Alle goede dingen bestaan uit drie, zelfs deze genante bloemlezing van eigen-lof-stinkt-citaten van onze huiscolumnist Filip Canfyn naar aanleiding van zijn 200ste Steen & Been. Dit contractueel afgedwongen voorrecht van de auteur is goed voor één keer, volgende week verschijnt weer een normaal stukje van hem. Nu ja, normaal …
Zolang architecten architectuur
als de overtreffende trap van bouwen beschouwen
zullen zij niet-bouwen nooit ernstig nemen maar wantrouwen,
zullen zij ruimte in gevaar blijven brengen in naam van de architectuur
en zullen zij niet-bouwen of zelfs niet-overal-bouwen
niet ondersteunen, laat staan propageren.
(To build or not to build, 0nummer 100)
Als Uplace succesvol is,
is het een ramp:
de ring dicht,
de binnenstad leeggezogen,
de omgeving op stelten.
En als Uplace niet succesvol is,
is het mogelijks nog een grotere ramp:
een megakankerplek aan de rand van de stad.
(De pretentie, nummer 21)
Verkavelingsvlaanderen kan alleen maar blijven bestaan
door niét na te denken.
(Go, Leo, go!, nummer 65)
Ik krijg eczema van hypocriete poenpakkers,
van hufters, die architectuur misbruiken
om hun blazoen op te blinken
maar eigenlijk alleen maar wensen
zonder enige morele rem hun wil op te dringen
om langs de kassa te kunnen passeren.
Welke architect wil nog voor zulke ranzigheid werken?
(Couckenbak, nummer 39)
Stadsontwikkeling is projectontwikkeling geworden.
Dus wie een stad wil besturen
moet in die vastgoedwereld bewegen,
in die soms grijze en risicovolle kringen
van rendement, maximalisatie en meerwaarde.
En het is natuurlijk iets moeilijker maagd te blijven
wanneer je in een bordeel rondloopt.
(Immografie, nummer 121)
Stedelijk consumentisme,
waarbij het gebruiken van de stad belangrijker wordt
dan het wonen, werken en dus leven in de stad,
is het logische gevolg van de expliciete focus van het stedelijk beleid
op pretstad en feeststad,
op citymarketing met een grote strik.
Mijn stagemeester Jan Tanghe zei jaren geleden al:
citymarketing is
“een yuppiesynoniem
voor de economisch gestuurde stedelijke uitverkoop”.
(Vakantiegrief, nummer 103)
Cohousing heeft een hoog elektrische-auto-gehalte.
Ja, de elektrische auto is ook goed bedoeld,
goed aangeschreven, goed ontworpen
maar evenzeer moeilijk betaalbaar, onecologisch geproduceerd,
welwillend gesubsidieerd, statistisch onbelangrijk
en al helemaal geen oplossing voor het mobiliteitsprobleem,
waar het toch allemaal mee begon.
(‘Thuis’ voor architecten, nummer 144)
Gemakzuchtigen vinden
dat het dt-gedoe moet verdwijnen.
Ik word daar uiterst triestig van.
Verschoning,
ik wordt dtaar uidtersdt dtriesdtig van.
(Kibbelingen, nummer 149)