De wielerdroom is werkelijkheid geworden. Sinds 27 oktober 2023 kunnen fietsfanaten terecht in Heusden-Zolder, waar ze zich naar hartenlust kunnen uitleven op de state of the art wielerbaan in het gloednieuwe multisportcomplex naast het befaamde autocircuit. Gezien de bijzondere omgevingsomstandigheden, de strakke timing en het krappe budget diende dit prestigeproject zich aan als een pittige architecturale uitdaging. Eentje die dbv architecten en B-juxta architecten met verve aangingen.
In lang vervlogen tijden telde ons land meer dan 120 wielerpistes en bracht het baanwielrennen wekelijks duizenden sportliefhebbers op de been. Anno 2024 zijn de infrastructurele voorzieningen sterk afgenomen. Hoewel Vlaanderen dé wielerregio bij uitstek is, waren er tot voor kort in onze contreien amper twee overdekte wielerpistes te vinden. Daar kwam afgelopen herfst (eindelijk) verandering in dankzij de opening van de Sport Vlaanderen Heusden Zolder Velodroom Limburg. Het idee om dit nieuwe multisportcomplex met UCI-gehomologeerde wielerpiste op te trekken, ontsproot uit de koker van Marc Wauters, die tussen 1991 en 2006 zelf een meer dan verdienstelijke profrenner was. Dat de langverwachte verwezenlijking van diens wielerdroom samenvalt met een heuse revival van het Belgische baanwielrennen en de laatste rechte lijn naar de Olympische Spelen in Parijs is uiteraard mooi meegenomen.
Deskundig bouwteam
De bouw van de Sport Vlaanderen Heusden Zolder Velodroom Limburg werd opgevat als een DBM-opdracht, die in de zomer van 2020 werd toebedeeld aan Consortium Wielerdroom, met dbv architecten en B-juxta architecten als ontwerpende partijen. “Toen de wedstrijd werd uitgeschreven, waren we samen het nieuwe politiehuis in Hasselt aan het realiseren. En aangezien B-juxta reeds de nodige piste-ervaring had opgedaan in Gent en Roubaix, besloten we ons ook kandidaat te stellen voor de bouw van het complex in Zolder”, vertelt Luc Baert, architect-vennoot bij dbv architecten. “Bovendien konden we met Velotrack International een gerenommeerde speler strikken voor de 3D-modellering van de piste zelf, wat echt specialistenwerk is. Vervolgens vormden we samen met hoofdaannemers Vanhout en Houben, landschapsarchitect CLUSTER, studiebureaus Sweco (technieken, stabiliteit, EPB), De Fonseca (akoestiek), FSEC (brandveiligheid) en Raco (veiligheidscoördinatie) en onderhoudspartner ComTIS Services een deskundig bouwteam.”
De architecten ontwierpen een compact, maar uiterst gelaagd gebouw met een beperkte footprint. De lat lag erg hoog, want de nieuwe velodroom moest niet alleen in Vlaanderen, maar ook in Europa dé referentie op het vlak van indoor wielerbanen worden. De velodroom telt duizend vaste zitplaatsen, maar er is ook een plateau voorzien voor mobiele tribunes, zodat de totale capaciteit kan worden opgetrokken tot tweeduizend zitplaatsen. Op het middenplein kunnen nog eens 1750 mensen staan of zitten, naargelang het event dat er plaatsvindt. De piste zelf is 250 meter lang, 7 meter breed en uitgerust met brede bochten om de kans op recordtijden te vergroten. Ze is opgebouwd uit 5000 m² hoogkwalitatief Siberisch sparrenhout, dat manueel verankerd is met behulp van 260.000 nagels. De velodroom kan zowel individueel als in clubverband afgehuurd worden.
"De lat lag erg hoog, want de nieuwe velodroom moest niet alleen in Vlaanderen, maar ook in Europa dé referentie op het vlak van indoor wielerbanen worden."
Complexe puzzel
Naast een houten piste met olympische allure – inclusief de nodige media- en vipfaciliteiten – herbergt het ovalen gebouw nog heel wat andere functies, die eveneens bestemd zijn voor amateursporters. Aan de voorzijde van het sportcomplex zijn een gymnastiekhal van 1080 m², een horecaruimte van 450 m² met dakterras, een fitnesszaal van 600 m², vergaderruimtes, een inspanningslab van 350 m² en een medisch centrum ingericht. Op dagen zonder specifieke evenementen biedt het middenplein van de wielerbaan bovendien plaats aan vier multisportvelden met een totale oppervlakte van 2120 m².
“Het was puzzelen om al die functies – waaronder een rechthoekige doos met een nettohoogte van 7 meter en overspanningen van 25 meter voor de gymnastiekhal – te integreren in het ovalen volume”, geeft Luc Baert aan. “We hebben dit complexe ruimtelijke vraagstuk opgelost door concentrische schillen met diverse programmaonderdelen toe te voegen die de vorm van de wielerhal volgen en zo de roterende, centrifugale beweging van de renners symboliseren. De dubbelhoge gymnastiekhal is deels ingegraven en als het ware onder de fitnessruimte geschoven. Voorts zijn op niveau -1 ook bergingen met mobiele gaaswanden ondergebracht. De inkom, de sportaccommodatie en het medisch centrum bevinden zich op het gelijkvloers. De eerste verdieping van de aanvullende schillen is voorbehouden voor de horecaruimte, de fitness en vergaderruimtes. De technieken zijn gegroepeerd in de dakspanten.”
Doordachte circulatie
Het complex werd opgetrokken op een trapeziumvormig perceel dat een hoogteverschil van 3 meter overbrugt. “Het was niet eenvoudig om de overdekte wielerpiste – met zijn grote oppervlakte en vaste verhoudingen – en de extra functies in te planten op het sterk hellende terrein”, zegt Luc Baert. “In combinatie met de juiste positionering van de noodzakelijke connecties voor de logistieke en medische toegangen, naast de aparte toegangen voor sporters en het grote publiek, en de implementatie van gescheiden circulatiestromen voor de verschillende gebruikers van het gebouw (amateur- en topsporters, bezoekers, logistieke en administratieve medewerkers en medisch personeel) maakte dat van het ontwerp een waar huzarenstuk.”
“Door het gebouw een uiterst compacte footprint te geven, konden we het centraal op de site inplanten. Dit resulteerde in een goed georiënteerde en zichtbare publieke voorzijde, een nuttig bruikbare logistieke achterzijde en een derde zijde die ter hoogte van het medisch centrum aansluit op het racecircuit. Buiten zijn aan weerszijden van het gebouw niet alleen groenvoorzieningen, maar ook parkeerzones aangelegd: enerzijds een driehoekige bezoekersparking met 150 plaatsen die rechtstreeks toegang biedt tot de hoofdingang, anderzijds een personeelsparking waar tevens leveringen kunnen plaatsvinden. Ook per fiets en te voet is het complex vlot bereikbaar, want de site is gelegen aan het fietsknooppuntennetwerk en de wandelroutes door de bossen van Bolderberg.”
"Het was puzzelen om alle functies te integreren in het ovalen volume. We hebben dit opgelost door concentrische schillen met verschillende programmaonderdelen toe te voegen."
Prefabbeton, hout en staal
De realisatie van de Sport Vlaanderen Heusden Zolder Velodroom Limburg nam minder dan twee jaar in beslag. Gezien de krappe uitvoeringstermijn werd de bouwtijd drastisch ingekort door gebruik te maken van prefabbetonnen wanden, kolommen, tribunes enzovoort. Daarnaast zijn ook de houtskeletbuitenwanden geprefabriceerd. Qua maatvoering is de volledige constructie gebaseerd op segmenten van 2,28 meter, conform de beoogde breedte voor de nooduitgangen. Het parabolisch dak van de velodroom wordt ondersteund door stalen vakwerkspanten, zodat er ter hoogte van de wielerpiste geen kolommen nodig waren. Dit resulteerde in een open volume van 120 meter lang, 78 meter breed en 9 meter hoog. De dakconstructie van de horecaruimte, fitness en vergaderzalen bestaat dan weer uit gelamelleerde houten liggers. De daken zijn overal afgewerkt met steeldeck en een pvc-dichting, behalve ter hoogte van de gymnastiekhal en het medisch centrum, waar in functie van evacuatie bij noodgevallen geopteerd is voor een betonstructuur met roofing.
“Het gevelconcept is geïnspireerd op het archetypische beeld van een bos om het sober vormgegeven complex maximaal in te bedden in de natuurrijke omgeving”, vertelt Luc Baert. “De gevelafwerking bestaat bijgevolg uit een ritmische combinatie van grote glasvlakken, zwarte aluminium golfplaten en verticale houten kepers. Samen met de concentrische schillen zorgt deze specifieke gevelopbouw voor een herkenbare uitstraling.”
Focus op duurzaamheid en circulariteit
Een laatste aspect waar de architecten veel aandacht aan besteedden, is duurzaamheid. Zo opteerden ze resoluut voor ecologische en onderhoudsvriendelijke materialen, zoals circulaire houten gevelelementen van Machiels Building Solutions (2750 m² in totaal). Droge verbindingen maken demontage en toekomstig hergebruik mogelijk. Dit principe werd ook toegepast voor de stalen dakconstructie en de interne scheidingswanden, wat een eventuele reorganisatie zonder grote structurele werken toelaat. Er is eveneens ingezet op de regionale inkoop van materialen om de milieu-impact door transport te beperken. De meerderheid van de gebruikte materialen heeft een goede NIBE-classificatie of een Europees ecolabel zoals FSC/PEFC, C2C, DUBOkeur of natureplus. Bovendien leidde de keuze voor een parabolische dakvorm tot een materiaalbesparing van 24 % in vergelijking met een klassiek hellend dak.
Ook qua energie-efficiëntie is niets aan het toeval overgelaten. Een performante gebouwschil met hoge luchtdichtheidsgraad, prima isolatiewaarden en beglazing met aangepaste zonnetoetredingsfactor zorgt voor een minimale energiebehoefte. In combinatie met een flink aandeel hernieuwbare energie – 41,5 kWh/m2/jaar, oftewel het dubbele van wat de EPB-regelgeving vraagt – leidt dit tot een E-peil van 52. Met hun totaalvermogen van 319 kWp leveren de PV-panelen op het dak een aanzienlijke bijdrage. Voorts is er sprake van ledverlichting met bewegings- en aanwezigheidsdetectie en een geavanceerd gebouwbeheersysteem dat het energieverbruik continu monitort. “Voor de ventilatie golden uiterst strikte eisen. Het was een hele uitdaging om de strenge randvoorwaarden op het vlak van binnenluchtkwaliteit – inclusief rigide controle op tocht en ongewenste luchtverplaatsingen in functie van correcte tijdsregistratie in officiële wedstrijden – te verzoenen met het thermisch comfort in zomer en winter. We zorgden voor voldoende luchtverversing door de ventilatiedebieten in werklokalen te verhogen (40 m³/h per persoon). Aanvullend gebeurt er een voortdurende monitoring door CO-voelers, waardoor er enkel geventileerd wordt waar en wanneer nodig”, besluit Luc Baert.