INTERVIEW. Katrien Van Lierop (Bureau Bouwtechniek): “De gevel is het meest complexe onderdeel van een gebouw.”
Op 6 mei 2025 neemt Katrien Van Lierop, duurzaamheidsadviseur bij Bureau Bouwtechniek, deel aan het Architectura-webinar over de gebouwschil van de toekomst. Met jaren ervaring in duurzaamheidsadvies bij complexe bouwprojecten weet zij als geen ander welke vragen een gevel moet beantwoorden – én welke vragen we te vaak overslaan. “We vergeten nog te vaak dat de gebouwschil geen losstaand element is, maar deel van een groter geheel,” zegt ze. “Een haalbaarheidsstudie in de beginfase van een project is goud waard: ze dwingt ontwerpers en opdrachtgevers om vanaf het begin een holistische bril op te zetten.”
Voor Katrien Van Lierop start duurzaamheid met traagheid. “Te snel beslissen is een van de grote fouten die ik zie terugkeren. En te weinig aandacht voor oriëntatie: dat lijkt banaal, maar het blijft verbazend hoe vaak dit vergeten wordt. De bouwschil wordt nog al te vaak benaderd als een autonoom object, los van gebouwindeling of stedenbouwkundige context.” Daarbij, zegt ze, schuilt een onderschat potentieel in het dak. “We hebben het vaak over gevels, maar vergeten het dak. Terwijl net dat vlak cruciaal is voor beleving, energieopwekking, buffering én verkoeling. Groendaken, PV-panelen, waterbuffering of zelfs collectieve buitenruimte – het dak moet veel meer als strategische bouwlaag bekeken worden.”
Wat maakt dan een goede gebouwschil? Van Lierop kiest haar woorden zorgvuldig: “Robuust. Tijdloos. Met een zekere regelmaat en standaardisatie. Maar altijd in relatie tot daglichttoetreding en zomercomfort. Een mooie gevel is waardeloos als het erachter onleefbaar wordt.” Die combinatie van technische performance en leefkwaliteit is ook wat haar fascineert in projecten waar Bureau Bouwtechniek recent bij betrokken was, zoals het Aarlen-Trier gebouw, waarvoor ze zelf duurzaamheidsadvies gaf, en projecten die werden opgevolgd door collega's uit haar team: de reconversie van de Gare Maritime, de renovatie van het iconische Royal Belge of de kantoorprojecten voor ACV en Buildwise. “Daar zie je hoe een gevel tegelijk duurzaam, erfgoedbewust én gebruikersgericht kan zijn.”
Circulair en biogebaseerd
Een belangrijke rode draad in het denken van Katrien Van Lierop is circulariteit, maar ze merkt op dat de term vaak verkeerd begrepen wordt. “Voor mij is circulair bouwen niet beperkt tot het demonteerbaar maken van onderdelen. Het gaat over onderhoudsvriendelijkheid, robuustheid, multifunctionaliteit en vooral levensduurverlenging – van materialen, elementen én het gebouw zelf.” Volgens haar zijn er drie niveaus waarop circulariteit in de gebouwschil concreet kan worden: het gebouwniveau, waar een gevel nieuwe gebouwindelingen mogelijk moet maken; het elementniveau, waar prefab en gelaagdheid belangrijk zijn; en het materiaalniveau, waar onderhoud, herkomst en herbruikbaarheid voorop staan.
Ze is geen onkritische pleitbezorger van biobased bouwen, al ziet ze er veel potentieel in. “Ik ben positief over biobased materialen, maar wel in de juiste toepassingen. Soms heb je net méér materiaal nodig om aan technische eisen te voldoen, zoals brandveiligheid. Dat moet je durven benoemen.” Hout noemt ze een waardevolle grondstof, maar alleen als het goed gedetailleerd en onderhouden wordt. Groene gevels ziet ze als een plaatsgebonden oplossing: “Ze zijn zinvol op plekken met een tekort aan groen, maar dan moet de beplanting ook afgestemd zijn op de situatie. Anders is het gewoon groen voor de vorm.”
Façade as a service
De opkomst van nieuwe businessmodellen zoals 'façade as a service' volgt Van Lierop met interesse. “Materialen as a service vind ik interessant omdat het een andere blik stimuleert. Je betrekt de leverancier op lange termijn, wat de zorg voor kwaliteit en onderhoud ten goede komt. Of het grootschalig ingang zal vinden, durf ik niet te voorspellen – het vraagt een fundamentele verandering in ontwerp, aanbesteding én financiering.”
Als we spreken over afwegingen tussen behoud en sloop, stelt Van Lierop zich genuanceerd op. “Elk materiaal dat op zijn plek kan blijven, is een uitgespaarde milieu-impact. Maar soms is er simpelweg te veel nodig om een gebouw performant en geschikt te maken voor het nieuwe programma. Dan moet je durven zeggen: dit gebouw past niet meer. En misschien past dat programma beter op een andere plek.” Ze wijst erop dat naast materiaalefficiëntie ook aspecten als planning, budget, impact op de omgeving en transportstromen in rekening moeten worden gebracht.
Voorbij de esthetiek
Wat Van Lierop vooral opvalt in hedendaags ontwerp, is het gebrek aan specifieke expertise. “De gevel is het meest complexe onderdeel van een gebouw. Een gevelexpert erbij betrekken is eigenlijk altijd nuttig. Die persoon kijkt verder dan het esthetische en ziet ook technische valkuilen op lange termijn.” Ze pleit dan ook voor een betere samenwerking tussen disciplines vanaf het eerste schetsontwerp, waarbij ook uitvoerbaarheid en onderhoud van meet af aan worden meegenomen.
Op esthetisch vlak wil ze de klassieke tegenstelling tussen schoonheid en prestatie overstijgen. “Esthetiek, isolatiewaarde, duurzaamheid en brandveiligheid hoeven geen concurrenten te zijn. Maar het vraagt wel een doorgedreven coördinatie om ze met elkaar te verzoenen in één gevelsysteem. Daar wringt vaak het schoentje.” Innovaties zoals biobased composieten of geïntegreerde zonnecellen kunnen daarbij helpen, maar ook de eenvoud van een goed uitgewerkt, robuust basisdetail blijft volgens haar onmisbaar.
Traagheid in bouwen
De projecten die ze noemt – van de herbestemming van de Gare Maritime tot het ACV-gebouw of het onderzoek bij Buildwise – illustreren haar benadering: geïntegreerd, analytisch en langetermijngericht. “We moeten leren om het tijdelijke los te laten en terug te keren naar een soort traagheid in bouwen. Tijd nemen om dingen goed te doen, en niet meteen naar de oplossing springen zonder de vraag goed te stellen.”
Als afsluiter geeft ze een boodschap mee aan architecten en opdrachtgevers: “Laat je goed omringen door de juiste expertise en zorg voor een geïntegreerde aanpak. Alleen dan bouw je echt toekomstgericht.” In die zin is de gebouwschil voor Van Lierop geen afwerking, maar een fundamenteel uitgangspunt. Een goed ontworpen schil is immers niet alleen esthetisch, maar ook ecologisch, sociaal en technisch doordacht – en bovenal: duurzaam door traagheid.