Eerste steen voor nieuw hoofdkwartier Defensie (assar architects, ArtBuild & ANMA)

  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7

Op woensdag 4 juni 2025 werd in Evere de eerste steen gelegd van het nieuwe hoofdkwartier van Defensie. Deze symbolische handeling markeert het begin van een strategisch bouwproject dat het hart van de Belgische strijdkrachten voor de komende decennia zal hertekenen. Het ontwerp is van de hand van de bureaus assar architects, ArtBuild, het Franse ANMA en studiebureau Sweco. Voor de uitvoering en het onderhoud tekent het consortium NHQ, waarin onder meer BAM Interbuild, Galère, Jan De Nul, Valens en AB Eiffage samenwerken. De eerstesteenlegging brengt ook een zeldzaam grootschalig publiek-privaat bouwproces op gang waarin ontwerp, realisatie en onderhoud naadloos geïntegreerd zijn.

De bouwplaats bevindt zich op een terrein van 11,4 hectare tegenover het NAVO-hoofdkwartier, deels op de vroegere NAVO-site en deels op het huidige Kwartier Koningin Elisabeth. De geplande gebouwen beslaan een oppervlakte van 113.000 m² en zullen plaats bieden aan bijna 4.000 medewerkers. Naast het centrale hoofdgebouw worden een conferentiecentrum, een crèche en kantoren voor sociale en culturele diensten van Defensie voorzien. De site combineert dus militaire infrastructuur met voorzieningen die de werk-privébalans van het personeel ondersteunen en de werking van Defensie als geheel versterken.

Strategische vernieuwing

De bestaande infrastructuur van het hoofdkwartier, daterend van begin jaren ’70, voldoet al lang niet meer aan de huidige normen op het vlak van comfort, veiligheid en energie-efficiëntie. De nieuwe gebouwen zijn dan ook geen gewone vervanging, maar een fundamentele stap in de modernisering van Defensie als organisatie. Ze kaderen in een bredere ambitie om de operationele slagkracht te versterken en tegelijk een aantrekkelijkere werkomgeving te creëren voor rekruten en ervaren medewerkers.

Deze ambitie vertaalt zich in een ontwerp dat veiligheid letterlijk in het fundament inschrijft. Van bij het begin werd gewerkt volgens het principe van "security by design", waarbij fysieke, digitale en organisatorische veiligheidsmaatregelen geïntegreerd zijn in de structuur zelf. Dankzij een gelaagd systeem van verdedigingszones en gecontroleerde toegangspunten kunnen gevoelige zones optimaal worden afgeschermd, terwijl de dagelijkse werking efficiënt blijft verlopen. De beveiligingsaanpak is niet enkel technisch, maar ook strategisch doordacht.

Een modern icoon

Het hoofdgebouw krijgt een driehoekige vorm, die symbool staat voor stabiliteit en kracht. De geometrie is niet louter een vormelijke keuze, maar draagt ook bij aan de leesbaarheid en interne organisatie van het complex. De drie zijden verwijzen naar de Belgische gewesten én naar de hoofdcomponenten van de strijdkrachten. Op die manier belichaamt het gebouw eenheid binnen diversiteit — een centrale waarde binnen Defensie.

De oriëntatie van het hoofdgebouw is bewust gekozen: het opent zich visueel naar het NAVO-hoofdkwartier aan de overzijde, waarmee het een diplomatiek en strategisch gebaar stelt. Het nieuwe hoofdkwartier is geen enclave, maar een schakel tussen militaire infrastructuur, internationale samenwerking en stedelijke context. De vormgeving is expressief zonder opdringerig te zijn: het gebouw wordt een herkenbaar, maar ingetogen baken in het Brusselse landschap.

Gevel met dubbele huid

De buitengevel fungeert als een beschermende huid die de privacy en discretie van Defensie garandeert. Tegelijk speelt het ontwerp met het idee van visuele gelaagdheid. Wie rond het gebouw beweegt, merkt hoe verticale elementen van kleur en textuur veranderen — een subtiel effect dat refereert aan militaire camouflage. Die kinetische beleving geeft het gebouw een dynamiek die meebeweegt met de toeschouwer.

De gekozen materialen zijn nobel, robuust en duurzaam: een combinatie van tijdloosheid en technische performantie. De gevel is strak en homogeen, maar laat toch ruimte voor visuele variatie. Zonwerende elementen dragen bij aan het comfort binnenin én aan de visuele discretie. Door zijn ingetogen kracht straalt het gebouw betrouwbaarheid uit zonder overstatement.

Agora als kloppend hart

Centraal in het hoofdgebouw ligt een cirkelvormige patio: de agora-tuin. Deze open ruimte vormt het sociale en symbolische middelpunt van het hoofdkwartier. De cirkelvorm garandeert een evenwichtige spreiding van werkplekken rond de kern, stimuleert horizontale communicatie en maakt informele ontmoetingen mogelijk tussen verschillende diensten. Het is een ruimte die verbinding mogelijk maakt, zonder verplicht te zijn.

De tuin vervult tegelijk een contemplatieve functie. Dankzij groenaanleg, zitplaatsen en doordachte schaal ontstaat er een plek waar medewerkers zich even kunnen terugtrekken uit de intensiteit van de werkdag. De agora herinterpreteert klassieke militaire architectuur, waarin centraliteit vaak hiërarchisch was, tot een hedendaagse ruimte voor welzijn en gelijkwaardigheid.

Landschappelijke verweving

De buitenruimte rondom het gebouw is ontworpen als een ecologisch netwerk dat zich verweeft met het stedelijk weefsel. Het verbindt het toekomstige Parc Métropolitain in het zuiden met de groene corridor langs de Leopold III-laan in het noorden. Via dicht beplante zones, kruidachtige borders, wandelpaden en halfopen zichten ontstaat een landschappelijke structuur die niet enkel esthetisch, maar ook functioneel en ecologisch is.

Geavanceerde technieken in bodemdoorlatendheid en waterbeheer zorgen ervoor dat het terrein als spons werkt bij regenval, wat overstromingsrisico’s helpt beperken. De aanleg stimuleert biodiversiteit en biedt natuurlijke habitats voor fauna en flora, midden in de stad. Het nieuwe hoofdkwartier wordt zo niet alleen een militair bolwerk, maar ook een groene long in het Brusselse stedelijk landschap.

NWOW als werkmodel

De kantoren binnen het nieuwe hoofdgebouw worden ingericht volgens het principe van de New Way of Working (NWOW). Dat betekent dat klassieke individuele werkplekken deels plaatsmaken voor flexibele zones, projectruimtes, stilteplekken en ontmoetingsruimtes. Deze werkwijze bevordert spontane samenwerking, kennisdeling en kruisbestuiving tussen verschillende afdelingen.

Voor Defensie is dit project het eerste op grote schaal waarin NWOW volledig wordt toegepast. De positieve ervaring uit eerdere pilootprojecten heeft geleid tot een structurele keuze voor deze mensgerichte aanpak. De nieuwe werkmodellen dragen bij aan de efficiëntie én het welzijn van de medewerkers. In een tijd waarin hybride werken en flexibiliteit de norm worden, speelt Defensie hier proactief op in.

Aantrekkelijke voorzieningen

Naast het hoofdgebouw omvat de site diverse ondersteunende infrastructuren die bijdragen aan het comfort en de aantrekkelijkheid van de werkplek. Zo komt er een conferentiecentrum dat via de Leopold III-laan ook externen kan ontvangen. Een kinderdagverblijf op de site maakt het mogelijk om werk en gezin beter te combineren — een belangrijk aandachtspunt voor jongere personeelsleden.

Daarnaast zijn er sportfaciliteiten, kleedkamers en een bedrijfsrestaurant voorzien. Die voorzieningen zijn meer dan louter praktisch: ze versterken de teamgeest, verhogen de fysieke en mentale veerkracht en dragen bij aan een positieve werkcultuur. De site wordt geen gesloten bastion, maar een levendige werkcampus.

Energiezuinig en toekomstgericht

Het nieuwe hoofdkwartier wordt gebouwd volgens de normen van een Nearly Zero Energy Building (NZEB). Dankzij een slimme combinatie van warmtepompen, zonnepanelen, geothermie en doorgedreven isolatie wordt het energieverbruik geminimaliseerd. Enkel voor de noodgeneratoren wordt nog een beroep gedaan op fossiele brandstoffen.

Het gebouw maakt bovendien gebruik van regenwaterrecuperatie, hergebruik van sloopmaterialen en duurzame bouwtechnieken. Ook thermisch en akoestisch comfort, luchtkwaliteit en daglichttoetreding werden prioritair meegenomen in het ontwerp. Het resultaat is een gezonde werkomgeving die niet enkel voldoet aan de eisen van vandaag, maar ook klaar is voor de uitdagingen van morgen.

Investeren in meer dan bakstenen

Volgens minister van Defensie Theo Francken is infrastructuur een essentiële voorwaarde voor een slagkrachtige krijgsmacht. “Een moderne werkomgeving motiveert, versterkt het moreel en maakt Defensie aantrekkelijker als werkgever”, benadrukte hij tijdens de eerstesteenlegging. Hij wees ook op de belangrijke economische return van het project: jobcreatie, stedelijke herontwikkeling en innovatie in bouwtechniek.

Voor luitenant-generaal Frédéric Goetynck is het project veel meer dan een bouwkundige prestatie. “We bouwen hier aan het nieuwe strategische zenuwcentrum van Defensie,” zei hij. “In een wereld die snel verandert, is het van cruciaal belang dat onze infrastructuur ons toelaat om snel, veilig en efficiënt te handelen.” Met deze eerste steen is alvast de fundering gelegd voor een nieuwe generatie militaire infrastructuur.

Bron ANMA, Jan De Nul & Sweco

  • Deel dit artikel

Onze partners

We gebruiken cookies

We gebruiken onze en third-party cookies om content te personaliseren en web traffic te analyseren. Lees meer over cookies