Nieuw hoofdstuk voor Usquare: site krijgt 460 studentenkamers, auditoria en bioscoop (ARTAU, CONIX RDBM & Sweco)

  • image
  • image
  • image
  • image
  • image
  • image

De reconversie van de voormalige rijkswachtkazernes aan de Generaal Jacqueslaan in Elsene krijgt een stevige architecturale impuls. De Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI) heeft de ontwerpopdracht voor de bouw van 460 studentenkamers gegund aan het team ARTAU architecturesCONIX RDBM ArchitectsSweco. De keuze viel op hun voorstel uit een selectie van maar liefst 51 inzendingen in het kader van een open oproep, wat de ambitie en kwaliteit van het project onderstreept.

Het project maakt deel uit van de bredere reconversie van Usquare tot een open, gemengde en duurzame stadswijk. Het terrein van zo’n 20.000 m² omvat vier gebouwen, waarvan er drie gerenoveerd worden en één volledig nieuw wordt opgetrokken. Deze ingreep sluit aan bij de erfgoedwaarden van de plek en streeft naar een nieuwe leeslaag die zich verankert in de geschiedenis van de site.

Het ontwerp vertrekt nadrukkelijk vanuit het bestaande patrimonium. Wat al aanwezig is — structureel, materieel én symbolisch — vormt het uitgangspunt voor de architecturale keuzes. In plaats van breuklijnen te introduceren, kiest het ontwerpteam voor continuïteit: een harmonieuze overgang tussen oud en nieuw, tussen gebouw en publieke ruimte, tussen verleden en toekomst.

Buurtbioscoop

Centraal in de ontwerpvisie staan drie principes: soberheid, circulariteit en robuustheid. Soberheid betekent hier ingrijpen waar nodig, maar nooit meer dan dat. Circulariteit vertaalt zich in het hergebruik van materialen en technieken die later weer omkeerbaar zijn. Robuustheid staat dan voor gebouwen die niet alleen lang meegaan, maar ook kunnen evolueren en zich aanpassen aan andere functies of bewoners.

De gelijkvloerse verdiepingen worden ingericht met functies die het buurtleven versterken: twee auditoria, een buurtbioscoop en winkels die uitgeven op het centrale plein. Deze ruimten zijn ontworpen als gedeelde infrastructuur die niet enkel door studenten wordt gebruikt, maar ook ter beschikking staat van de buurt en andere actoren op de site. Zo groeit het project uit tot een stedelijke motor in plaats van een gesloten enclave.

Gedeelde woonruimtes

Voor de studentenhuisvesting zelf wordt gekozen voor een gemengd aanbod. Er komen individuele studio’s, maar ook leefeenheden van vijf tot acht kamers met gedeelde woonruimtes. Deze opzet stimuleert sociale interactie en gemeenschapsvorming, en sluit aan bij de noden van verschillende gebruikersprofielen. De schaal van de gebouwen maakt het bovendien mogelijk om variatie en identiteit in het aanbod te brengen.

De ruimtelijke organisatie laat ruimte voor toe-eigening en verandering. De collectieve voorzieningen kunnen op meerdere manieren gebruikt worden, afhankelijk van het moment van de dag of het type activiteit. Die veelzijdigheid maakt het project flexibel op lange termijn en stimuleert de bewoners om de plek mede vorm te geven.

Geothermie

Technisch wordt gekozen voor toekomstgerichte oplossingen. Een nieuw warmtenet op basis van geothermie zal de site duurzaam van energie voorzien. Er wordt tot 120 meter diep geboord om via een warmtewisselaar energie op te wekken. Dit is een primeur voor het Brussels Gewest en draagt bij aan de lage milieu-impact en operationele kosten van het project.

De inplanting van de gebouwen en de publieke ruimte errond versterkt de verbinding met de wijk. Doorzichten, pleinen en doorgangen zorgen voor een vlotte circulatie en openheid. Het project is niet alleen ontworpen ten dienste van de bewoners, maar ook van de stad als geheel — zowel in zijn mobiliteit als in zijn sociale samenhang.

Veerkracht

Gilles Delforge, directeur van de MSI, benadrukt het belang van het juiste evenwicht tussen architectuur, kostenefficiëntie en sociale meerwaarde. “Een redelijke huurprijs voor studenten stond voorop. Het winnende ontwerp combineert creativiteit en duurzaamheid met een strikte controle op de bouw- en onderhoudskosten,” aldus Delforge.

Volgens het ontwerpteam draait dit project niet om imponeren, maar om veerkracht. “We openen een nieuw hoofdstuk, geen nieuw verhaal,” klinkt het. Door te vertrekken van het bestaande en de diversiteit aan toe-eigening te vergroten, worden ruimten gecreëerd die zich laten bewonen, gebruiken en heruitvinden. Dat is geen modewoord, maar een fundamentele vorm van duurzame architectuur.

Bron MSI, CONIX RDBM & Bruzz

  • Deel dit artikel

Onze partners