OPINIE. Minister Brouns vecht tegen juridische windmolens (Hendrik Schoukens)
Hendrik Schoukens is professor milieurecht (UGent) en advocaat. Hij begrijpt niet wat de minister van Omgeving bezielt, met zijn beslissing om zijn nieuwe, strengere afstandsregels rond windturbines.
Overheden hebben de juridische verplichting hun burgers te beschermen tegen klimaatverandering door hernieuwbare energieprojecten te faciliteren, zo oordeelt de recente rechtspraak. Met zijn nieuwe afstandsregels schendt minister van Omgeving Jo Brouns (cd&v) deze harde juridische verplichting.
“Als je zegt dat je ergens in principe mee akkoord gaat, bedoel je dat je absoluut niet van plan bent het in de praktijk uit te voeren.” Die eerder cynisch getinte quote zou naar verluidt afkomstig zijn van de Duitse politicus Otto von Bismarck (1815-1898). Hij werd ook door het Ierse High Court aangehaald in een zaak over een vergunningsweigering voor windturbines. Die vergunning was geweigerd door de Ierse overheid met verwijzing naar de esthetische impact ervan.
Verbouwereerd
De Ierse rechter maakte in zijn beslissing van 10 januari 2025 juridisch brandhout van die weigering. Dat had hij makkelijk om formeel-technische redenen kunnen doen. Maar de verbouwereerde rechter besloot de zaak aan te grijpen om een fundamenteler punt te maken. Met name dat ook vergunningverlenende overheden zich moeten voegen naar de juridische verplichtingen die uit de EU-klimaatwetgeving en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens voortspruiten.
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens verduidelijkte vorig jaar dat de bestaande mensenrechten de overheid verplichten haar burgers te beschermen tegen de negatieve effecten van klimaatverandering op hun leven, gezondheid, welzijn en levenskwaliteit. Dit houdt in dat er concrete wetgeving met afdwingbare doelen wat betreft broeikasgasreducties en hernieuwbare energie moet voorliggen, die bovendien ook in de praktijk wordt uitgevoerd.
Practice what you preach, dus. De marge die een vergunningverlenende overheid heeft bij het beoordelen van een vergunning moet dus in dat licht worden geïnterpreteerd. Lees: ook vergunningverlenende overheden mogen het behalen van de bindende klimaatdoelen niet bijkomend hypothekeren. De rechter komt tot de conclusie dat lokale gevoeligheden niet langer mogen primeren boven de aanpak van de globale klimaatcrisis via hernieuwbare energieprojecten.
Dit betekent niet dat eender wat vergund moet worden, maar houdt in dat duurzame projecten niet langer met de eeuwige dooddoener van de esthetische impact kunnen worden geweigerd.
Om de woorden van de Ierse rechter letterlijk te citeren: “De Ierse overheid lijkt uit het oog te verliezen dat indien de klimaatnoodtoestand niet adequaat wordt aangepakt, veel schadelijker effecten op het landschap, zowel in Ierland als daarbuiten, zullen plaatsvinden.”
Fast forward naar 20 maart 2025. Op die datum velde onze eigen Vlaamse Raad voor Vergunningsbetwistingen op zijn beurt een belangwekkend arrest over een langdurig dispuut tussen enkele windenergiebedrijven en de Vlaamse regering. Punt van discussie was de vraag of men in de buurt van enkele West-Vlaamse oorlogskerkhoven, beschermd als werelderfgoed, windturbines kon plaatsen of niet.
Yes we can, zeggen de bedrijven, aanstippend dat dit een van de weinige plekken is met weinig bewoning in ons Vlaamse, versnipperde landschap. Bovendien hadden de aanwezige windturbines alvast de erkenning van de begraafplaatsen als werelderfgoed niet verhinderd.
No can do, zei de Vlaamse regering, die de vergunning weigerde met een verwijzing naar de esthetische impact op het erfgoed. Maar diezelfde regering weigerde in haar beslissing rekening te houden met de positieve impact op het klimaat van de aangevraagde windturbines. Dat argument wordt verworpen. Ook de wetgeving over ruimtelijke ordening bevat immers de verplichting tot de zorg voor het klimaat, waardoor deze ook van belang is bij de beoordeling van concrete aanvragen.
Er is dus sprake van een klimaattoets, die niet enkel speelt bij projecten die het klimaat negatief beïnvloeden, maar ook bij projecten die het klimaat positief beïnvloeden. Een principieel verbod windturbines in de buurt van erfgoed? ¡No pasarán!, zo besloot de rechter.
De rechtspraak ligt ook in lijn met de herziening van de EU-richtlijn over hernieuwbare energie (RED III), die stelt dat hernieuwbare energieprojecten worden geacht van groter maatschappelijk belang te zijn. Bovendien moeten ook zogenaamde versnellingsgebieden worden aangeduid, waar dit soort van projecten sneller een vergunning moet krijgen.
Don Quichot
Met zijn beslissing om de afstandsregels voor grote windturbines te verstrengen, lijkt Brouns zich te vereenzelvigen met Don Quichot, Cervantes’ bekende romanpersonage. Gehuld in een roestig harnas en met een papieren helm ging hij het gevecht aan met windmolens, die hij als reuzen aanzag. De dolende ridder vergiste zich van tijdvak en vijand, net als Brouns vergeten lijkt dat het anno 2025 zijn verdomde juridische plicht is de klimaatdoelen te halen.
Door de afstandsregels voor grotere windturbines verder te verstrengen, wordt dit zo goed als onmogelijk. Met de huidige, minder strenge regels werden er vorig jaar slechts twaalf nieuwe windturbines gebouwd. Met de nieuwe zullen het er nog minder worden. Dat deze beslissing net bekendgemaakt wordt in de week waarin de Europese Commissie België en Vlaanderen op de vingers tikt om het uitblijven van een ambitieus klimaatplan, is extra cynisch. Had Von Bismarck dan toch gelijk? Zijn de Vlaamse klimaatdoelen slechts mooie praatjes zonder concrete gevolgen? Het heeft er alle schijn van.
Hendrik Schoukens is professor milieurecht (UGent) en advocaat. Dit opiniestuk verscheen eerder in de krant De Morgen.