STEEN & BEEN. De teloorgang van de garage (Filip Canfyn)

Onze huiscolumnist Filip Canfyn merkt op zijn voet- en fietswandelingen in suburbaan Vlaanderen dat de ooit zo gegeerde bijruimte van een woning, de garage, langzaam maar zeker haar specifieke rol in het huiselijk functioneren verliest. De bewoners mét garage stallen hun auto nu waar ze willen en vooral in hun voortuin.

Vroeger bleek een ietwat respectabel huis zonder garage quasi onverkoopbaar. Waar moest men anders met die kostbare auto naartoe? Nu wordt de nochtans ironisch bedoelde uitspraak van circulair architect Thomas Rau de leidraad: “Wie een bankstel koopt weet precies waar die geplaatst zal worden, wie een wagen koopt weet dat niet.” Men maakt zich geen zorgen want de auto kan overal zijn plaats opeisen, alleen niet meer in de garage. Die wordt immers gepimpt tot bergplaats, fitnesszaaltje, mancave, utility room, thuiscinema of, in het beste geval, stalling voor overmaatse bakfietsen. 

De teloorgang van de garage wordt al helemaal beslecht door de verharding van de voortuin, meestal zonder omgevingsvergunning, om twee auto’s buiten te parkeren, die bij voorkeur opgeladen kunnen worden met de eigen zonnepanelen. Elektrificatie is vandaag dé ecologische smoes voor de voortuinverhardingsepidemie. 

Gevolgen? Regenwater dringt niet meer in de grond maar loopt weg naar de riolering en de publieke ruimte wordt zonder scrupules geprivatiseerd. Gezien de bijna volledige straat ‘ontzaaid’ kan zijn met voortuinparkeerplaatsen kunnen geen auto’s meer langs het voetpad gestald worden en moeten toevallige bezoekers of onfortuinlijke bewoners zonder garage of voortuin hun plan maar elders trekken. Voortuinverharders beschouwen hun privatisering bovendien niet als een onterechte privilege maar als een verworven recht, want waar moet hùn koning auto anders staan? Toch niet in de garage? 

  • Deel dit artikel

Onze partners