bar en het restaurant. Dankzij het terras vloeit het ene deel naadloos over in het andere en wordt de verbondenheid onder de verschillende delen onderling gematerialiseerd. 

In het centrale gedeelte liggen bovendien ook alle administratieve en ondersteunende functies gegroepeerd. Hierdoor kunnen alle leveringen gemakkelijk via een tweede binnenplein gebeuren, zonder het dagelijks leven in het woonzorgcentrum te verstoren. Bovendien vermijdt het ook lange verplaatsingen door de gangen omdat elke kamer relatief dicht bij alle voorzieningen ligt. 

Door de weldoordachte structuur en inplanting van het gebouw hebben de kamers van zowel het woonzorgcentrum, het kortverblijf als het herstelverblijf niet enkel uitzicht op de landelijke omgeving maar ook op een grote binnentuin. Dankzij de ingesloten inplanting van de binnentuin kan deze uitstekend aangewend worden als veilige dwaaltuin voor dementerenden en zorgbehoevenden.

De assistentiewoningen zijn aan de buitenkant uitgebreid opengemaakt om een maximum aan licht en uitzicht binnen te laten. Een deel van de constructie werd voorzien op een sokkel. Deze laat toe om voor de gelijkvloerse woningen voldoende privacy te voorzien. Voor de woningen op de verdieping vormt de sokkel de basis voor de houten terrassen. Om voldoende lichtinval te voorzien voor de gelijkvloerse woningen werden de terrassen plaatselijk opengemaakt.

Slim materiaalgebruik

Om het gebouw zo zuinig mogelijk te maken werd er natuurlijk gedacht aan de plaatsing van o.a. zonnepanelen. Door een witte Derbicolor® als dakbaan te voorzien, wordt het rendement van deze zonnepanelen geoptimaliseerd. De witte schilfers op de bitumen waterdichting zorgen ervoor dat de zonnestralen extra weerkaatst worden. Het witte oppervlak zorgt er ook voor dat de lucht, die de zonnepanelen omringt, trager en minder hoog opwarmt, waardoor de zonnepanelen een hoger rendement behouden.

De hoge drukweerstand van de Derbicolor® dakbaan laat perfect toe om de zonnepanelen los te plaatsen en ze door middel van extra ballast vast te zetten, dit zonder gevaar voor lekken.

Op het gedeelte van het dak dat zichtbaar is vanuit de ruimtes op de eerste verdieping werd geopteerd voor een uitwerking als groendak. Naast het aangenaam visueel aspect van de daktuin zorgt deze ook nog voor extra groen en een waterbuffering in geval van hevige regenval. Voor deze toepassing werd de Derbigum® SP WW als dakbaan aangewend. Een perfecte keuze dankzij de wortelwerende eigenschap van deze bitumen waterdichting.
Voor de plaatsing van het dak heeft Bouwbedrijf Dethier beroep gedaan op een dakdekker met jarenlange ervaring in het plaatsen van Derbigum-dakbanen : Vanherle Dakwerken nv. Binnen het netwerk van Derbigum : Derbigum.Net, heeft Vanherle Dakwerken het hoogste niveau, dit van Professional Master, reeds geruime tijd behaald. Dit maakte van hem een uitgelezen partner voor deze opdracht.

BIM tot in de puntjes

Bouwbedrijf Dethier heeft voor het ontwerp en de volledige opvolging van dit project alle digitale middelen benut die het ter beschikking had. Het uitgebreide BIM-model dat opgesteld werd van het Zorgcentrum heeft hen zo in staat gesteld een perfecte voorbereiding van het project te maken. 

Sinds een aantal jaren zet Bouwbedrijf Dethier sterk in op digitalisatie, waaronder BIM. “De digitalisering binnen ons bedrijf zorgt op de eerste plaats voor een betere communicatie en beschikbaarheid aan informatie, zowel intern als extern. BIM is daarbij dé belangrijkste verandering van de afgelopen jaren. Door een intensief gebruik van alle data in onze BIM-modellen willen we onze organisatie nog productiever maken. De mogelijkheden zijn eindeloos.”, aldus afgevaardigd bestuurder Kevin Dethier.

Deze uitgesproken digitale focus heeft hen trouwens in 2018, de Digital Construction Award opgeleverd tijdens de Belgian Building Awards. 

Delmulle Delmulle Architecten

Het architectenbureau Delmulle Delmulle Architecten, dat instond voor het ontwerp van het zorgcentrum bestaat uit het duo Frank Delmulle en zijn zoon Seger. Samen runnen zij het architectenbureau met een tiental medewerkers. Elk nieuw project wordt vooraf uitvoerig onderzocht en geëvalueerd op verschillende vlakken. Zo krijgen de projecten karakter door de interactie tussen individualiteit en collectiviteit, rationaliteit en irrationaliteit, continuïteit van ruimte in de tijd en veiligheid versus vrijheid. 

Frank Delmulle over het project “Ravelijn”: “voor dergelijke projecten haal ik graag inspiratie bij mijn onderzoeksproject over Tissergate aan de KU Leuven. De woongemeenschap Tissergate, een ksar in Zuid-Marokko vormt een zeer harmonieuze en verweven leefwereld. Dergelijke woongemeenschappen moeten als voorbeeld genomen worden om een alternatief te vinden voor de vergrijzing en moeten een sleutel worden tot de zorgcultuur van de toekomst”.