Herinrichting op- en afrittencomplex Diepenbeek
Het op- en afrittencomplex te Diepenbeek is bijzonder. Het onderscheidt zich enerzijds door zijn ligging op de grens van twee landschappen en anderzijds door zijn ligging ten opzichte van de snelweg. De autosnelweg E313 rijdt doorheen verschillende landschappen, gekenmerkt door een verschillende topografie, een verschillende hydrografie en een verschillende vegetatie. Ter hoogte van Diepenbeek wordt de overgang gemaakt van het Kempens Plateau naar het glooiende landschap van Haspengouw. Het op- en afrittencomplex vormt hier de poort tot Haspengouw. Door de verdiepte ligging van de autosnelweg is de verkeerswisselaar visueel sterk aanwezig. De herinrichting biedt de opportuniteit om deze overgang tussen landschappen scherper te stellen en beter vorm te geven. De verkeerswisselaar ontleent zijn vorm daarom aan een grondige lezing van de omringende landschappen. Infrastructuur, landschappelijke inpassing en architectuur vormen daarbij één onscheidbaar geheel. Ten noorden wordt het karakter van het gebouwde landschap versterkt, met zijn objecten zoals de watertoren, de gsm-mast en de carpool parking. Ten zuiden wordt het cultuurlandschap van Haspengouw doorgetrokken onder het complex tot aan de snelweg. De verkeerswisselaar zelf wordt overheen deze twee landschappen gespannen, in een omarmende beweging. Er ontstaat een helder schema waarbij landschap en infrastructuur elkaar versterken.