OPINIE. België op de Wereldexpo in Osaka: ongeïnspireerde borstklopperij (Kyoko Scholiers)

  • image

Op een wereldexpo waar alles in het licht staat van duurzaamheid, promoot ons land vooral de vrijemarkteconomie, schrijft theatermaakster Kyoko Scholiers.

Ik was het niet van plan, maar door omstandigheden belandde ik enkele weken geleden met mijn tienjarig zoontje op de Wereldtentoonstelling van Osaka in Japan. Het thema dit jaar was ‘Designing future society for our lives’. Het klinkt zinnig en verbindend, iets wat me meteen moed gaf in deze doldwaze tijden.

In een prachtig Japans paviljoen werden we bij ons nekvel gegrepen door een installatie van parelende waterdruppels die over verschillende plateaus de weg zoeken naar elkaar. Een hartverscheurende animatieprojectie confronteerde ons met de fragiele relatie tussen mens en water, en de gevolgen van de plasticsoep waarin onze oceanen volop veranderen.

Iets verderop liet het Portugese paviljoen in een eigenzinnig bouwsel van zilvergrijze hangende touwen zowaar de oceaan zelf aan het woord. In zijn ‘blue dialogue’ schopt die ons op indrukwekkende wijze een geweten. De slim gekozen muziek kan er voor iets tussen gezeten hebben, maar mijn zoon en ik gingen met natte ogen het paviljoen uit, ontroerd en in het opgefriste besef wat we met zijn allen kapot aan het maken zijn.

In het Nederlandse complex van golvende lamellen kreeg iedereen een kleine lichtgevende bol, die in interactie ging met de installaties op de wandeling. Nederland loodste ons langs klimaatverandering, energietransitie, voedselzekerheid en wereldgezondheid. Er werden innovatieve ideeën aangereikt die vooral gestoeld waren op brede internationale samenwerking. Samen voor elkaar, samen voor de planeet. Op een symbolische ‘common ground’ begonnen de lichtjes van alle individuele bollen langzaamaan in hetzelfde ritme te ‘ademen’. Alweer pakkend.

Enthousiasme gesmoord

Daarna haastten we ons naar het Belgische paviljoen, dat in het teken stond van Human Regeneration. Ik had gelezen hoe de creatieve expressie in het paviljoen gebaseerd was op het Japanse principe van kintsugi, waarbij de barsten van gebroken keramiek letterlijk in de verf gezet worden door ze te lijmen met lak gemengd met goud-, zilver- of platinapoeder. Alsof de beproevingen die het voorwerp moest doorstaan de keramiek zelf een unieke schoonheid verlenen. Ik vond het een mooie metafoor voor menselijke veerkracht en was dan ook benieuwd naar wat ons land zou vertellen over een belangrijk thema als gezondheidszorg.

Helaas werd mijn enthousiasme al gesmoord in de hal van het strakke, witte gebouw, toen bleek dat die volledig ingericht was met grote panelen met schreeuwerige logo’s van sponsors. In geen enkel ander paviljoen werden we zo ongeïnspireerd ontvangen. Zelfs op deze wereldtentoonstelling, waarin alles in het licht staat van duurzaamheid en samenwerking, lijkt ons land in de eerste plaats de vrijemarkteconomie te promoten. En dat was nog maar het begin van de teleurstelling. Zaal na zaal werden we platgeslagen door zichzelf op de borst kloppende uitspraken als “Blijf gezond, dankzij België!” en “Dankzij de expertise in gezondheidszorg in Vlaanderen, kwam er een vaccin tegen corona”.

Geen sprake van verbinding en oproep tot dialoog. Geen smeekbede om kennis te delen en samen elkaar te versterken. Alleen maar ronkende verklaringen hoe België pioniert en uitblinkt. Ik stond erbij, keek ernaar en bleef van begin tot eind onberoerd. Uiteraard is het goed nieuws dat er grote stappen gezet worden in de medische wereld. Maar we hadden die kennis zoveel mooier en zinniger kunnen delen met de rest van de wereld. We hadden ons ook de vraag kunnen stellen hoe we de vergaarde kennis betaalbaar en sociaal in praktijk zullen kunnen brengen, zowel in eigen land als in ontwikkelingsgebieden.

Wie het paviljoen verliet, kreeg nog een handdruk van Pieter De Crem, die in zijn functie van commissaris-generaal van Belexpo harder stond te blinken dan de gouden kintsugi-aders in keramiek. Mijn zoon van tien nam mijn hand en een beetje misselijk lieten we het pand en wafel- en frietkraam ver achter ons, op zoek naar meer prikkelende paviljoenen. De door België ingerichte 1.773 vierkante meter aan de andere kant van de wereld met een prijskaartje van 9,9 miljoen euro is één grote gemiste kans.

 

Kyoko Scholiers is theatermaakster. Dit opiniestuk verscheen eerder in de krant De Standaard.

Bron De Standaard

  • Deel dit artikel

Onze partners