Je kan schrijven of niet-schrijven. Niet-schrijven ligt voor de hand, je gaat daar niet voor, dat gebeurt vanzelf. Schrijven is wél een doordachte keuze, waarbij je afweegt of het zin heeft, of je zin hebt. Hetzelfde geldt voor bouwen of niet-bouwen. Bouwen is makkelijk, iedereen doet het, dat zit in onze genen. Niet-bouwen is wél een bewuste keuze, een uitdrukkelijke optie voor een lastigere maar levensvatbaardere route. In deze jubileumcolumn wil ik nog maar eens bevestigen da...
Soms schrijft een column zich zelf. In De Standaard van 13 mei 2017 staat een voor mij zeer herkenbaar artikel. Ik heb immers met mijn geliefde een nieuw adres gekocht en we zitten volop in de downsize-, doorgeef-, recycleer-, aankoop- en verhuisperiode. Het stuk van Sarah Vankersschaever onder de titel 'Wie redt onze meubels? – Van levensgezel tot wegwerpproduct' begint ad rem: "De helft van ons grof huisvuil bestaat tegenwoordig uit meubels. Of beter: uit restanten vezelplaat van een ...
Ik heb het in Steen en Beenal vaker gehad over wat eerst 'de nevenschade van de globalisering' en nu eerder 'moderne slavernij' wordt genoemd: het intensief inzetten van (zeer) goedkope arbeidskrachten op bouwwerven. Iedereen weet onderhand wat ik over deze georganiseerde uitbuiting door grote én kleine aannemers denk. (Ik schaam me momenteel dood omdat mijn nieuwe thuis geschilderd en geparketteerd wordt door één Portugees en twee Roemenen, hoewel de werken besteld werde...
Ik heb zeven weken lang genoten van de Canvas-reeks 'Made in Europe': elke keer een thema met telkens vierEuropese cultuurschatten, magistraal aaneengewoord door Dimitri Verhulst en al even eminent aaneengebeeld. Ik ben dan ook achteraf het gelijknamige boek uit 2014 van Peter Steinz gaan kopen. Na de puike tv-serie had ik geen enkel excuus meer om dit lexicon niét in huis te halen. Alleen al de ondertitel maakt ons vandaag allemaal schatplichtig: "de kunst die ons continent bindt".
De eerste vrijdag van april zal mij lang bijblijven. Ik vertrek op kantoor, neem de metro en stap het Brusselse Zuidstation uit, op zijn fluitjes. Ik ga sunchen (souperen en lunchen samen) in de late namiddag, voor ik de trein richting huis slash paasreces neem, en mijn dag kan eigenlijk niet meer stuk. Tot ik merk dat in de Fonsnylaan de bulldozers weeral toegeslagen hebben en mijn Casa Dario met de grond gelijk gemaakt hebben. Ik sta stil, perplex, op memory lane.
Onlangs nog eens moeten jureren in een architectuurwedstrijd voor een gebouw van pakweg 20 miljoen euro zonder btw. Ik doe dit eigenlijk niet graag omdat ik daar steeds zo meewarig van word. Na ruim dertig jaar praktijk in ontwerpconcours (de helft als deelnemer, het saldo als stuurman aan de wal) blijf ik het nog altijd uiterst moeilijk hebben met een fundamentele tweespalt, eigen aan architecten apart én aan architecten samen.
Deze week laat huiscolumnist Filip Canfyn zijn kritisch licht schijnen over het zogenaamde microwonen."Tien jaar geleden werd de serviceflatuier leeggemolken, vijf jaar geleden werd de studentenkamerdweil uitgewrongen en nu moet iederéén wijsgemaakt worden dat wonen op 25 m² leuk is en moét zijn. Omdat het betaalbaar is! Ja? Ik denk het niet."
Huiscolumnist Filip Canfyn herlas onlangsGanz Unten' alias 'Ik (Ali)van Günter Walraff. Dat deed hem in zijn pen kruipen. "Ja, ik weet het, ik schrijf wel eens meer over deze sociale dumping. Ik zie het ook elke dag gebeuren en als je dan een boek leest van zò lang geleden, dat met andere woorden maar met dezelfde walging beschrijft hoe economische krachten hun vunzig voordeel doen met mensen, die kost wat kost vechten voor het overleven van zichzelf en hun naasten, dan moet het e...
De kogel is door de kerk! De geest is uit de fles! De kat is in de zak! In elk geval, de issue dieal lang niet meer de Oosterweelverbinding zou mogen genoemd worden maar wel het infrastructureel antwoord op het mobiliteitsinfarct rond Antwerpen, heeft na zoooo lang een soort van consensus bereikt tussen dorpspolitiek, betonzucht, verkeersdeskundigheid en middenvelddruk. Ik krijg het misschien moeilijk op papier maar ik ben alleszins blij.
Welgeteld vijftig jaar geleden wordt het Manhattan-project in de Brusselse Noordwijk juridisch op gang geschoten. Deze megalomane vastgoedorgie, die nat droomt van 80 (!) torens tot 160 meter hoog en van bijna één miljoen vierkante meter kantoorprairie, wordt op 4 torens na nooit uitgevoerd. 53 hectaren vol wonende mensen en simpele bedrijvigheid worden wél voor altijd weggeveegd. Het getuigt zelfs bijna van een onwerkelijk sarcasme dat op de plek, waar een halve eeuw gel...