19e editie van de Biennale Architettura staat in het teken van architectuur in een tijd van aanpassing

Op zaterdag 10 mei 2025 is de 19e editie van de Biennale Architettura in Venetië officieel geopend, onder curatorschap van de gerenommeerde Italiaanse architect en ingenieur Carlo Ratti. Onder de noemer Intelligens. Natural. Artificial. Collective. stelt de Biënnale zich op als een pleidooi voor architectuur die zich actief aanpast aan de snel veranderende wereld. Niet langer enkel gericht op het beperken van schade, maar op het ontwikkelen van nieuwe symbiotische strategieën waarin natuurlijke, kunstmatige en collectieve intelligentie centraal staan.

In zijn curatoriële verklaring benadrukt Carlo Ratti dat architectuur in essentie een reactie is op een vijandig klimaat – een noodzaak die vandaag urgenter is dan ooit. De klimaatverandering is niet langer een toekomstvoorspelling, maar een realiteit die wereldwijd voelbaar is. Volgens Ratti volstaat het klassieke model van mitigatie niet langer. In plaats daarvan pleit hij voor een diepgaande herziening van hoe we bouwen, wonen en plannen, met architectuur als drager van hoop en collectieve intelligentie.

Van monocultuur naar meervoudig auteurschap

Deze editie van de Biënnale onderscheidt zich niet enkel door haar thematische focus, maar ook door haar aanpak. Het selectieproces verliep open en inclusief via de Space for Ideas-oproep, waardoor stemmen uit alle hoeken van de wereld een podium kregen. Ruim 750 deelnemers werden geselecteerd, onder wie niet enkel architecten, maar ook wetenschappers, ambachtslui, kunstenaars, programmeurs en zelfs chef-koks. In deze tijd van aanpassing, stelt Ratti, kunnen we het ons niet veroorloven om in disciplinaire silo’s te denken.

De tentoonstelling daagt ook de klassieke notie van auteurschap uit. Waar de architect traditioneel als solist op de voorgrond treedt, wordt hier gekozen voor een meerstemmige benadering. Net als in de wetenschappelijke wereld worden ontwerpbeslissingen voortaan gedeeld en gedocumenteerd. Door de interactie tussen verschillende soorten intelligentie ontstaat een complexer, maar ook rijker ontwerpdiscours. Ratti spreekt in dit verband van een ‘herovering van collectiviteit’.

Corderie als klimaatlaboratorium

In de Corderie dell'Arsenale ontvouwt zich het hart van de tentoonstelling, waarin de bezoeker drie grote domeinen doorloopt: natuurlijke, kunstmatige en collectieve intelligentie. Elk domein bevat tientallen installaties, modules en experimenten die inspelen op urgente vragen: Hoe leven we met extreme temperaturen? Hoe bouwen we met bio-afbreekbare materialen? Hoe laten we AI samenwerken met lokale kennis en ervaring?

Blikvangers zijn onder meer Living Structure van Kengo Kuma, waarin traditionele Japanse houtbewerkingstechnieken via AI worden geherinterpreteerd, en Matter Makes Sense, een materiaalbank met innovaties zoals bioconcrete, grafeen en bananenvezel. Andere projecten, zoals The Other Side of the Hill, richten zich dan weer op de demografische toekomst van de planeet en de rol van microbiële ecosystemen. Steeds opnieuw keert dezelfde vraag terug: hoe stemmen we de gebouwde omgeving af op een planeet in transitie?

Technologie als bondgenoot en risico

Ook in de sectie Artificial Intelligence wordt het debat breed opengetrokken. Technologie is geen doel op zich, maar een middel dat ten dienste staat van adaptatie. Zo laten humanoïde robots van ETH Zürich en Tongji University nieuwe bouwstrategieën zien, terwijl Oekraïense onderzoekers via computervisie verwoeste steden digitaal herbouwen. De tentoonstelling erkent dat technologie zowel creatief als destructief kan zijn – en dat ethiek en ontwerp hand in hand moeten gaan.

De sectie Collective Intelligence beklemtoont de kracht van informele netwerken en gedeelde kennis. Van favela’s tot vluchtelingenkampen, van rurale economieën tot coöperatieve woonvormen: wereldwijd ontstaan lokale oplossingen die de formele ontwerpwereld vaak over het hoofd ziet. Deze stemmen worden letterlijk versterkt in de Speakers' Corner, een platform voor open gesprekken, ontworpen door Christopher Hawthorne en Johnston Marklee.

Architectuur als testsite voor de toekomst

In het afsluitende luik Out verlegt de tentoonstelling haar blik naar de ruimte. Projecten zoals Oxyville van Jean-Michel Jarre, en space suit design van onder andere Jeronimo Ezquerro en Charles Kim onderzoeken hoe ruimtetechnologie inzichten kan opleveren voor leven op aarde. De boodschap is helder: er is geen vluchtweg naar Mars. De uitdaging ligt hier, in de heruitvinding van onze dagelijkse ruimtes.

Naast de tentoonstelling is ook Venetië zelf betrokken als ‘levend laboratorium’. In afwezigheid van het Centraal Paviljoen – dat wordt gerenoveerd – verspreidt de Biënnale zich over de hele stad. Projecten zoals het waterzuiveringsinitiatief van Diller Scofidio + Renfro of het Manameh Pavilion, dat traditionele Golfkoeltechnieken heractiveert, tonen hoe stad en tentoonstelling in elkaar overvloeien. Venetië is tegelijk decor en actor, kwetsbaar en veerkrachtig.

België op de Biënnale

De Belgische bijdrage springt dit jaar bijzonder in het oog. In het paviljoen in de Giardini presenteert curator Bas Smets Building Biospheres, een samenwerking met plantenneurobioloog Stefano Mancuso. De installatie toont een levende biosfeer waarin planten via sensoren de luchtvochtigheid, verlichting en temperatuur aansturen. In plaats van architectuur die planten 'bevat', toont Smets hoe architectuur door planten kan worden bestuurd. Vier jonge Belgische bureaus – waaronder Elmēs en Panta – tonen in zijruimtes speculatieve ontwerpen voor biosferisch wonen. Wat ze gemeen hebben is een fundamenteel ander wereldbeeld, waarin de intelligentie van planten volwaardig ontwerpinstrument wordt.

Maar ook buiten het Belgische paviljoen maken Belgen indruk. Manten Devriendt werkte mee aan de Letse inzending over militaire landschappen; Luc Steels toont samen met Takashi Ikegami een installatie over AI en zelfbewustzijn; en Sigrid Adriaenssens is betrokken bij Alternative Skies, dat traditionele daktechnieken koppelt aan digitale fabricage. In het Albanese paviljoen figureren Belgische bureaus als 51N4E en XDGA als referentie. België toont zich in Venetië als een land met een scherpe, geëngageerde architectuurcultuur – én met de bereidheid om echt te experimenteren.

Bron Biennale Architettura 2025

  • Deel dit artikel

Onze partners

We gebruiken cookies

We gebruiken onze en third-party cookies om content te personaliseren en web traffic te analyseren. Lees meer over cookies