OPINIE. Op televisie renoveren we alles kapot (Katrien Devos)
Programma’s over huizen kopen en verbouwen tonen een cultuur van renovatieverspilling, schrijft doctoraatsstudent aan UGent Katrien Devos.
De Vlaamse televisiekijker smult van renovatieprogramma’s. Of het nu gaat om koppels die strijden voor een gratis woning in Huis gemaakt (VTM), gezinnen die twijfelen tussen renoveren of verhuizen in Ons huis/nieuw huis (VRT) of families die hun lot toevertrouwen aan een vastgoedmakelaar en interieurarchitect in Blind gekocht (Play 4), de formule werkt.
Het is ook verfrissend om te zien hoe oude, verwaarloosde woningen een nieuw leven krijgen. Het laat mensen dromen van een eigen verbouwproject. En er zal nog gerenoveerd worden. De nood in Vlaanderen is torenhoog. Om tegen 2050 een klimaatneutraal gebouwenpark te bereiken, moeten er jaarlijks 95.000 woningen energetisch gerenoveerd worden. Ter vergelijking: in 2023 werden er 17.856 renovatievergunningen afgeleverd. Een duwtje in de rug via televisie is dus welkom, alleen helpt wat we vandaag op het scherm zien ons geen stap vooruit.
Die programma’s tonen een renovatiecultuur van verspilling. Alles moet weg. Keukens, badkamers, radiatoren, binnendeuren, vloer- en wandtegels, zelfs als ze technisch en esthetisch nog perfect in orde zijn, belanden ze zonder pardon in de container. De woning moet worden ‘opgefrist’ en dat lijkt in televisieland synoniem met slopen en vervangen door gesponsorde alternatieven. Dat de oorspronkelijke materialen soms de charme en geschiedenis van het huis uitmaken, of hergebruikt kunnen worden met wat creativiteit en vakmanschap? Daar is geen plaats voor tussen de commerciële deadlines.
Hele huis gesloopt
In Huis gemaakt nemen de sloopwerken al vijf afleveringen in beslag. Niet alleen bestaande materialen verdwijnen in de container, ook nieuwe materialen worden nauwelijks naar waarde geschat. Deadlines en aftelklokken leveren misschien dramatische televisie op, maar zelden kwaliteitsvol werk. In Lummen voegden Mo en Iman in de gietende regen om de deadline te halen. Het resultaat? Uitgelopen voegen, een slordig terras en een hoop frustratie. Geen paniek, in de finaleweek is er nog tijd voor reparatiewerk. Maar ook dat gebeurt gejaagd en heeft vooral nog meer afval als resultaat.
Af en toe zien we een zeldzaam moment van hergebruik. In Mechelen recupereerden Ashley en Emiel een paar oude glaspaneeltjes voor een decoratieve glaspartij aan de voorgevel. Een mooi gebaar, maar vooral een symbolisch staaltje windowdressing. Ook in Blind gekocht gebeurt het weleens dat bestaande materialen worden behouden, maar dan meestal uit noodzaak. Als het budget onder druk komt te staan, moeten bepaalde elementen (tijdelijk) volstaan en worden ze bestempeld als ‘toekomstproject’. Niet bepaald een positieve benadering.
Toch blijkt dat bestaande materialen ook esthetisch kunnen dienen in de opgefriste woningen. Bij Evelien en Sonny in Kasterlee werden de originele vloertegels in de inkomhal behouden. Tijdens het eerste bezoek vonden de deelnemers ze afschuwelijk, maar met frisse muren en modern meubilair vielen ze bij de onthulling plots wél in de smaak. Waarom werd die redenering niet doorgetrokken naar de keukentegels, binnendeuren of badkamermeubels?
In Ons huis/nieuw huis werd vorige week het hele huis van Astrid en Dries in Beernem gesloopt. Lovenswaardig dat de makers een structureel vochtprobleem grondig aanpakken, maar toch. Het vocht had in de badkamer veel aangetast, maar de wc-pot, de handdoekradiator en het badkamermeubel verkeerden nog in perfecte staat. Toch verdwenen ze mee in het puin, om plaats te maken voor schijnbaar identieke, maar gesponsorde alternatieven.
Nog perfect bruikbaar
De VRT heeft als maatschappelijke opdracht om te informeren, te inspireren en te verbinden. Ze moet daarbij oog hebben voor duurzaamheid. Programma’s als Ons huis/nieuw huis zouden dus bij uitstek voorbeelden moeten tonen van doordachte renovaties, ook op het vlak van materiaalgebruik. In de plaats daarvan wordt verspilling genormaliseerd en primeert de transformatie. Van een openbare omroep mag je verwachten dat ze niet alleen meesurft op populaire formats, maar ook richting geeft en duurzame keuzes actief stimuleert.
Sponsoring en make-overlogica primeren op gezond verstand en duurzaamheid. Eerder dan te vertrekken vanuit de eigenheid van een woning en de waarde van bestaande materialen, dicteert het Vlaamse televisieland wat mag blijven en wat moet verdwijnen. Ironisch genoeg staat dat haaks op een evolutie die zich elders voltrekt. Architecten, aannemers en hergebruikbedrijven bewijzen dat renoveren ook anders kan. Dat tegels, lampen, deuren, sanitair en andere materialen perfect een tweede leven kunnen krijgen, zonder in te boeten aan esthetiek of kwaliteit.
Hun aanpak verdient een breder publiek. Zij bouwen niet alleen aan woningen, maar ook aan een toekomst waarin respect voor materialen en vakmanschap centraal staan. Het wordt tijd dat we opnieuw leren kijken naar wat er al is, en de waarde erkennen van wat nog perfect bruikbaar is. Laat renovatieprogramma’s die evolutie niet negeren, maar omarmen. Laat hen circulaire keuzes niet als uitzondering, maar als norm uitdragen. Hergebruik is geen achterhaald compromis, maar een noodzakelijke bouwsteen in de renovatieopgave waar we met z’n allen voor staan.
Katrien Devos is Doctoraatsstudent aan de Onderzoeksgroep Bouwfysica, Faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur van UGent. Dit opiniestuk verscheen eerder in de krant De Standaard.